Vol bravoure en energie presenteert Marillion zich dinsdag aan een net niet uitverkocht Philharmonie in Haarlem. Het optreden van de Britse progrockgroep staat in het teken van de tour Sounds Live 2013, die hoort bij hun liefst zeventiende studioalbum Sounds That Can’t Be Made. Maar afgaande op de enorme bezieling die de band tentoonspreidt, had dit net zo goed hun eerste concertreeks kunnen zijn.
Als Hogarth ’s ochtends met zijn goede been uit het bed is gestapt, kan je er wel van uitgaan dat elk nummer tijdens een Marillion-optreden een show op zich wordt. En gelukkig is die regel dinsdagavond ook van toepassing. Nadat hij met wandelstok het podium op gestrompeld is en de eerste noten van de opening The Invisible Man door de zaal schallen, is de frontman al bezig om het publiek te entertainen met meer dan alleen zijn zang. Zijn typerende theatrale bewegingen vullen het podium en eisen de aandacht op. In zijn enthousiasme vergeet hij af en toe wel om elk woord duidelijk uit te spreken, maar de toon voor een energieke show is gezet. Bovendien gaat tijdens Beautiful het articuleren en bewegen tegelijk hem al beter af.
Het is dan ook bijna jammer, dat het net warmgedraaide Marillion na die twee liedjes – samen goed voor een speelduur van bijna 25 minuten – overgaat op het deel waarbij, de tussen de bedrijven door zeer spraakzame, Hogarth plaatsneemt achter zijn keyboard. Toch weet hij de zaal ook te boeien vanachter zijn instrument met de krachtig ballad The Sky Above The Rain. Het lied imponeert en wordt bovendien ondersteund door fraaie mengeling van licht en rook, waardoor het bijna lijkt alsof ze boven op de regenproducerende wolken zitten en kijken naar de blauwe hemel boven hen.
Vervolgens is het weer tijd voor de uitbundige kant van Marillion en vooral Hogarth, die voor het grootste deel de aandacht opeist. Tijdens An Accidental Man draait hij als een kind zo blij rondjes over het podium. Naarmate het optreden vordert, komt de lichtshow ook steeds beter uit de verf. Daarbij wordt bovendien getoond dat je met relatief weinig lampen toch een zeer schappelijk kleurenspektakel aan de man kan brengen. De zes kroonluchters in Philharmonie versterken de effecten bovendien nog eens extra.
Het duurt al met al tot de eerste van de twee toegiften voordat de muziek alle aandacht opeist en de showelementen en Hogarth even iets naar de achtergrond treden. Vooral tijdens Neverland laat gitarist Steve Roherty van zich horen met een kippenvel opwekkende solo. Het is al snel duidelijk: er lopen maar weinig gitaristen op deze aardbol rond die een gitaar zo mooi kunnen laten janken als de Brit. Tijdens de tweede toegift krijgen hij en bassist Pete Trewavas met Gaza ook de ruimte om te excelleren met hun gitaarspel.
Het slotwoord is aan Hogarth en dat nota bene met een nummer dat nog stamt uit het Fish-tijdperk. De eind jaren tachtig vertrokken zanger wordt voorafgaand aan Garden Party dan ook nog even vriendelijk bedankt voor het schrijven van de tekst door zijn opvolger. Tijdens de oude klassieker zweept Hogarth het publiek nog even extra op en laat de man met gevoel voor theater zich als een ware god fêteren door de toegestroomde aanhang, om vervolgens zelf nog eenmaal het heft in handen te nemen. Dit doet hij wederom met zoveel overtuiging en passie, dat je bijna gaat denken dat Garden Party speciaal voor hem geschreven is.
Gezien op 12 november 2013 in Philharmonie, Haarlem
Foto’s: Kevin Pasman
0 Reacties