‘Ongelooflijk dat jullie na al dit moois nog oren over hebben’. Aldus John Scofield. De wereldberoemde jazzgitarist speelde vrijdag op North Sea Jazz en was onder de indruk van de ook dit jaar weer sterke line-up van het nagenoeg uitverkochte Rotterdamse festival. En inderdaad: de oren van de bezoekers werden in Ahoy niet gespaard, op een goede manier althans. Van Mavis Staples tot Hall & Oates en van Outkast tot Stevie Wonder: voor de allround muziekliefhebber was het van oorsprong op jazz toegespitste festival weer een wonderbaarlijk spektakel.
Vrijdag 11 juli
Bootsy Collins & The Funk Unity Band
‘Do you give a funk?’. Bootsy Collins roept die zin enthousiast in de microfoon en herhaalt hem een paar keer. Van begin af aan is de basbaas met zijn Funk Unity Band bezig met het opjutten van het publiek in een poging dat net zo breed te laten lachen als hijzelf en bandleider Frank Waddy. Het lukt hem echter niet om het publiek helemaal los te krijgen tijdens het eerste optreden in de Nile-zaal. Het is dan ook geen verheffende show, maar ongeveer het concert dat je verwacht van de P-funk-ster, voormalig bandlid van The J.B.’s, Funkadelic en Parliament. Neemt niet weg dat de in glitterpak gehezen sterbassist vermaakt en zijn band vakkundig gehoor geeft aan de regelmatig terugkerende kreet ‘funk is making something out of nothing’.
Orquesta Buena Vista Social Club
Toen het enige studioalbum van Buena Vista Social Club verscheen in 1997, waren de meeste muzikanten de pensioengerechtigde leeftijd al ver gepasseerd. De meeste deelnemers op de zonnige, door Ry Cooder geïnitieerde, Afro-Cubaanse jazzplaat leven inmiddels niet meer, maar de groep bestaat nog. Met Eliades Ochoa en Omara Portuondo kent die twee oorspronkelijke bandleden. Verder bestaat de club uit vooral jonge muzikanten, die Ochoa en Portuondo begeleiden tijdens de Adios Tour. Helaas ontbreekt de magie. De vervangende muzikanten zijn nu eenmaal niet de mensen die te horen zijn op het legendarische album. Mensen als Rubén González, Ibrahim Ferrer en Orlando ‘Cachaito’ López die op een groot scherm achter pianist Rolando Luna herinnerd worden middels een stijlvolle fotocollage. Pedro Pablo is op contrabas een waardig vervanger van de al genoemde López, maar het blijft voelen als een coverband. Tot het moment dat Ochoa (68) na een paar nummers op het podium verschijnt. Hij zingt onder andere De Camina A La Vereda en verdwijnt weer van het podium. Dan slaat dinermuziek weer de klok. Het is bijna slaapverwekkend, wat je toch niet verwacht bij een bandnaam die je associeert met kleurrijke Caribische muziek. Als na drie kwartier eindelijk Portuondo op het toneel verschijnt, slaat de slaperige stemming om in leven. Het publiek in de Amazon gaat er bij staan en juicht de 83-jarige zangeres luidkeels toe. Eindelijk opwinding, eindelijk waar het publiek voor komt.
Mavis Staples
Net als Portuondo weet ook Mavis Staples ondanks een hoge leeftijd (de Amerikaanse werd donderdag 75) veel energie te brengen. Zij doet dat uiteraard in de Congo, de southern soul-tent. ‘Somebody say yeah, say oh yeah!’, zingt de kleine gospeldiva met haar hevig doorleefde stem. Staples heeft niet meer het lichaam van haar tijd in The Staple Singers en het kost haar nu dan ook aardig wat moeite om haar nummers te brengen. Dat komt de show alleen maar ten goede. De zangeres uit Chicago krijst en gromt alsof het uit haar tenen komt. Dat houdt ze niet een volledige show vol. Met nog een halfuur voor de boeg gaat ze erbij zitten en zeker een kwartier lang geeft ze haar band de ruimte. Die band is uitstekend en onder aanvoering van gitarist Rick Holmstrom wordt er stevig gebluesrockt. Dan keert Staples terug om nog eenmaal alles te geven met knarsende kreten vanuit de genotskrochten van haar ziel.
John Scofield Überjam Band
Een kritische journalist die plezier schept uit het vinden van zwakke plekken bij artiesten, is bij John Scofield aan het verkeerde adres. De kalende meester en zijn drie bandleden spelen namelijk foutloos. Het kwartet staat in de stampvolle Hudson met het Überjam-project. In 2002 werd het gelijknamige album uitgebracht, vorig jaar volgde Überjam Deux. De band speelt werk van beide licht experimentele jazzplaten met elektronica-invloeden. Voor liefhebbers van virtuositeit is het optreden een waar genot, wat al te raden valt bij het betreden van het podium door drummer Terence Higgins. ‘Drum machines have no soul’, valt te lezen op zijn shirt.
Vieux Farka Touré
Misschien wel het meest vermakelijke optreden op vrijdag is dat van Vieux Farka Touré. De fijnbesnaarde Malinese gitarist, zoon van Ali Farka Touré, brengt met zijn twee bandleden typisch bezwerend bluessamenspel uit het thuisland. Noem het woestijnrock, maar denk in plaats van Californisch zand eens aan de Sahara. De continue smile op het gezicht van Touré en zijn bassist Valery Assouan is prettig en verdwijnt niet als het publiek faalt bij een poging om hun armbewegingen synchroon na te bootsen. De zanger lacht hoofdschuddend en richt zijn blik weer op Assouan. De interactie tussen de twee is mooi om te zien. Het lijkt een strijd, een soort staring contest. De twee lachen en trekken malle gezichten terwijl zij hun instrumenten behendig betasten en door hun heupen gedwongen worden tot soepele dansjes.
Booker T. Jones
Terwijl Stevie Wonder in de Nile door een aangeschoten Pharrell Williams kortstondig op het podium wordt gehaald, geeft Booker T. Jones een ontspannen show in de Congo. De man achter hits als Green Onions, Melting Pot en Time Is Tight neemt in keurig pak en met dito hoed plaats achter zijn Hammond-orgel. Met zijn band neemt hij het publiek mee op een trip down memory lane. De Amerikaan heeft daar alle reden toe, want hij werkte in het verleden met grootheden als Albert King, Cream, Bill Withers en Otis Redding. Met die laatste gaf hij in 1967 een legendarisch optreden op het Monterey Pop Festival, waar ook Jimi Hendrix optrad. Jones vertelt met plezier over de herinnering en speelt vervolgens (zelf nu op gitaar) het van o.a. Hendrix bekende Hey Joe. Het is een van de sleutelmomenten in een show die een aardig inzicht biedt in de rijke carrière van Jones.
Zaterdag 12 juli
Al Jarreau
‘Help me find my dancing shoes’, zingt Al Jarreau tijdens de ietwat moeizame opstartfase van zijn show. Dat de 74-jarige jazz-zanger wat hulp nodig heeft om zowel zijn spullen als goede stem te vinden, neemt niemand hem kwalijk. De oudgediende is al zo vaak op het podium van het jazzfestival verschenen dat iedere nieuwe rimpel op de beste man met nog luider gejuich wordt ontvangen. Overigens had hij net zo goed een paar comfortabele sloffen aan kunnen trekken. In de vierkante meter waarin de breed glimlachende scat-koning met alles behalve zijn voeten beweegt, lijken dansschoenen redelijk overbodig. Zijn enthousiasme en liefde voor North Sea Jazz strekken zich wel door de hele zaal. Zelfs een poging om het publiek Swahili te laten zingen bij de bekende ballad I Will Be Here For You wordt moeiteloos opgepikt.
Met het plezier van een klein kind in een speelgoedwinkel raast Jarreau door zijn glansrijke oeuvre. Ook het vorig jaar verschenen album en eerbetoon aan overleden jazzvriend George Duke krijgt speeltijd. Vlak voor de toegift Roof Garden, dat ondanks zijn status als grootste hit gewoon veel beter als opener past, grapt Jarreau nog: ‘I’m Eddie Murphy!’. Voordat men gaat vrezen dat hij meer kwijt is dan alleen zijn dansschoenen vervolgt hij: ‘Ha! I wish’. Gelukkig maar. Dan kunnen de bezoekers wensen dat ze Al Jarreau nog vaker op North Sea Jazz kunnen zien.
