From VU To Lulu, zo stond het concert van Lou Reed in de Heineken Music Hall in advertenties aangekondigd. Voor velen is dat een reden om juist geen kaartje te kopen, want het album Lulu van Reed met Metallica was een van de slechtst ontvangen platen aller tijden. Niet voor niets stemden onze lezers Lulu massaal naar de eerste plaats van Lust For Life’s Kraakplaat Top 15. Wat kun je in hemelsnaam nog verwachten van een concert dat deels in het teken staat van dat fel bekritiseerde project?
Aan Joan As Police Woman de eer om in het voorprogramma het publiek warm te maken met een greep uit haar oude en nieuwe werk. Ze begeleidt zichzelf daarbij op gitaar en toetsen, maar het zijn vooral haar zangkunsten die een positieve indruk maken. “Bereid je erop voor dat over ongeveer een half uur je leven veranderd wordt”, belooft Joan als ze bijna klaar is. Ze doelt natuurlijk op de hoofdact. Nadat ze haar iets te lange set beëindigt, volgt een pauze en rond kwart over negen is het de beurt aan Lou Reed.
Dat moet toch wel even schrikken zijn voor degenen die Reed de afgelopen jaren niet gevolgd hebben. De zeventigjarige rockheld slentert naar het podium en al even sloom pakt hij zijn gitaar op. De zanger is echt een oude man geworden. Als je hem zo ziet bewegen, lijken de dagen van Lou Reed als Rock ‘N’ Roll Animal geteld.
Rammelend
Na Reeds wat rammelende akoestische introductie, valt zijn – overigens hele goede – band in met een flinke dosis lawaai. Dat moet haast wel een nummer van Lulu zijn, Lou Reed en Metallica’s nachtmerrieachtige dubbelplaat die vrijwel overal een vernietigend onthaal kreeg. Inderdaad, Reed begint zijn optreden met Brandenburg Gate, de openingstrack van Lulu. Hoewel geen van de tracks op Lulu tot hoogtepunten uit zijn oeuvre behoren, blijken Brandenburg Gate en het later gespeelde Junior Dad zo zonder Metallica eigenlijk best te pruimen. Zou het Lulu-project dat zoveel luisteraars in afschuw deed tandenknarsen een prima plaat zijn geweest als Reed er in zijn eentje aan had gewerkt?
Die vraag wordt na enige tijd beantwoord met een verpletterend ‘Nee!’. The View en Mistress Dread blijven schrikbarend slechte composities en het kost bij de eerste weer even moeite om de lach in te houden bij de woorden “I am the table”. Wel moet gezegd dat Reeds zang stukken beter klinkt dan tijdens zijn optredens met Metallica voor de Duitse televisie.
Genie
Ondanks deze en andere veelbesproken missers in zijn carrière, bewees Reed zich veel vaker een waar genie. Ook op latere soloalbums, zoals het immer onderschatte, sombere Magic And Loss (1992), waarvan hij het schitterende Cremation speelt. Zelfs op een lauw ontvangen plaat als Rock And Roll Heart (1976) stond wel iets aardigs, en daar herinnert de rocker ons graag aan met een superieure uitvoering van Senselessly Cruel.
Verzoekjes van fans zijn vanzelfsprekend bij een artiest met zoveel klassiekers op zijn naam. Iemand roept: “New York!”. “New York?”, reageert Reed droogjes in een van zijn spaarzame contactmomenten met het publiek, “I thought this was Amsterdam”. Niet dat hij ooit een lied genaamd New York heeft uitgebracht, maar blijkbaar voldoet iedere track van het meesterlijke album dat wel die titel draagt.
Favorieten komen zeker aan bod, zoals Sad Song van het verbijsterende album Berlin en de tijdloze hit Walk On The Wild Side. Ook Street Hassle blijft briljant. In de originele versie uit 1978 kwam Bruce Springsteen nog even langs, maar vanavond mag Joan As Police Woman het podium delen met Reed. Haar gastvocalen voegen veel toe aan zowel Sad Song als Street Hassle.
Onverwoestbaar
Een van de hoogtepunten is Heroin, een van de beroemdste stukken van die onverwoestbare albumklassieker The Velvet Underground & Nico uit 1967. Ook tijdens I’m Waiting For The Man van dezelfde elpee laat Reed opnieuw horen wat echte rock & roll is. Dat Reed zo nodig songs van Lulu moest spelen, is zowel moedig als betreurenswaardig. Grote kans dat veel fans daardoor wegbleven, terwijl het optreden verder van zeer acceptabel niveau was. Lulu schrikt af, maar zoals vanouds kan het de legende allemaal niets schelen. En dat siert het eigenwijze rockbeest toch ook wel weer.
Gezien op donderdag 14 juni 2012 in de Heineken Music Hall, Amsterdam
Foto’s: Willem Schalekamp
0 Reacties