Guns N’ Roses in Ahoy

Langzaam zwelt een fluitconcert aan. Onvrede in Ahoy. Het is al na tienen en Guns N’ Roses is nog altijd nergens te bekennen. De band maakt zijn naam als laatkomer waar. Zo bont als in Manchester vorige week, waar de formatie rond Axl Rose drie uur te laat verscheen, maken ze het vanavond niet. Het gefluit lijkt effect te hebben. Alsof Rose zat te wachten op gemor vanuit de zaal, verschijnt de band een uur en een kwartier na de afgesproken aanvangstijd eindelijk op het podium.

Rose mag dan wel te laat zijn, de show duurt er niet minder lang om. De fans krijgen een lange, klassieke hardrockshow voorgeschoteld. De inmiddels vijftigjarige frontman klinkt enigszins doorleefd en zijn stem heeft aan kracht ingeleverd, maar giert bij vlagen nog altijd als een overstuurde cirkelzaag. Dat kost hem echter wel flink wat moeite. De zanger verdwijnt dan ook meermaals van het podium om backstage naar adem te happen. Dat zijn meteen de zwakke momenten in een verder strakke show. Wanneer Rose weg is, is het namelijk geen Guns N’ Roses meer.
De andere bandleden vullen met eigen nummers het gat op, dat maakt het optreden weliswaar veelzijdig maar daarmee bewijst GnR alleen maar dat veelzijdigheid niet per se goed hoeft te zijn. De lange feilloze gitaarsolo’s van DJ Kushba en Richard Fortus voegen nog iets toe, maar als basgitarist Tommy Stinson en Bumblefoot beiden een lied zingen wordt het ronduit matig en als pianist Dizzy Reed een overloos nummer speelt, neigt het zelfs naar kitsch.

Het roept de vraag op waarom de Amerikaanse band pas om kwart over één weer van het podium stapt. Te veel fillers, te weinig killers. Drie uur is te veel van het goede. Een deel van het toch al niet uitverkochte Ahoy verlaat voortijdig de zaal. Dat moet de trein halen en de volgende dag vroeg weer op kantoor of in de schoolbanken zitten. Rose heeft daar geen boodschap aan. Die gaat stug door.

Gebrek aan inzet kan hem in ieder geval niet verweten worden en de fans krijgen dan ook waar ze voor gekomen zijn: show, vuurwerk, spierballenrock en natuurlijk de hits: Welcome to the Jungle, Knockin’ On Heaven’s Door, November Rain, ze mogen allemaal niet ontbreken. De hits en alles van klassieker Appetite for Destruction wordt moeiteloos meegezongen door het publiek. Het geflopte laatste album Chinese Democracy maakt duidelijk minder indruk.

De show is bombastisch, groots en spectaculair. In Live & Let Die wordt vuurwerk ingezet als instrument, de gitaristen beklimmen grote boxen en bespelen het publiek. Gevoel voor theater, dat hebben alle bandleden wel.
In dat opzicht is Slash, voor zover mogelijk, goed vervangen. Met gitaristen DJ Ashba, Richard Fortus en Bumblefoot heeft Rose drie echte persoonlijkheden om zich heen verzameld. Mede daardoor voelt de act juist minder als Guns N’ Roses. Het lijkt een nieuwe band opgericht op de theaterschool, die het meeste succes oogst met covers als Mr. Brownstone, Civil War en Paradise City. En de zanger doet het heel aardig. Al kan hij niet tippen aan de zanger die hij nadoet, de man die in de jaren ‘80 furore maakte aan de zijde van Slash. Hij kan niet tippen aan niveau van de man die hij zo graag nog eens zou zijn. Dat hij drie uur lang stug blijft proberen, is hem vergeven.

Gezien op 4 juni 2012 in Ahoy, Rotterdam
Foto’s: Luuk Denekamp

0 Reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *