Sinds het oorspronkelijk uit het Engelse Nottingham afkomstige Tindersticks na een pauze van enkele jaren halverwege het vorige decennium terugkwam, werden er vier albums gemaakt die weliswaar consistent van kwaliteit zijn, maar nauwelijks meer een artistieke ontwikkeling laten horen. The Waiting Room heet de nieuwe, eind januari verschenen en inmiddels tiende studioplaat waarop de groep rond zanger Stuart Staples, klavierspeler David Boulter en gitarist Neil Fraser – de drie oorspronkelijke leden van de band – zich presenteert als leverancier van omfloerst zwaarmoedige rocksongs.
In 2012 werd de inmiddels al weer jaren in Frankrijk wonende Staples gevraagd om te jureren bij het Clermont-Ferrand International Short Film Festival. Daar werd het idee geboren om een handvol internationale filmmakers van naam beelden te laten maken bij songs van Tindersticks. Onder wie de Franse Claire Denis – die al eerder met Tindersticks samenwerkte – de Braziliaan Gregorio Graziosi en het Engelse multimedia-kunstkoppel Joe King en Rosie Pedlow.
Vorige week ging het project in première tijdens de achtendertigste editie van het voornoemde festival in Clermont-Ferrand en afgelopen weekeinde stond de groep er twee avonden mee in de prachtige Berlijnse Volksbühne, waar om onduidelijke redenen alle vaste zitplaatsen uit de grote zaal verdwenen waren. Vlak voor het speelvlak waren nog enkele tientallen stoelen gezet, verder mocht het publiek op de oplopende betonnen vloer zitten.
Vóór de pauze werd The Waiting Room integraal uitgevoerd, in de volgorde van de plaat. Met op het vele meters grote projectiedoek achter de groep de speciaal voor het project gemaakte films. Beelden van voortsnellend verkeer. Beelden van een man op een Frans spoorwegstation, waarbij niet helemaal duidelijk wordt wat hij daar precies doet. Beelden in zwart-wit van een bruiloft uit de jaren veertig of vijftig. Beelden van opgezette vogels. En zo nog een zestal. Stuk voor stuk in technisch en stilistisch opzicht schitterend werk.
Visuele plek
Het was echter lastig om ook maar de geringste relatie te zien of te horen tussen de songs en de films. Maar dat is ook helemaal niet de bedoeling, legde Stuart Staples al uit toen hij eind vorig jaar in ons land was voor interviews. De films zijn – in zijn woorden! – ‘een visuele plek waarin de songs kunnen gedijen’ en eerder een ‘contrapunt’ dan een ‘visualisatie van de liedjes’. Toch functioneren de films ook als een lik verf die het zwaar melancholieke karakter van het Waiting Room-repertoire substantieel opfrist. Hoogtepunten zijn het grotendeels gesproken How He Entered, waar de weemoed in nog dikkere druppels vanaf druipt dan elders tijdens het concert, en niet te vergeten het ontroerende Like Lovers Can.
Na de pauze speelde de groep nog een uurtje ouder repertoire. Zonder film dus, maar omdat er nu uit een veel groter repertoire geput kon worden, was het ook afwisselender. Tindersticks zette direct hoog in met een nét niet over de Kitschdrempel struikelende versie van de Peggy Lee-klassieker Johnny Guitar. Erg fraai was ook Boobar Come Back To Me van het Hungry Saw-album uit 2008 en het meest stevige en uptempo nummer van de avond: Show Me Everyting, van The Something Rain uit 2012. Wat betreft het oudere repertoire beperkte de groep zich tot twee songs van het titelloze album uit 1995.
Prachtig gemompel en gemurmel
Het geluid in de Volksbühne was perfect – ieder instrumentaal detail was te horen. Het publiek bleef tot en met de toegift muisstil. En dat heeft deze muziek werkelijk nodig. Stuart Staples mompelde en murmelde vaak onverstaanbaar, zoals hij altijd doet. Maar hij mompelde en murmelde prachtig. En zo transparant als het geluid was, zo was ook het podiumbeeld. Géén decor. Géén kneuterige rekwisieten als een schemerlamp, een geinig hoedje of bretels die ‘sfeer’ moeten oproepen. Alleen de muziek zelf. Het is wat het is. Tijdloos. Vooralsnog.
Gezien op zondag 14 februari 2016 in de Volksbühne, Berlijn
Tindersticks is nog te zien in De Doelen, Rotterdam (28 februari) en Carré, Amsterdam (29 februari).
0 Reacties