Afgeven op nostalgie geeft geen pas. Maar al te vaak blijkt nostalgie een waardevol houvast. Zalf voor een gekwetste ziel. En de ziel wordt vaak gekwetst als de tijdgeest sneller vooruit lijkt te gaan dan het individu. Op dat soort momenten vindt het individu troost en verlichting bij zaken die de wedkamp met de tijd hebben gelaten voor wat die is. Dat moment van herkenning heet nostalgie en was vrijdagavond voelbaar bij The Jayhawks in Paradiso.
The Jayhawks was een groep die er toe deed in de jaren negentig. De band uit Minneapolis was medeverantwoordelijk voor de muzikale golf die ‘Americana’ zou gaan heten en maakte na een wat zwakkere start tussen 1992 en 2003 een handvol albums waar in feite geen zwak nummer op staat. En dat geldt vooral voor de beginjaren, toen de beide zangers en songschrijvers Gary Louris en Mark Olson nog samen op de boeg stonden.
Voor Gary en Mark gold hetzelfde als voor Lennon en McCartney, voor Jagger en Richards en voor Strummer en Jones: hoewel ze stuk voor stuk hele acceptabele individuele platen maakten, leverde hun samenwerking een niet te benoemen meerwaarde op, die verdween toen Olson in 1995 de groep verliet. De huidige Jayhawks-tournee is nadrukkelijk opgezet ter ondersteuning van de heruitgave van de drie albums die de Jayhawks maakten na het vertrek van Olson: Sound of Lies (1997), Smile (2000) en Rainy Day Music (2003). Die albums zijn bij terugluisteren onverminderd goed, zoals ook de eerste concerten zonder Olson, in de tweede helft van de jaren negentig, nog geen ineenstortende band lieten horen en zien.
Sterke bezetting
The Jayhawks kon ook nog lange tijd op een groot en trouw publiek rekenen – ook in 2011 toen de band weer eens inclusief Olson in Paradiso stond, puilde de zaal uit, al liep het optreden destijds uiteindelijk op een teleurstelling uit: sloom en ongeïnspireerd.
Gisteren was het echter aanzienlijk rustiger. Misschien omdat de specifieke Olson-fans thuisgebleven waren. Misschien ook omdat op de website van Paradiso nadrukkelijk vermeld was welke albums centraal zouden staan bij het concert. Of misschien ook omdat sommige oude fans niet nogmaals de deceptie van 2011 wilden meemaken, al zal dat hooguit een hele kleine groep zijn. Een hang naar nostalgie zorgt ook – hoe paradoxaal dat wellicht klinkt – voor een kortstondig geheugen.
De band trad aan in de sterke bezetting van de late jaren negentig met, naast Louris, verder bassist van het eerste uur Marc Perlman, drummer Tim O’Reagan, gitarist Kraig Johnson en Karen Grotberg op klavieren. De opbouw van het concert was overzichtelijk: eerst zes nummers van Sound of Lies, vervolgens een vergelijkbaar blokje Smile en tenslotte een half dozijn Rainy Day Music-liedjes, afsluitend met het geweldige Tailspin – een van de allerbeste nummers uit het gehele repertoire.
Memory Lane
Tot zover de feiten. De realiteit afgelopen vrijdag was echter dat al die geweldige songs vooral ‘nagespeeld’ werden. Dat het in Paradiso niet – althans zeker het eerste uur niet – vonkte of knetterde. Dat het concert niet werkelijk tot leven kwam. De noten waren die van de partituur en het zaalgeluid alleszins aanvaardbaar. Het had ook niet te maken met het tempo of het volume. Wat ontbrak was intensiteit. Bij zowel Louris zelf als bij z’n bandgenoten. Natuurlijk, de nostalgie-hongerige fans hadden vooral de platen in hun hoofd – zij hoorden wat ze wilden horen.
The Jayhawks speelde goed voor wie al die overbekende nummers graag weer eens mee wilden zingen. Maar The Jayhawks speelden niet alsof hun leven ervan afhing. No way! Ook voor henzelf was het concert overduidelijk een ‘trip down Memory Lane’ – niet voor niets herinnerde Louris keer op keer aan de minstens tien maal dat ze eerder in Paradiso of elders in Amsterdam gespeeld hadden, duidelijk implicerend dat de hoogtijdagen van de band voltooid verleden tijd zijn.
In de finale, met Tailspin, slaat de vonk echter alsnog over. Een zindering die wordt vastgehouden in de toegift met Blue en I’d Run Away, twee Jayhawks-klassiekers van het album Tomorrow The Green Grass – de laatste plaat uit de Olson-periode. Mooi. En vooral nog meer nostalgie, want uiteindelijk te laat om het concert alsnog naar het heden te trekken.
Gezien vrijdag 25 juli 2014, Paradiso, Amsterdam
3 Reacties
Ik heb een ander concert gezien en gehoord. Tot de tweede ring zat het vol (ondanks de warmte). Doordat mensen wilden zitten leek het rustiger op de vloer. Verder was het ‘blokje’ Sound of Lies om te watertanden. Prachtig gespeeld gezongen en juist met ingehouden emotie, zodat de nostalgie er niet te dik bovenop ligt. Wat mij betreft zoals het hoort en de zaal hadden ze meteen in hun greep. Vooral bij tailspin inderdaad, maar zeker al eerder. Al bij ‘The man who loved life’ die werd opgedragen aan de slachtoffers van de vliegramp. En dat was het eerste nummer…ijzersterk en tien keer beter dan vorige keer inderdaad. Dat belooft juist nog wat:-)
Het is jammer dat deze topband iets te weinig – noem het intensiteit, ik noem t liever – dynamiek en empathie op de bühne brengt. Het klinkt inderdaad geweldig, maar t ziet er ‘wat ongeïnteresseerd’ en statisch uit. Begrijp me goed, ík had ook niet anders verwacht, maar het is jammer dat de verwachtingen niet worden overtroffen… De volgende keer ga ik gewoon weer heen!
We hebben van alle drie de albums de eerste uitvoeringen in concert gezien. Die waren toen fris en inspirerend. Dat geldt wat mij betreft ook voor de latere hereniging met Olson. We hebben nu een concert gezien van een band aan het eind van een tournee, en wellicht aan het eind van de lifecycle. Ik zei aan het eind van de laatste toegift tegen mijn partner: Dit kon wel eens de laatste keer Jayhawks zijn geweest. Als ik ongelijk heb, ga ik natuurlijk toch weer kijken want uiteindelijk heb ik weer genoten van het concert en de specifieke Jayhawks stijl.