Steeds meer dj’s, minder bandjes en nog minder gitaren: de programmering van Lowlands is al jaren voer voor discussie onder rockliefhebbers. En hoewel er met Slayer natuurlijk een metal-grootheid was geboekt, werd er gefronst vanwege de vele elektronische acts die hoog op het affiche stonden. Was deze 2013-editie dan wel een geslaagde? Hoofdredacteur Paul Gersen vertrok old school met een tentje en een sixpack bier richting Biddinghuizen en vermaakte zich kostelijk.
“Slayer! Slayer! SLAYER!!!” Ik ben vrijdag nog geen twee minuten op het campingterrein en als een tornado rolt de naam van de band over de hoofden van het rondlopende publiek. En het zijn geen getatoeëerde metalheads die zo aan het schreeuwen zijn, maar een paar hippe jongeren met vrolijk gekleurde zonnebrillen. Op Lowlands lijkt Slayer meer cult dan een grote publiekstrekker. Het festival richt zich steeds meer op hippe acts uit populaire radiostromingen als dance, hiphop en indiepop dan op rockende alternatieve bands. Waar vroeger de dj’s het pas ‘s nachts voor het zeggen kregen, worden ze dit jaar op prominentere tijden op het podium gezet. En blijkbaar werkt dat, want Lowlands was net als het jaar ervoor razendsnel uitverkocht.
Gelukkig is er ook voor de liefhebber van gitaren nog voldoende te zien en dus is het snel even de tent opgooien en rennen naar de Grolsch-stage waar The Joy Formidable staat. De band heeft dit jaar een tweede plaat gereleased en hoewel die goed werd ontvangen, valt het toch op dat de tent vanmiddag maar halfvol is. Als je er als verse kracht even in wilt komen is dat niet verkeerd, maar de band had eigenlijk wel een grotere opkomst verdiend. De groep komt uit Wales en maakt heavy, eclectische powerrock, waarin een hoofdrol is weggelegd voor de lieflijke stem van zangeres Ritzy Bryan, haar snerpende gitaarsolo’s en de dubbele bassdrum van drummer Matthew James Thomas. Bryan draagt vandaag een lief jurkje, maar heeft op haar hoofd een truckerspet. En zo klinkt de muziek vandaag ook. Mooi, maar ruig. En als ze de verschrikkelijk bijtende riff uit het nummer Little Bimp speelt, ben ik een beetje verliefd. Een mooie vrouw die gitaar speelt: wij zijn wel eens slechter aan een festival begonnen.
Even later staat Tame Impala op het hoofdpodium. Een vriend van me noemt het even eerder ‘de psychedelische Lennon-kant van The Beatles, met Paul McCartney die zijn mond houdt’. De blasfemie in die omschrijving laten we voor het gemak maar even links liggen, maar er schuilt wel een waarheid in. Toch blijkt de Alpha-tent al snel een maatje te groot voor de band en hoewel er strak wordt gespeeld, kijken we na een half uurtje toch even verder.
Op naar Pokey LaFarge, die op het openluchtpodium Lima staat geprogrammeerd. De zon schijnt dan nog en drommen mensen hebben zich verzameld. Logisch, want LaFarge en zijn band draaien hun hand niet om voor een feestje. Eentje in de moerassen in Mississippi dan, want de jaren dertig-blues klinkt vrolijk en authentiek. We wanen ons even terug in de tijd.
Aangezien de lucht aardig begint te betrekken, ga ik even bij de tent mijn jas ophalen, zodat daarna de haren losgegooid kunnen worden bij Slayer. Maar alsof de duvel ermee speelt, moet ik op de camping schuilen onder een partytent voor een apocalyptische bui. En die stopt niet na een half uur, en ook niet na een uur. Ik zie met lede ogen aan hoe mijn tent het weer ternauwernood overleeft en heb de metalband dan al gemist. Maar dat gaat niet gebeuren met Nine Inch Nails en hoewel ik door de hoosbui naar het festivalterrein moet sprinten en tot mijn onderbroek natgeregend ben, sta ik koukleumend, maar precies op tijd in de Alpha om de legendarische industrialband te zien.
En al snel blijkt dat ik graag een koutje op de koop toe neem voor Nine Inch Nails. De band tilt het begrip podiumpresentatie deze festivaldag naar een hoger niveau. Frontman Trent Reznor geeft het bij opkomst al aan. “Hebben jullie het naar je zin? Willen jullie een feestje en lol maken? Dat waren de vorige gasten. Je bent bij de verkeerde band beland. We’re here to have a bad time”, om te beginnen met de nieuwe song Copy Of A. De mannen lijken een peloton aan roadies meegenomen te hebben die in het begin een voor een de instrumenten het podium opdragen. Daarna zijn ze verantwoordelijk voor een beste lichtshow: op het podium staan een stuk of wat zuilen met led-lampen en stroboscopen waar op het ene moment videobeelden op te zien zijn en die op het andere dienst doen als stadionverlichting, zo fel schijnen ze. De band speelt vandaag uitermate strak en hard, met als hoogtepunten Terrible Lie, The Hand That Feeds, Hurt en What If We Could?, dat Reznor voor de film The Girl With The Dragon Tattoo maakte. Na een aantal nachtelijke dansmoves bij een paar dj-sets eindig ik dan ook met een tevreden gevoel deze eerste Lowlands-dag.
