Dat muziek verjongend en zelf vitaliserend kan werken, bewees Sparks gisteravond in Den Haag. Niet alleen kon de band zonder veel moeite oude hits uitvoeren en nieuw werk presenteren, de broers Mael (bouwjaren 1945 en 1948) leken zelf tijdens het optreden jonger te worden. Het plezier spatte eraf, bij Sparks en bij het publiek.
Jongere broer Russell (vroeger een enorme krullenbol en nu getooid met een schooljongenskapsel) en gedistingeerde Ron (met onmiskenbaar snorretje) betreden geheel ‘in character’ het podium: Russell springt, in korte broek, als een dolle heen en weer, Ron loopt stijfjes naar zijn keyboards om het komende uur slechts af en toe een wenkbrauw te bewegen. De eerste indruk is dat Russell er oud uitziet (Ron heeft er altijd hetzelfde uitgezien), maar als hij begint te zingen blijkt de tijd mild geweest te zijn voor zijn falsetstem.
Oude bands die nog een keer een rondje Europa maken om muziek van vroeger te spelen, zijn een bekend verschijnsel. Bij Sparks is het nieuwe album Hippopotamus minstens zo goed als de ‘back catalogue’. En het publiek zingt ook dat nieuwe werk moeiteloos mee. Nostalgie vormt vandaag slechts een onderdeel van de lol. Opener What the Hell Is It This Time uit 2017 is een lekkere meezinger en vanavond zijn naast de twee grootste hits vooral die nieuwe nummers de hoogtepunten. Het oudere Propaganda verdrinkt een beetje in de mix, vooral de lage tonen vormen een brij. Vanaf dat moment gaat het alleen nog bergopwaarts. Rustige songs als Probably Nothing worden gevolgd door de hilarische pop van Missionary Position. Russell blijkt ook tussen de nummers door niet bepaald verlegen, als hij een dame vraagt naar haar ‘position on the missionary position’.
Stevige tongue-in-cheek
Muzikaal heeft Sparks zich altijd bewogen tussen synthpop en poprock, met een vleugje avant-garde en een stevige tongue-in-cheek. Wat dat laatste betreft doet de band denken aan 10cc en eigenlijk ook (komt het door Den Haag of doordat ik zo vaak aan ze denk) aan Gruppo Sportivo. Nummers als Scandinavian Design en I Wish You Were Fun zouden naadloos in het oeuvre van die Hagenaars passen. Leuk maar toch goed. Edith Piaf (Said It Better Than Me) is wat je noemt een oorwurm: het kost moeite om het niet de hele dag door te lopen neuriën. Russell staat te glunderen. Het energieke publiek – dat ook zonder moeite, uw dienaar incluis, auditie zou kunnen doen voor een commercial van Beter Horen – springt en zwaait.
The Number One Song in Heaven zorgt weer voor een rustig moment, met koorzang van een bandje, maar dan verrast Ron ons niet alleen door te bewegen, maar door zelfs een wilde ska-dans ten tonele te brengen. Vervolgens gaat hij zitten, om zich pas na de toegift weer te verroeren. This Town Ain’t Big Enough For Both Of Us, de grootste hit in Nederland (nummer vijf in juni 1974), is een feest voor band en publiek. Zelfs de jonge begeleidingsbandleden, die in het begin enigszins verveeld oogden, lijken er nu plezier in te krijgen.
Tijdens de toegift horen we Johnny Delusional, dat Sparks in 2015 maakte met de heren van Franz Ferdinand en daarna die andere grote hit Amateur Hour (een enkeling riep tevergeefs om hit nummer drie, Beat The Clock). Russell ziet er nu jonger uit dan ooit en nadat de laatste tonen hebben geklonken, houdt Ron nog een korte, droge toespraak. Een beetje stram beent het tweetal het podium af. Wat een leuke avond…
Sparks in Paard van Troje, Den Haag
Gezien op donderdag 14 september 2017
1 Reactie
Wat een leuke avond…inderdaad. De band voldeed aan alle verwachtingen en het is te begrijpen dat de Maels niet in het gouwe ouwe circuit willen meedraaien. Het nieuwe werk doet er nog steeds toe. Zo wil ik ook oud (er) worden!