Wovenhand in Tivoli Oudegracht

Afgelopen vrijdag speelde Calexico Tivoli Oudegracht plat. Dat gebeurde luttele maanden nadat de Amerikaanse band Paradiso en de Groningse Oosterhout had aangedaan. Calexico kan rekenen op een trouwe aanhang in Nederland, en eigenlijk geldt voor de landgenoten van Wovenhand hetzelfde. Vijf maanden na het optreden in Paradiso keert de band rond David Eugene Edwards terug naar Nederland. In de Amsterdamse popzaal werd op snoeiharde wijze het toen pas uitgekomen album The Laughing Stalk gepresenteerd. De vraag in Tivoli: krijgen de trouwe fans dezelfde hap opgeschept of gaan DEE en de zijnen verrassen?

Voordat dat duidelijk wordt, speelt het duo Strand Of Oaks een paar liedjes voor een steeds enthousiaster wordend publiek. De bebaarde zanger Timothy Showalter laat horen over een uitermate gevoelige en heldere stem te beschikken, die goed past bij de folk die hij speelt. Minstens zo opvallend is drummer Chris Ward, en niet eens zozeer vanwege zijn massieve baard en bril. Als de nummers van Strand Of Oaks tot een hoogtepunt komen, maakt hij grote indruk. Tijdens de snelle stukken speelt hij vaak met open mond, de rustige delen zingt hij zonder microfoon de teksten van Showalter mee. Die laatste noemt zijn drummer ‘the best drummer in the world’, en ondanks dat hij natuurlijk overdrijft, knikt de zaal bij die woorden. Voor Strand Of Oaks is het de eerste keer dat door Europa getoerd wordt. Het is in ieder geval live een aanrader. Vanavond speelt het duo nog in het café van het Deventerse Burgerweeshuis, morgen in de kleine zaal van het Paard van Troje in Den Haag.

Voor Wovenhand is het bepaald niet de eerste keer dat de band Europa aandoet, en eigenlijk wordt Nederland dan nooit overgeslagen. Verrassen doet de band uit Denver vrijwel altijd, maar hoe zit dat als je een paar maanden eerder nog met hetzelfde album Holland hebt aangedaan? Een paar verschillen met de show van 25 september worden in een bijna uitverkochte Tivoli direct duidelijk. Dit keer komt de band op zonder indianenmuziek en zonder bassist Gregory Garcia Jr., Chuck French, die in Paradiso nog een gitaar om zijn nek had hangen, neemt vanavond de bas ter hande. Zijn spel blijkt een centrale rol te spelen in de show van vanavond.

Loom
Als wordt geopend met Closer, is meteen een loodzwaar geluid te horen. Een geluid dat aan de ene kant past bij de laatste plaat, want op dat, door Alexander Hacke van Einstürzende Neubauten geproduceerde, album klonk Wovenhand heviger dan ooit. Maar vanavond klinkt het door de afwezigheid van een tweede gitarist (Edwards is de eerste) nog lomer en zwaarder. Iedere millimeter van de Utrechtse popzaal wordt volgestampt met decibels. Nieuwe nummers als In The Temple en Long Horn lenen zich daar uitstekend voor.

Zo nu en dan pakt Edwards zijn banjo erbij. Voor het nummer Sinking Hands van het album The Threshingfloor (2010) bijvoorbeeld, dat in Paradiso ook werd gespeeld. Dat zijn de momenten om naar lucht te happen, al kun je ook hier eigenlijk nog niet zonder een zuurstoffles. De stem van Edwards maakt nou eenmaal dat alles intens klinkt. De banjo-nummers worden bovendien nog altijd ondersteund door de bas van de voortdurend ernstig kijkende French en de bezwerende drums van oerlid Ordy Garrison.

Avant-garde
Veel nummers worden langzamer gespeeld dan het origineel. Ook zitten tussen de songs regelmatig intermezzo’s waarin Edwards lijkt te preken door zijn twee microfoons. Hij en de band begeleiden dat met avant-gardistische geluiden in de stijl die geregeld te horen is op het tien jaar oude album Blush Music. Nummers uit die periode worden echter niet gespeeld. Qua songkeuze lijkt de set behoorlijk veel op die in Paradiso. Bijna alles van The Laughing Stalk wordt gespeeld, voor de rest vooral liedjes van de twee voorlaatste albums. Een van de uitzonderingen is het mooie The Speaking Hands van Consider The Birds uit 2004. De keuze is niet vreemd gezien het donkere geluid dat de show kenmerkt. De laatste drie albums zijn wat geluid betreft namelijk ook de zwaarste die Wovenhand uitbracht.

In de korte toegift wordt Kicking Bird van Ten Stones (2008) gespeeld. Dit is niet het enige nummer waarin de melodie, al dan niet bewust, een beetje verzuipt in de muur van geluid. Na Kicking Bird nemen Garrison en French afscheid van het publiek. Zij lijken in de overtuiging dat de show er nu echt op zit en het vliegtuig naar Istanbul gepakt kan worden, alwaar de volgende show op het programma staat. Edwards pakt echter nog een keer zijn banjo en begint te spelen, waarna een paar seconden later ook zijn bandleden weer op het podium staan, French ditmaal op percussie. Met David Eugene Edwards weet je het nooit. Zijn onvoorspelbaarheid is wat maakt dat de mensen blijven terugkeren naar zijn optredens. Een intrigerende show, vooral voor de vaste volgers.

Gezien op 27 februari 2013 in Tivoli Oudegracht, Utrecht
Foto’s: Melissa Houben

0 Reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *