JB Meijers is een man van vele talenten. Hoewel de meeste mensen hem waarschijnlijk kennen als lid van The Common Linnets, heeft de Nederlandse artiest ook een aardige verzameling aan samenwerkingen, productie- en solowerk op zijn naam staan. Lust For Life sprak met hem over creatieve vrijheid en belangrijke levenslessen.
Op 15 november breng je samen met Barry Hay de plaat For You Baby uit. In het persbericht hierover zeg je dat dit enkel het startpunt is van wat nog komen gaat. Kun je daar meer over vertellen?
“We hadden allebei het idee om dit vaker te doen, dus ik denk dat er een serie albums komt en dat we ook live gaan spelen. Het album dat nu uitgebracht wordt, is er eentje met covers, maar we hebben ook eigen materiaal geschreven. We hadden het alleen te druk om dat uit te werken.”
Op 11 oktober heb je ook het solonummer I Am Not Supposed To Be Here uitgebracht. Is dat in aanloop naar een nieuw album?
“Nou, ik zat al heel lang te denken aan een nieuwe plaat en had veel materiaal liggen, maar ik twijfelde steeds. In december en januari geef ik theatervoorstellingen en ik dacht dat het wel leuk zou zijn om wat nieuws te laten horen, dus ik heb willekeurig een nummer gekozen en uitgebracht. Het plan is om dit elke twee weken te doen. Op een gegeven moment is er dan zoiets als een album, maar eigenlijk denk ik dat het format album zoals wij dat kennen zijn beste tijd heeft gehad, omdat er een enorme diversiteit aan media is. Dat is het mooie aan mijn solomateriaal: ik ben volledig vrij.”
Je noemde net je theatertournee, Deltaboy. Wat kun je daar al over vertellen?
“Eerst vond ik het idee van een theatertournee een beetje eng, maar in principe is wat zich op het podium afspeelt niet heel anders dan wat in clubs gebeurt en ik heb ook veel theaterervaring opgedaan met Acda En De Munnik. Maar mijn show heeft geen strakke regie. Het is redelijk geïmproviseerd.”
Zodat je nog meer vrijheid hebt?
“Ja. Ik vind het heel beklemmend om vast te leggen wie ik ben en waar ik mee bezig ga. Ik word heel vaak strontziek van die gitaar en ga dan trompet spelen of iets programmeren. Het enige dat ik wel kan zeggen is dat blues erg geworteld zit in mijn core, maar dat is meer een sociaalgeografisch dan een muzikaal gegeven. Voor mijn show ben ik ingegaan op mijn relatie met de blues. Het gaat voornamelijk over de overeenkomsten tussen waar ik vandaan kom, Zeeuws-Vlaanderen oftewel de Zeeuwse Delta, en de Mississippi Delta. Beide arme gebieden waar niets gaande is, maar toch veel onrust heerst. Maar ik ga niet alleen maar deltablues spelen. Drie songs ofzo.”
Welke andere muziekvormen beïnvloeden jouw stijl?
“Ik ben niet heel stijlvast, eerlijkgezegd. Toen ik Calm After The Storm [hit van The Common Linnets, red.] had gemaakt, werd mij gevraagd of ik meer van zulke nummers kon schrijven. Daar ben ik een tijdje in meegegaan met de gedachte dat ik van dat geld een stil leventje kon gaan leiden op een Caribisch eiland of zo, haha. Maar dat werd ik helemaal beu. Dat nummer kwam namelijk vanuit een heel eerlijke plek en ik vind de intrinsieke waarde van een nummer heel belangrijk. Dat maakt het soms lastig om met mij te werken. Ik vind het gewoon helemaal niets om met een format te schrijven, sorry!”
Maar hoe ga je dan wel te werk als songwriter?
“Als ik dat wist, zou ik waarschijnlijk meer liedjes hebben en stinkend rijk zijn, haha. Eén ding weet ik wel zeker: mijn hoofd zit altijd vol met ideeën. Vaak zie ik het format als schilderij in een flash voor me en dat beeld hoor ik dan. Kleur en geluid zijn in mijn hoofd één ding. Het is ook heel belangrijk om overal voor open te staan.”
Je vertelde net even over Calm After The Storm. Had je achteraf zelf met je nummer op het podium van het Eurovisie Songfestival willen staan?
“Zeker, achteraf wel. Mensen zien mij weleens als de invaller van Waylon, maar dat is in principe niet zo. Waylon heeft onze melodie en tekst gezongen, maar ik voel mij totaal niet verwant met die man. Dat vind ik wel lastig, zeker door alles wat hij tegen de pers heeft gezegd. Hij zei zelfs dat Calm After The Storm zijn nummer was en dat heeft mij heel erg gekwetst. Maar als ze mij toentertijd hadden gevraagd, had ik waarschijnlijk nee gezegd. Ik ben er in ieder geval wel heel trots op dat onze song het tot zo’n podium heeft geschopt.”
Door de jaren heen heb je met verschillende grote namen gespeeld: van Blondie Chaplin tot Solomon Burke. Hoe was het om met de laatstgenoemde soullegende te werken?
“De samenwerking tussen hem en De Dijk was een echte eye-opener. We waren behoorlijk overdonderd toen we gevraagd werden om met hem te spelen. Natuurlijk wilden we dat! Omdat ik het beste Engels sprak, was ik de aangewezen persoon om de communicatie te voeren, dus ik kreeg al snel een hele goede band met hem. Dat was fantastisch. Hij liep het podium af en riep: ‘Let’s make an album together!’. Toen had ik hem een e-mail gestuurd om te vragen of hij die opmerking meende. ‘Ja, natuurlijk meen ik dat!’, reageerde hij. We namen het album Hold On Tight in 2009 op en wilden het presenteren op tour, maar ja… Toen overleed hij opeens.”
Wat heb je van hem geleerd?
“Hij heeft mij geleerd dat de achterliggende gedachte bij muziek heel belangrijk is. Dat gebruikte hij ook tegen mij wanneer ik opnames wilde oppoetsen. Hij had een hele harde stem, dus dan riep hij: ‘Hear me out! Als jij dit nu gaat opknappen, snap jij niet wat wij hier aan het doen zijn!’. En goddomme, hij had natuurlijk helemaal gelijk. Als mensen nu tegen mij zeggen ‘nou, ik heb het gezongen, dus tune het maar even’, antwoord ik: ‘Nee, dan moet je maar beter je best doen’. Solomon zei ooit: ‘If it’s perfect, then it ain’t real’. Tegenwoordig heeft alles een beetje dezelfde sound, maar het is juist interessant wanneer een nummer niet helemaal perfect is. Muziek is aantoonbaar saaier geworden, haha.”
JB Meijers’ theatershow Deltaboy is vanaf 6 december in verschillende zalen te zien. Meer info kun je hier vinden.
Foto: Laura Besch
0 Reacties