Wie denkt een kaartje te hebben gekocht voor een gruizige, bluesy garagerockshow, zal toch even moeten slikken. Ja, die rauwe sound waar Jack White furore mee maakte krijgen de fans vanavond in de Heineken Music Hall zeker te horen. Maar de gitarist is meer dan dat; er stroomt ook een flinke klodder country door het bloed van de Amerikaan. Wie daar voor openstaat heeft een topavond.
Dat het een topavond lijkt te worden, ligt niet alleen aan de songkeuzes en de invulling daarvan, maar ook aan de band die White begeleidt: The Peacocks. Deze all-female band verzorgt met een podium vol witte jurken niet alleen een verfrissend beeld, het zestal kan ook nog eens spelen. En hoe. De drummer slaat als een razende in de rondte en ze zorgt er met haar spel voor dat iedere vergelijking met Meg White mank gaat. De achtergrondzangeres heeft soul, een glaszuivere stem en zingt bij vlagen hypnotiserend als Clare Torry in Pink Floyd’s epos The Great Gig In The Sky. Dat niet elke noot van The Peacocks raak is, is een haast te verwaarlozen puntje van kritiek.
Toch speelt ook White zelf niet geheel foutloos. Zo lijkt hij in het openingsnummer Dead Leaves And The Dirty Ground (White Stripes-song) nog even warm te moeten draaien, maar als het gevoel eenmaal gevonden is knallen hij en zijn band door als een machine die hooguit om een klein druppeltje olie vraagt.
Country
Na een begin met vooral nummers van het recent uitgebrachte solodebuut Blunderbuss als Love Interruption en Sixteen Saltines, volgt plotseling een stukje country. En niet eens met een nummer waar je dat van verwacht: Top Yourself, een rocknummer dat White opname met The Raconteurs. Dankzij de violiste en White’s gitaarspel krijgt het een fijn bluegrass-randje. Met het White Stripes-nummer Hotel Yorba gebeurt hetzelfde.
Na een paar rustige country-esque songs wordt vervolgens moeiteloos weer teruggeschakeld naar het iets stevigere werk. Variatie staat bij de 36-jarige meestergitarist hoog in het vaandel. Dat geldt voor zo’n beetje alles wat hij op het Amsterdamse podium doet. Hij speelt werk uit zijn hele oeuvre en nummers die hij al oneindig vaak heeft gespeeld, zoals Seven Nation Army, past hij een beetje aan. De Nashvillian speelt met zowel stem als snaar. White schreeuwt, zingt juist met gevoel of fluistert, zijn gitaar volgt het voorbeeld. Hij laat nog maar eens zien waarom hij wordt gezien als een van de grootste gitaristen op aarde. Hij kan zijn snaren laten doen wat hij wil, wat onder meer te horen is in een van de hoogtepunten: Ball and Biscuit.
Goodnight Irene
Het publiek in de HMH is ondanks een prachtig optreden ietwat tam. White doet alsof zijn neus bloedt en gaat vrolijk verder. Toch houdt hij er na een uur al mee op, om daarna nog een toegift van een klein halfuur te spelen. Geen bijster lange set dus, hetgeen lichtelijk teleurstelt.
Ook in de toegift komt de country terug. White speelt de cover You Know That I Know van country-legende Hank Williams. Hij kent zijn klassiekers, getuige ook van het afsluitende lied Goodnight Irene. ‘Go home to your wife and family’, wordt er goelijk gezongen in deze cover van Leadbelly, de countryblues-artiest die al stierf ver voordat White werd geboren in Detroit, Michigan.
Het optreden mag dan aan de korte kant zijn, maar wat White laat zien is van hoog niveau. Al hadden sommigen de country liever zien ontbreken. Maar Jack White laat zich nou eenmaal niet zomaar in een hokje stoppen. Gelukkig maar.
Gezien op 25 juni 2012 in Heineken Music Hall, Amsterdam
Foto’s: Willem Schalekamp
0 Reacties