Johnny Winter is niet de grootste prater. De legendarische bluesgitarist laat liever zijn handen spreken. Je zou zeggen dat iemand die met grootheden als Jimi Hendrix en B.B. King het podium heeft gedeeld en een bewogen leven achter zich heeft liggen, voor hetzelfde geld een spraakwaterval kan zijn. Dat is hij bepaald niet, maar bereid om te praten is hij wel. Dat deden we dan ook. Een kort, maar krachtig gesprek met de inmiddels 69-jarige artiest die druk bezig is met een opvolger van zijn coversplaat Roots uit 2011.
Spotlight
“Ik hou er zowel van om de spotlight te delen met andere artiesten, als om zelf het middelpunt van de aandacht te zijn. De manier van werken op mijn laatste album Roots, waarbij ik allerlei andere goede muzikanten de ruimte gaf, was nieuw voor mij. Ik heb daar evenwel zo van genoten dat ik momenteel de opvolger van Roots aan het opnemen ben. Daarop staan nog veel meer illustere gastartiesten, waarmee ik mijn liefde voor de blues wil laten zien. Ik kan nog geen namen noemen of welke songs ik dit keer cover. Wel kan ik je vertellen dat de plaat zowel blues als rock bevat, en dat ik nog altijd word geïnspireerd door muziek en muzikanten uit het verleden.”
‘Winterizen’ van liedjes
“Als ik een nummer opneem, wordt het mijn liedje. Ik weet niet of daar een geheim achter zit, maar zo gebeurt dat dus ook met covers. Ik weet wel dat Bob Dylan heeft gezegd Highway 61 niet meer te spelen sinds ik hem heb gecoverd (dat deed Winter in 1969 op zijn bluesrock-klassieker Second Winter). Hij beschouwt dat nummer sindsdien als een liedje van mij.”
Optreden
“Ik hou van toeren, ik hou van het bereizen van de wereld. Ik hou ervan! Nederlandse fans ‘beleven’, zoals de meeste van mijn Europese fans, de blues en muziek in het algemeen meer dan Amerikanen. Dat is waarom ik van ze hou en ik hier graag kom. Het is me overigens opgevallen dat mijn publiek bij shows jonger wordt. Het is belangrijk voor mij om mijn huidige fanschare te blijven bereiken, maar ook om een nieuw publiek te cultiveren.”
Toekomst en verleden
“Ik ben gezonder dan ooit. Met al mijn slechte gewoontes (tot enkele jaren geleden was hij nog verslaafd aan drank, drugs en sigaretten) ben ik gestopt en ik hou van het leven. Mijn carrière en bovenal mijn spel plukken daar duidelijk de vruchten van. Als ik naar het verleden kijk beschouw ik bijvoorbeeld spelen met Muddy Waters als een van de hoogtepunten uit mijn carrière. Tegelijk weet ik ook dat er nog vele hoogtepunten gaan komen. Ik zal een bluesman zijn tot mijn dood.”
0 Reacties