Joss Stone
Het kan liggen aan de snikhete Nile, maar Joss Stone straalt op deze zaterdag een en al zomer uit. De 27-jarige soulzangeres verlicht het podium met meligheid en een heerlijke stem terwijl ze Teardrops van Womack & Womack zingt. Deze cover stond op The Soul Sessions Vol. 2, dat in 2012 verscheen. Stone brengt veel materiaal van zowel de eerste als tweede volumes van deze sessies ten gehore. Natuurlijk komen haar eigen hits ook voorbij. Zo komt er bij Super Duper Love ook een Nederlandse trompettiste meespelen. Bij het nummer Fell In Love With A Boy is het duidelijk hoe gemakkelijk de zangeres het publiek om haar vinger weet te winden. Met theemok in de ene hand en microfoon in de ander laat de blondine op blote voeten iedereen meezingen. Als afsluiter en opwarmer voor de volgende act zingt ze een korte medley van Stevie Wonder. Opwarmen was echter niet nodig. Joss Stone heeft de Nile met haar uitstekende show al in vuur en vlammen gezet.
Stevie Wonder
“Vanavond vormen we een koor genaamd The Wonder Voices of Holland”, deelt Stevie Wonder mee na opener How Sweet It Is To Be Loved By You. Het heeft gelukkig niets te maken met eerdere berichtgeving over zijn verkoudheid. De legende is naast een paar kuchjes namelijk uitzonderlijk goed bij stem. Na de cover van Marvin Gaye volgen grandioze uitvoeringen van Master Blaster en Higher Ground. Daarna wordt The Beatles-cover Day Tripper ingezet. Het is eigenlijk opmerkelijk dat een artiest met zo’n repertoire al zo vroeg met twee covers start, maar Stevie Wonder heeft natuurlijk een vrijbrief op muzikaal gebied. Hoewel, soms voelt het meezingen net zo langdradig als de dreads die zijn hoofd nog gedeeltelijk sieren. Na drie songs waarbij hij alleen achter zijn keyboard zingt, merkt hij dit ook op. Direct tapt hij weer uit het vaatje van eigen hits. Don’t You Worry ‘Bout A Thing en Signed, Sealed, Delivered kunnen rekenen op luid gejuich en er wordt flink gedanst in de zaal. Stevie predikt vervolgens over dat niemand moet beoordelen op zijn huidskleur, maar op zijn karakter. Daarna vergezelt Joss Stone hem op het podium. Helaas pakt dit minder mooi uit dan gehoopt. Het tweetal zingt nog wel geweldig samen op Living For The City, maar bij een ellenlang uitvoering van Ebony And Ivory sluipt de ongemakkelijkheid er enigszins in. Omdat Stevie Wonder van geen ophouden weet – wat natuurlijk alleen maar wordt toegejuicht – duurt het optreden ook drie kwartier langer dan verwacht. Zo is het zeker geen foutloze show, maar juist door die menselijkheid is de muzikale goddelijkheid van Stevie Wonder extra voelbaar. The Wonder Voices of Holland gaat met een zichtbaar voldaan gevoel naar huis.
Zondag 13 juli
Charles Bradley (The Daptone Super Soul Revue)
The Daptone Super Soul Revue start met een swingende opener van de band en achtergrondzangeressen in een bijna volledig gevulde Maas. Daptone Records wordt gerund door jonge honden volgens het aloude Motown-principe. Drie uur lang staat grotendeels dezelfde band op de planken, maar steeds onder een andere naam en met andere sterren. De groep roemt Sharon Jones als grootste exportproduct, maar voor Nederlandse begrippen is dat toch echt Charles Bradley. De voormalige James Brown-imitator zet met opener Heartaches And Pain zijn strot wagenwijd open om ‘m vervolgens ook niet meer te sluiten. Hij is een showman in de puurste vorm. Dat blijkt wel uit de dansmoves die hij tijdens een flink aantal songs laat zien. Met ziel en zaligheid doet hij de robot of zakt hij door zijn knieën en tilt hij de microfoonstandaard op zijn rug als zware last. Het publiek is zichtbaar onder de indruk, maar toch lijkt de show bij vlagen iets te ingestudeerd. Dat is ook onontkoombaar wanneer de songs die hij van zijn twee albums speelt eigenlijk constant dezelfde formule hebben. Het is hopen dat toekomstig materiaal van Charles Bradley een extra dimensie aan de shows geeft, maar duidelijk is dat wat hij en zijn band ook spelen, het allemaal foutloos wordt uitgevoerd.
