Dinsdagmiddag vond er op de sociale media een aardige discussie plaats. Het kwam neer op de vraag of je als ‘muzieksnob’ die avond nog wel naar The War On Drugs in Paradiso kon gaan sinds die groep een 3FM Megahit had gehad. Dat was duidelijk touwtrekken tussen ‘would be snobs’. Een beetje serieuze muzieksnob – waartoe ik mijzelf uiteraard reken – luistert immers überhaupt geen 3FM en heeft dus van die hele Megahit geen weet. Niets weerhoudt hem – of haar – daarom om onbevangen naar het reeds lang van tevoren uitverkochte Paradiso te gaan.
The War On Drugs is een fascinerende groep. En dan vooral omdat het niet op de klippen liep toen eerste stuurman Kurt Vile een jaar of zes geleden het schip verliet. De verleiding om Vile ‘kapitein’ te noemen is groot, maar doet medeoprichter Adam Granduciel geen recht. Dat bewijzen de twee albums die hij na het vertrek van ‘slacker’ Vile met The War On Drugs maakte. En trouwens, ook op het debuutalbum ‘Wagonwheel Blues’, toen Vile nog wel van de partij was, schreef Granduciel reeds vrijwel het hele repertoire.
Kurt Vile is een grillig karakter. Het ene moment briljant en het volgende haalt hij je het bloed onder de nagels vandaan. Geen wonder dat de eveneens zeer getalenteerde, maar minder excentrieke Granduciel zich daar wellicht door liet intimideren. Met het uiterst succesvolle derde War On Drugs-album Lost In The Dream bewees Granduciel dit jaar echter de band ook alleen te kunnen dragen. Sterker nog, hij is hard op weg een alternatieve rockster van formaat te worden. En de triomftocht waarop het concert van The War On Drugs dinsdagavond in Paradiso uitdraaide, is daar het onomstotelijke bewijs van.
Opwinding
De twee songs waarmee het tot zestal uitgebreide kwartet opent – Burning van Lost In The Dream en Arms Like Boulders van het debuutalbum – maken al direct indruk. Al duurt het tot het derde nummer Under The Pressure, voordat er sprake is van een beetje echte opwinding.
Maar vervolgens verloopt het zwaar op het repertoire van het laatste album leunende optreden van een leien dakje. De songs zijn stuk voor stuk goed. Er wordt perfect gemusiceerd – geen detail van de albums achterwege gelaten. Het zaalgeluid is ronduit geweldig. Een concert dat ook in de Heineken Music Hall probleemloos overeind was gebleven, of in de grootste Lowlandstent. Of zelfs op het Pinkpop-hoofdpodium.
Wat The War On Drugs anno 2014 brengt is grote klasse. Een kwaliteitsproduct. Maar tegelijk ook steriele klasse. Zeg maar het type ‘Sting-klasse’ of ‘Knopfler-klasse’. Want Adam Granduciel mag dan als zanger in het verlengde van Dylan klinken, van het ‘mysterieuze’ van Dylan is bij hem niets aanwezig. En als groep kan The War On Drugs soms de rijke pop van The Waterboys lijken te reflecteren, de diep gewortelde passie van Mike Scott en de zijnen ontbreekt bij de Amerikanen, die vooral keurig en energiek de albums naspelen en daarbij nergens uit de bocht vliegen of iets geks, grappigs of spontaans doen.
Geen spatje ‘suffering’
Iedere song bij The War On Drugs in Paradiso krijgt een acht, of zelfs een achteneenhalf. De oude Goethe zei echter al: ‘Nichts ist schwerer zu ertragen, als eine Reihe von guten Tagen’ – of woorden van vergelijkbare strekking. The War On Drugs speelt echt fantastisch. Maar als Granduciel in Paradiso Suffering – van het laatste album – zingt, dan klinkt daar geen spatje ‘suffering’ in door. Iedere muzikale spontaniteit ontbreekt. Dat is het verschil met artiesten die bij een song of solo de indruk kunnen wekken dat ze de noten ter plekke verzinnen – zoals Chuck Prophet zondag nog deed, of Neil Young toen hij vorig jaar in de Ziggo Dome een Psychedelic Pill-versie van een half uur speelde.
Als alle nummers van ‘grote klasse’ zijn, wordt ook saai, al biedt het vele rockliefhebbers ongetwijfeld een HEMA-achtig houvast. Rock als degelijke burgermans-alto. Persoonlijk trotseer ik liever enkele magere zevenminnetjes tijdens een concert om vervolgens met een vette negeneneenhalf verrast te worden. De charme van de grilligheid. Van het appeal. Van Kurt Vile, eigenlijk.
The War On Drugs in Paradiso, Amsterdam
Gezien op dinsdag 28 oktober 2014
5 Reacties
Ik vond het een goed concert maar ik vond het geluid in Paradiso ronduit slecht te noemen. Zo enorm veel galm, wat natuurlijk een beetje hoort bij The War on Drugs, maar dit was echt te veel. Alles werd een grote brei aan teruggekaatste klanken.
Wat ik juist zo goed vond was dat ze werkelijk een vlekkeloze set spelen, zonder dat het blasé of routineus klinkt. Uit alles blijkt dat ze er lol in hebben op het podium staan, en dat maakt het van een heel goed concert tot een geweldig concert. Zoals ze bij In Reverse het publiek even aan het lijntje houden na de eerste twee coupletten… Zulk zelfvertrouwen, gestaald door hele goeie nummers en enorme vakkunst, is mooi om te zien en te horen. Zie ook: de geüpdatet versie van Buenos Aires Beach, voorzien van nieuw elan door een band op de toppen van hun kunnen.
Over deze recensie: “De charme van het appeal”? Lijkt me logisch dat ‘appeal’ charmant is… Beetje nikszeggend taalgebruik, nog afgezien van het overbodige Engels.
Je weet niet wat je leest: het geluid was geweldig. Het staat er echt. Nou, het geluid was een groot drama. Twod is een geweldige band en de songs zijn fantastisch, maar ze kregen het voor elkaar om bijna elk nummer kapot te spelen met een muur van geluid. Van de zanger was sowieso de hele avond niets te verstaan. Het laatste nummer ging zelfs volledig over de pijngrens; de helft van de zaal stond met de vingers in de oren. Bizar te horen hoe hier geweldige songs heel erg onrecht werd aangedaan.
Het geluid was echt zo ontzettend slecht en grensde aan gehoorbeschadiging. Grote stukken waren onverstaanbaar, echt eeuwig zonde. Snap deze positieve recensie dan ook niet.
Geluid was dramatisch. Desondanks weergaloos concert.