Zaterdag
Vandaag begint verrassend fris, ondanks het feit dat ik tot diep in de nacht rare dansbewegingen heb gemaakt bij dj St. Paul. Op naar de Alpha, waar de Vlamingen van Balthazar vandaag staan. En dat is op het eerste gezicht een flinke tent voor de band, maar na een paar nummers blijkt dat de mannen en vrouw de volledige tent met gemak om hun vinger winden. Het is indrukwekkend hoe stil het publiek is bij de mooie luisterliedjes. De band schrijft compleet in de Belgische traditie intelligente popsongs met prachtige arrangementen en af en toe een venijnige uithaal. Hoogtepunt is onbetwist Blood Like Wine, waar het complete publiek op de tekst ‘raise your glass’ de daad bij het woord voegt. Sympathieker dan Balthazar krijgen we het dit weekend niet meer.
Op naar The Veils, waar onze complete eindredactie al jaren mee loopt te dwepen. En inderdaad: de band rond zanger en songwriter Finn Andrews maakt mooie folkrock die in de verte nog wel eens doet denken aan 16 Horsepower. Het podium staat door de blazerssectie ook aardig vol. Maar na driekwart van de show heb ik het wel gehad. De zon en de gedachte aan wat vrolijkere bands spreken me spreekt me op den duur meer aan dan de klaagzang van Andrews. Want hoe prachtig sommige songs ook zijn: het is soms wel wat veel van hetzelfde. Niettemin een prima band om even van te genieten.
Op en top zomerse vrolijkheid vinden we eveneens niet bij Miles Kane. Kane heeft met zijn twee soloalbums en eerdere optredens in Nederland al duidelijk kenbaar gemaakt dat hij het ook zonder zijn eerdere bands The Rascals en The Last Shadow Puppets kan. Jammer genoeg heeft hij vandaag heeft de pech dat het geluid wel erg rommelig is, maar hij maakt er het beste van. Haartjes als een echte mod, bijpassend jasje aan en rocken als een malle is het credo. En hoewel het dak er niet echt af gaat, intrigeert de beste man met zijn typische Britpop.
Dan staat alleen nog de hoofdact voor mij op het programma: Editors. En ik ben niet de enige die op het plan is gekomen te gaan kijken: de Alpha-tent is afgeladen vol. Met net een nieuw album dat het grote publiek nog niet van binnen en buiten kent, moet het wel een greatest hits-show worden. En daarin stelt de band zeker niet teleur: van Munich via An End Has A Start en Racing Rats naar Smokers Outside The Hospital Doors, ze komen allemaal voorbij. Maar de kracht van deze liedjes ontbreekt in het nieuwere werk. Echt catchy songs blijken te ontbreken op The Weight Of Your Love, en dan kan je er nog zoveel vuurpotten en vuurwerk tegenaan gooien, het maakt de liedjes niet pakkender. Toch vermaak ik me wel bij het meezingfestival, al heb ik die theatrale beweginkjes van frontman Tom Smith wel gezien.
Zondag
Dag drie staat in het teken van Nick Cave en het slapen in mijn eigen bed. En dus pak ik voor vertrek naar het festivalterrein mijn opgooitent (waar overigens drie man en een YouTube-video voor nodig blijken te zijn om ‘m in te pakken) en dump ik mijn spullen bij vrienden om nog een dag los te gaan. Dat doen we eerst bij de dames en heer van HAIM. Leuke band, blijkt al snel. We worden af en toe meegenomen naar Fleetwood Mac, maar ook voor een flinke bluesrockriff draaien ze hun hand niet om. Het staat in mooi contrast met de vuilbekkerij die de Californiërs tussen de nummers door spuwen. Een intrigerend potje indie met een zweem van de jaren tachtig, het optreden is dan ook voorbij voordat ik er erg in heb.
Even later gaat de tijd nog verder terug met Alabama Shakes. Zangeres Brittany Howard heeft haar soepjurk nog niet aan de wilgen gehangen en haar ontzagwekkende strot is vandaag als vanouds. Een beetje blues, een beetje soul, maar vooral heel veel rock & roll: het is deze band ten voeten uit. De frontvrouw beleeft iedere noot met haar hele lichaam, terwijl de rest van de band groovet als een malle.
De verrassing van vandaag is Franz Ferdinand. De band was een beetje van de radar verdwenen, maar komt snel met een nieuwe plaat en pakt zoals vanouds het publiek in de Alpha helemaal in. De groep, met zanger/gitarist Alexander Kapranos als vrolijk middelpunt, laat de fans de barstensvolle tent compleet afbreken. Zelfs op het veld ernaast staan mensen te dansen en te springen. Franz Ferdinand heeft natuurlijk ook genoeg hits op zijn conto staan, en vandaag worden ze allemaal afgewerkt. De tent staat in vuur en vlam, blijkt wel tijdens This Fire.
Maar er kan er maar een de baas zijn en dat is Nick Cave & The Bad Seeds. De intrigerende zanger degradeert de rest van het programma vandaag met gemak tot voorprogramma en stuurt de vocalisten terug naar de frontmannenschool. Een lesje vuur, overgave, bevlogenheid en intensiteit wordt hier gegeven en ondanks dat de tent (schandalig genoeg) niet helemaal gevuld is, voelt het alsof de boel uit elkaar spat. We krijgen een fantastische setlist voorgeschoteld, met klassiekers als People Ain’t No Good, The Mercy Seat en Stagger Lee, maar ook Mermaids van het meest recente album Push The Sky Away hakt erin. En met die tonen nog in ons achterhoofd is het tijd om in de nacht de weg naar huis te vinden. Ach, er zijn mindere tunes om dat mee te doen
Lowlands – 16, 17 en 18 augustus 2013
Foto’s: Willem Schalekamp
0 Reacties