Deep Purple in Concert with Orchestra in Gelredome

Ian Gillan klaagde in een interview ooit over het fenomeen waar veel klassieke rockbands mee kampen: Wat je vandaag doet maakt niet uit; men heeft alleen oog voor hoe geweldig je vroeger ooit was. Enige bewijsdrang zou verklaren waarom Deep Purple het deze tour groots aanpakt. Deep Purple in Concert with Orchestra ontketende in Arnhem een megalomaan spektakel.

Die gloriedagen mogen dan ver in het verleden liggen, de Britse vaders van de hardrock krijgen nog met gemak vijftienduizend man naar het Gelredome. En soort zoekt soort: het zijn toch vooral heren op leeftijd die de band bezoeken. Zouden ze dan toch alleen komen om Gillan nog één keer When A Blind Man Cries te horen krijsen? Hoe dan ook hebben fans van het eerste uur weinig te klagen. De band kende vele gedaantes, maar met zanger Ian Gillan en bassist Roger Glover is de basis nog grotendeels intact. Natuurlijk speelt ook drummer van het eerste uur Ian Paice nog steeds mee. Gitarist Ritchie Blackmore wordt al sinds 1994 vervangen door Steve Morse, en ook toetsenist Don Airey mag na tien jaar geen nieuweling meer heten. Ook de setlist is een ode aan het verleden, maar toch klinken de mannen van Deep Purple anders met hordes violisten achter de ruggen.

Het is bij de ouverture nog even onwennig, maar vanaf Highway Star benadrukken de aanzwellende violen alleen maar de intensiteit van Deep Purple’s muzikale geweld. Desondanks is het niet de geluidsmuur als geheel die indruk maakt, want daarvoor stelen de fenomenale solo’s de show. De ‘nieuwelingen’ krijgen direct de kans hun talent te bewijzen, met een overweldigende keyboardpartij van Airey in Hard Lovin’ Man. Morse mag vervolgens hetzelfde doen in Maybe I’m A Leo. Daarna is het duidelijk: Deep Purple hoort qua instrumentale beheersing nog steeds tot de absolute toppers.

Bovenmenselijk
Naarmate het concert vordert, begint dan ook de twijfel te stijgen over nut van de opzet. Ook zonder symfonieorkest zouden deze grootmeesters ons steil achterover laten slaan. Daarbij zijn er veel nummers waar de extra strijkpartijen de songs nauwelijks naar grotere hoogtes tillen. Een genot is dan ook Rapture Of The Deep, dat geschreven lijkt voor een uitvoering als deze. De grootsheid van deze song blijkt pas echt nu de dreigende gitaarriff wordt vertolkt door een immens strijkersorkest. Helaas worden lang niet alle nummers op deze wijze heruitgevonden. Wél onherkenbaar veranderd is When A Blind Man Cries, de nieuwe orkestrale benadering is enigszins noodgedwongen, want de bovenmenselijke uithalen van weleer zijn voor de 66-jarige Gillan inmiddels onbereikbaar. Verder staat hij zijn mannetje nog als zanger, maar overweldigd in het orkestrale bombast heeft zijn stem niet meer de ooit zo prominente rol.

Overdaad
Het meest overweldigende van de avond is dan ook niet de orkestrale toevoeging, maar het fenomenale spel van de afzonderlijke bandleden. Het prachtige solo-intermezzo van Steve Morse, de doorgewinterde drumroffels van Paice en een mooie riff-battle tussen Morse en een violist. Ook beklijft hier echter een gevoel van overdaad. De bandleden mogen hun afzonderlijke trucs zo uitvoerig laten zien, dat de show bijna verzandt in een aaneenschakeling van showmomenten. Deep Purple in Concert with Orchestra is bijna té overdonderend. Het is tekenend dat Gillan en zijn mannen nauwelijks de tijd nemen om een applaus in ontvangst te nemen.

De songs zijn nog steeds ijzersterk, de bandleden verrichten wonderen met hun instrumenten, maar de show als geheel lijdt aan een gebrek aan dosering. Tussen de zoveelste onnavolgbare solo en dichtgeplamuurde strijkpartijen zijn er weinig magische momenten waarop alle aanwezige elementen samenkomen tot een echt geheel. Deep Purple is indrukwekkend en weet onmiskenbaar te overweldigen, maar dat is in dit geval helaas niet hetzelfde als bevredigen.

Gezien op 2 december 2011 in Gelredome, Arnhem
Foto’s: Cristel Brouwer

0 Reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *