De tweede wet van thermodynamica, oftewel The 2nd Law, houdt beknopt in dat er geen enkel proces denkbaar is waarbij de warmte van een voorwerp met een lage temperatuur kan stromen naar een voorwerp met een hoge temperatuur. We moeten het de Franse ingenieur Sadi Carnot vergeven; toen hij dit in 1825 neerpende, was elektriciteit nog niet eens uitgevonden. Hij had dus nooit kunnen weten wat voor een warmte de instrumenten van Muse naar het publiek in de Ziggo Dome kon laten stromen.
Een beetje lauwtjes is het bij het voorprogramma van Andy Burrows nog wel. De drummer uit Londen, zoals hij zichzelf introduceert, zet zichzelf als soloartiest neer en niet als voormalig bandlid van Razorlight. Met zijn band laat hij horen wat zijn soloplaat Company in huis heeft. Dit resulteert aanvankelijk in langzame singer-songwriter liedjes, maar het publiek lijkt vooral te wachten op de hit Hometown. Wanneer dit nummer eenmaal wordt ingezet, verschijnen voor een kort moment de zaklamp-apps en aanstekers. Na dit rustige vaarwater maakt Burrows duidelijk dat hij ook een zee van geluid kan produceren. Alle nummers na Hometown zijn een stuk harder en up-tempo. Hierdoor laat hij een goede indruk achter bij het publiek, dat al een tijdje warmloopt voor Muse.
Dubsteppen met een dubbele botbreuk
De snijdende violen van het nummer The 2nd Law: Unsustainable echoën door de zaal. Het publiek juicht wanneer zanger en gitarist Matthew Bellamy, drummer Dominic Howard en bassist Christopher Wolstenholme onder felrode lichten hun plekken innemen, maar er zijn te veel invloeden on stage om bezig te blijven met applaudisseren. Het podium bestaat uit grote panoramaschermen met visuals van een betoverend kaliber. De betovering wordt verbroken wanneer de snoeiharde dubstep van het nummer wordt ingezet en een chaos van geluid en licht op het publiek afkomt. Bellamy brak eind november twee botten in zijn voet, maar stampt met zijn voeten alsof hij er nooit concerten voor heeft moeten afzeggen.
Het bombastische Supremacy knalt vervolgens met een zowel snoeiharde als geweldige akoestiek uit de boxen. De geprijsde live-reputatie maakt Muse meer dan waar. Toch lijken de nummers van het dit jaar verschenen album The 2nd Law met minder gejuich te worden ontvangen dan de oudere songs. Dit wordt vooral duidelijk wanneer de band het nummer Hysteria van het album Absolution (2003) inzet. Met de kracht van herkenning bij het publiek lijkt de toon van de avond voor het eerst echt te zijn gezet.
Roze monsters & pareidolia
Na Hysteria volgt Panic Station, een nummer dat klinkt als een mix tussen Queens Another One Bites The Dust en Word Up van Cameo. Op de grote schermen laat een roze monster wat danspasjes zien. Niet heel indrukwekkend als je beseft dat Muse bij hun vorige optredens een aantal wolkenkrabbers had. Deze sceptische toon moet worden bijgesteld wanneer een omgekeerde piramide naar beneden daalt. Hierop zijn nog meer grafische beelden te zien en dit maakt het tot een indrukwekkend spektakel. Wanneer de grote hit Supermassive Black Hole wordt gespeeld, gaat het publiek officieel los. Zo ook Matthew ‘botbreuk’ Bellamy, die -met dat in het achterhoofd- nog indrukwekkender op zijn knieën over het podium glijdt.
Sommige aanwezigen lijken te lijden aan pareidolia, het verschijnsel waarbij je gezichten in objecten ziet. Tussen de nummers door wordt er gesproken over de versterker die op boosaardige wijze richting het publiek kijkt. Gelukkig zakt het apparaat even in het diepe weg om plaats te maken voor een piano. De aangeslagen snaren worden met LED-lampjes weerkaatst op de doorzichtige vleugel. Met dit instrument speelt Muse het antikapitalistische Animals en het mooie Explorers, beide afkomstig van het laatste album. Na deze nummers rijst de boosaardige versterker weer naar boven, maar wanneer de eerste klanken van Time Is Running Out te horen zijn, let iedereen vooral weer op de geweldige muziek van Muse.
Stockholm Roulette
Logischerwijs is het vooral frontman Matthew Bellamy die de show draagt. Zijn energie, gecombineerd met goed gitaarspel en zuivere zang, eist alle aandacht op. Het nummer Liquid State wordt echter gezongen door bassist Christopher Wolstenholme en geeft een compleet ander geluid aan Muse dan de herkenbare stem van Bellamy. Laatstgenoemde claimt na dit uitstapje wel weer zijn plaats achter de microfoon om het nummer Madness te zingen. Tijdens deze plaat draagt de zanger een zonnebril waarop lyrics van het nummer worden afgebeeld. Een leuk extraatje voor de toch al zeer verdienstelijke visuals.
Nadat het nummer Plug In Baby is afgelopen, verschijnt er een roulettetafel op de schermen. Het balletje van het gokspel rolt naar beneden en op deze manier wordt er gekozen tussen de nummers Stockholm Syndrome en New Born. Uiteindelijk landt het balletje op New Born. De uitkomst lijkt voor niemand een verlies te betekenen; beide nummers zijn stevige rockplaten. New Born blijkt zelfs zo stevig dat de omgekeerde piramide op het podium neerdaalt en de bandleden opsluit.
Onder oorverdovend gejuich komt Muse toch weer tevoorschijn om nog een aantal toegiften te geven. Naast het nummer Uprising worden hits als Knights Of Cydonia en Starlight ten gehore gebracht. Wanneer als laatste nummer Survival wordt ingezet, lijkt het eind van de avond te naderen. Bellamy zingt nog voor een laatste keer ‘We will be victorious’ en de band verdwijnt na een uitbundig ererondje van het podium.
Muse heeft deze avond geen natuurwetten getart, maar gezien de warmte die ze naar het publiek hebben laten stromen, mag het afblazen van wat stoom gerust een uiterst geslaagd thermodynamisch experiment genoemd worden.
Gezien op maandag 17 december 2012 in de Ziggo Dome, Amsterdam
Foto’s: Luuk Denekamp
Voor meer foto’s, check onze Facebook-pagina!
0 Reacties