Celebrating Bowie. Dat klinkt meer dan een beetje tegenstrijdig, want we zijn nog nauwelijks bekomen van zijn overlijden in 2016. De muziek kunnen we nog wel degelijk vieren. Dat vond ook een groep voormalige bandleden. Ze trommelden andere muzikanten op en bezorgden ons een mooie avond in het Amsterdamse Paradiso.
Stipt om half negen zet gitarist Gerry Leonard een improvisatie op Loving The Alien in. Hem kennen we nog van de Bowie-albums Heathen, Reality en The Next Day. Niet dat hij de toon zet voor de rest van de avond, want verder krijgen we juist zonder veel franje een keur aan bekende nummers voorgeschoteld. Joe Sumner (zoon van) zingt The Stars (Are Out Tonight). Zijn stem lijkt nauwelijks op die van de grote meester, maar het geeft niet: vandaag ook geen imitatie of karaoke, maar een enthousiast eerbetoon. En enthousiast, dat is Angelo Moore (Fishbone) zeker. Bont uitgedost zet hij zeer verdienstelijk Moonage Daydream in. Dan is de beurt aan Adrian Belew, zeker niet de minste artiest op het podium. Zijn ‘claim to fame’ mag dan zijn werk bij King Crimson zijn, zijn bijdragen aan Stage en Lodger zijn we niet vergeten. Gitarist Paul Dempseys stem blijkt te dun voor Fame, maar later op de avond mag hij herhaaldelijk revanche nemen. Bassist Carmine Rojas kennen we nog van Let’s Dance: met een fez op zijn hoofd stond hij destijds in De Kuip bij de Serious Moonlight Tour. Nu staat hij stoïcijns te genieten.
Het dubbele gevoel blijft: hoe goed de muzikanten ook hun werk doen, ze accentueren een groot gemis. De muziek is bijna zoals we die ons herinneren, des te meer valt de afwezigheid van David Robert Jones op. En de kwaliteit van zijn werk, want er komt de gehele avond geen zwak nummer langs.
Man van vele maskers
Nederlandse Cato Van Dijck van My Baby zingt Suffragette City. Haar heldere stem met een scherp randje past goed bij dit nummer en het oudere deel van het publiek moet vast aan Suzi Quatro denken, of anders, qua stem, aan Lulu. Wat dat betreft had ze ook The Man Who Sold The World kunnen zingen, maar dat was ons niet gegeven. Ceremoniemeester is pianist Mike Garson. Hij deed mee bij talloze liveoptredens en platenopnames van Bowie. Hij is de man achter het befaamde pianoloopje op Aladdin Sane en de gecontroleerde pianochaos op We Are The Dead en bijna dertig jaar later speelde hij mee bij A Reality Tour. Liefhebbers kennen hem ook als de bedachtzame verteller in documentaires over Bowie (en over Mick Ronson, maar dat terzijde). Hij trakteert ons deze avond ook op een enkele anekdote, maar strooit vooral door bijna alle nummers zijn bijzondere pianonootjes, ook waar we het niet zouden verwachten, zoals in Five Years. Mooi. Hoogtepunt van de avond is dan ook Aladdin Sane, alleen al het idee live het originele gepingel te kunnen horen maakt de tocht naar Amsterdam de moeite waard.
Het is een cliché, maar vanavond kunnen we er wat mee: Bowie was een man van vele maskers. Dat maakt covers van zijn werk wellicht makkelijker te accepteren. Dat blijkt ook als Moore I Can’t Give Everything Away zingt. Dat nummer, over zijn naderende dood, zong Bowie nu eens geheel zonder masker en het blijkt te intiem voor de uitvoering van een ander. Gelukkig gaf Moore met het snel gespeelde Scary Monsters (And Super Creeps) wel een overtuigend visitekaartje af.
Het blijft een rare avond: een feest met een gevoel van rouw. Het zal wennen zijn, maar naar de muziek van Mozart kunnen we uiteindelijk ook luisteren zonder stil te staan bij zijn overlijden. Zo zal het ook bij David Bowie gaan. De muziek blijft.
Celebrating Bowie in Paradiso, Amsterdam
Gezien op dinsdag 16 januari 2018
Foto: Rob Sneltjes
1 Reactie
Mooi geschreven !!