Hall & Oates
Bij de vraag of muziek uit de jaren tachtig net zo tijdloos is als muziek uit eerdere decennia, kom je in het antwoord sowieso Daryl Hall & John Oates tegen. De twee heren lijken een vreemde eend in de bijt op het jazzfestival, maar het is ontzettend druk in de Nile-zaal. Met beginners Maneater en Out Of Touch is het feest der herkenning ook direct gestart. Hall is aanvankelijk allerminst tevreden met de geluidsman, maar de reacties van het publiek brengen beide heren zichtbaar plezier. John Oates gedraagt zich redelijk onopvallend. Het is eigenlijk ook niet het hitduo van weleer dat de show steelt. Die rol is weggelegd voor de witte tovenaar en multi-instrumentalist Charlie Derchant. Of hij nu een geweldige saxofoonsolo geeft bij I Can’t Go For That of achter zijn keyboard staat; de cameraman brengt hem maar wat graag in beeld.
Ondanks dat Hall niet meer het vocale bereik heeft als vroeger is het voor iedereen een groot plezier om hun grootste hits te horen. I Can’t Go For That is logischerwijs het grootste spektakelstuk en wordt met een geweldige intermezzo en afsluiting uitgevoerd. Sommige jongere bezoekers menen dat de heren dit gesampled hebben van Simply Red, maar gelukkig krijgen ze snel de muzikale educatie waardoor beide heren met de eer kunnen strijken. Na deze monsterhit verdwijnen ze van het podium. Blijkbaar willen de heren graag teruggeroepen worden. Voor de uitgebreide toegift spelen ze onder andere Rich Girl en She’s Gone. Het is duidelijk dat de jaren tachtig onder andere dankzij Hall & Oates ook tijdloos zijn.
Nile Rodgers & Chic
Het zal een koud kunstje voor Nile Rodgers zijn om iedereen te laten dansen. Eerder op de dag nam hij van Radio 6 de Soul & Jazz Icon Award in ontvangst en samen met zijn band Chic laat hij duidelijk horen waarom die prijs terecht is. Met materiaal als Everybody Dance, I Want Your Love en Soup For One is het bewijs ook onomstotelijk. Ondanks de massale toestroom van publiek heeft iedereen in de Nile genoeg ruimte om te dansen. Rodgers brengt alle hits waar hij een bijdrage aan heeft geleverd ten gehore. Zo is er bijvoorbeeld naast We Are Family van Sister Sledge ook een waslijst aan andere hits. Notorious (Duran Duran), Like A Virgin (Madonna) en Get Lucky (Daft Punk/Pharell), dragen allemaal het stempel van Nile Rodgers en komen ook vol plezier voorbij. Het publiek verbaast zich zelfs enigszins over de impact die de gitarist op het muzikale landschap heeft gehad. Klagen doet niemand, natuurlijk. Terwijl het jongere gedeelte zich naar de Maas begeeft voor die andere afsluiter, vermaakt de legende het publiek nog geruime tijd met klassiekers als Chic Cheer, My Forbidden Lover en uiteraard Le Freak.
OutKast
‘Umm, you still on yo’ pyramid?’ valt er op het jumpsuit van Andre ‘Ice Cold’ 3000 te lezen. In hiphopland zit de blond bepruikte rapper samen met Big Boi op een wellicht nog veel groter plateau. Sinds 1994 wisten de heren het genre namelijk steeds een nieuwe kleur mee te geven. Die chemie is ondanks het uitblijven van nieuw (gezamenlijk) materiaal nog steeds volop aanwezig. De heren hebben immers ook een succesvolle solocarrière. Terwijl Andre 3000 druk bezig was met het filmen van de biopic over Jimi Hendrix bracht Big Boi twee soloplaten uit. Vanavond hebben de heren een dj en twee gemaskerde achtergrondzangeressen meegenomen. Meer hebben ze ook niet nodig voor hits als B.O.B. (Bombs Over Bagdad), Rosa Parks en uiteraard Ms. Jackson. Na deze grootste hit gaat het tweetal over op hun solomateriaal van het dubbelalbum Speakerboxxx / The Love Below. Ook daar worden hits als The Way You Move en Hey Ya! met luid gejuich ontvangen. Het gros van het publiek is gelukkig ook bekend met meer materiaal dan alleen de hits. Daardoor worden nummers als Da Art Of Storytellin’, Player’s Ball en Hootie Hoo met evenveel enthousiasme ontvangen. Voor Nederlandse liefhebbers van hiphop leek het lange tijd een droom om OutKast ooit nog live te zien. Dankzij North Sea Jazz is die droom dan toch uitgekomen. Met de geweldige show die de heren als afsluiter van het North Sea Jazz Festival gaven, werd dat wachten ook dubbel en dwars beloond.
Gezien op 11, 12 en 13 juli 2014
Foto’s: Bianca Scharroo
Meer beeld van North Sea Jazz 2014? Check onze Facebookpagina!
0 Reacties