NOFX in de Melkweg: het is zo onderhand een zekerheidje geworden. Bijna iedere twee jaar doet de Californische punkrockband onze hoofdstad aan, maar desondanks staat de grote zaal van de hoofdstedelijke poptempel elke keer weer tot de nok toe vol. Logisch ook, want de Amerikanen weten na 31 jaar trouwe dienst als geen ander hoe ze een enerverende punkshow moeten neerzetten. Of moet ik zeggen muzikale comedy-act?
Een kwartier voordat NOFX het podium betreedt is het al flink dringen geblazen in de grote zaal van de Melkweg. In het publiek veel dertigers die de band waarschijnlijk al volgen sinds de groep eind jaren tachtig zijn eerste platen uitbracht, maar er zijn er vanavond ook minstens zoveel aanwezig die toen bij lange na nog niet geboren waren. Het zegt veel over de aantrekkingskracht die een van de grootste punkrockbands van de wereld nog steeds heeft. En officieel mag het concert dan wellicht niet helemaal uitverkocht zijn – kort voor aanvang waren er aan de kassa nog kaarten beschikbaar – maar heel veel meer mensen hadden er vanavond toch ook niet bij gekund.
Verdovende middelen
Wanneer de band rond zanger/bassist Fat Mike (Michael Burkett) uiteindelijk het podium betreedt, worden de mannen met veel gejuich onthaald. De frontman, met rode hanenkam en vele tattoos op de armen, ziet er vermoeid uit. Zou het aan de lengte van de tour liggen, of toch aan de verdovende middelen die onze hoofdstad te bieden heeft? Waarschijnlijk het laatste, want het mag geen geheim wezen dat de Amerikaan hier bepaald niet vies van is. Hij vraagt zich nog even openlijk af waarom er wederom zoveel mensen op zijn komen dagen – “We spelen hier verdomme ieder jaar!” – en trapt vervolgens de show af met 60%, afkomstig van het album Wolves In Wolves’ Clothing uit 2006. Een relatief nieuw nummer, maar niettemin worden de woorden door het aanwezige publiek uit volle borst meegezongen. De band klinkt nog wat roestig en vooral het gitaargeluid van El Hefe (Aaron Abeyta) kraakt flink, toch zit de sfeer er meteen goed in en binnen de kortste keren vliegen de eerste stagedivers en volle bekers bier al door de lucht.
Goed hart
Wie NOFX een beetje kent en de Californische band eerder aan het werk gezien heeft, zal weten dat humor een belangrijke rol speelt bij de liveshows. Dat heeft niet eens zozeer te maken met het repertoire van de band (in songteksten worden met regelmaat gevoelige onderwerpen aangesneden en ook politieke issues worden niet uit de weg gegaan – zij het bijna altijd met een knipoog), maar des te meer met de interactie tussen de bandleden onderling en met het publiek. Zo hadden Fat Mike en El Hefe net zo goed als komisch duo door het leven kunnen gaan, want tussen de nummers door nemen de mannen niet alleen elkaar in de zeik, maar worden hele bevolkingsgroepen op de hak genomen en moeten ook meerdere bezoekers in de voorste rijen het ontgelden. De zaal lacht echter hard mee, en tussendoor krijgt Mike vanuit diezelfde zaal nog een dikke joint en wat MDMA aangereikt. Het hoort er allemaal bij.
Halverwege de set volgt er dan toch nog een serieus moment, wanneer de mannen even stilstaan bij de dood van Tony Sly. De frontman van No Use For A Name was goed bevriend met de band en overleed zeer plotseling in 2012, waarna NOFX voor een verzamelalbum in Sly’s nagedachtenis een cover opnam van zijn song The Shortest Pier. De uitvoering van dat nummer loopt vanavond niet bepaald vlekkeloos, maar laten we het er maar op houden dat het uit een goed hart komt.
Stoïcijns
Naarmate de setlist vordert, lijkt de band er meer en meer zin in te krijgen. De (politiek incorrecte) grappen en grollen van Mike en El Hefe volgen elkaar in rap tempo op, de slungelige gitarist Eric Melvin springt als vanouds in het rond en drummer Erik ‘Smelly’ Sandin zit zoals gewoonlijk wat stoïcijns achter zijn drumkit, maar bewijst wel opnieuw een van de allerbeste drummers in het genre te zijn. De setlist bevat onontkoombare NOFX-klassiekers als Linoleum, Bob en Stickin’ In My Eye, maar het valt daarnaast op dat er verder toch voor relatief ‘rustige’ nummers gekozen is, zoals Creeping Out Sara, Eat The Meek en de Rancid-cover Radio. Ach ja, de mannen worden natuurlijk ook een dagje ouder, het zij ze vergeven.
Poepen
Na een korte pauze – Mike moest poepen en doet hier vervolgens uitgebreid verslag van – keert de band nog eenmaal terug voor een toegift en met achtereenvolgens The Separation Of Church And Skate, Don’t Call Me White, Bottles To The Ground en Kill All The White Man komt de show na een kleine anderhalf uur ten einde, waarna iedereen nat van zweet en bier voldaan op huis aan gaat. Zelfs wanneer NOFX niet op zijn best is, weet de band dus toch te boeien en dat is knap. Hoewel dit dus geenszins de beste of strakste show was die de Amerikanen in de afgelopen jaren op Hollandse bodem neerzetten, kun je er toch donder op zeggen dat het gros van het publiek van vanavond er ook over twee jaar weer trouw bij zal zijn. Ik misschien ook wel. Maar zullen we dan wel voor de verandering eens een keertje ergens anders afspreken?
NOFX in de Melkweg
Gezien op dinsdag 12 augustus 2014
1 Reactie
Groningen, bijvoorbeeld! En natuurlijk een vernieuwde setlist!