Ze heeft op het eerste gezicht eigenlijk alles van een schattig meisje, maar St. Vincent is gewoon een stoere rocker. Een ietwat apart figuur, in de positieve zin van het woord, die op imposante wijze haar publiek ruim anderhalf uur lang kan boeien met een spectaculaire show.
Het verwelkomen van haar fans gebeurt al onorthodox. De ingesproken boodschap is omgevormd tot een robotstem die het goed volgestroomde Paradiso toespreekt. Zelf doet St. Vincent (echte naam Annie Clark) ook haar best om over te komen als een gemachineerd mannetje. Ze is net als de begeleidende bassist Toko Yasuda gekleed in een latex pakje met gaten en draagt een paar flinke hakken. Het doet denken aan de outfit van Halle Berry in de film Catwoman, maar dan zonder masker en zonder staart. Je moet er maar zin in hebben om je om half negen met het nog altijd flink warme weer in zoiets warms te hijsen. Haar ogen zijn zo opgemaakt, dat wanneer ze ze sluit de glitters van de make-up het doen lijken alsof je wordt aangestaard door een paar robotogen. Ofwel de ogen van de Digital Witness, zoals haar tour officieel heet.
Het robotachtige zit niet alleen in haar verschijning. Vooral tijdens het openingstrio Marrow, Birth In Reverse en Regret beweegt ze over het podium met ultrakleine robotstapjes, die nog het meeste weg hebben van de pasjes van de Dansende Schoentjes uit de Efteling. Na dik een kwartier spelen maakt St. Vincent voor het eerst contact met het publiek. Met haar hand in de lucht – alsof ze een eed aflegt – groet ze alle freaks en de dominators en dominatrixen van Amsterdam.
Daarna speelt ze vol overgave verder. En ze laat zien een van de meest getalenteerde gitaarchicks van het moment te zijn. Het gemak waarmee zij over haar gitaar scheurt, terwijl ze haar robotachtige dans in leven houdt, is haast jaloersmakend. Helaas blijken er wel wat kleine problemen te zijn, want zeker tijdens de eerste helft van haar set sleutelt St. Vincent regelmatig aan haar zendertje. Verder is ze niet altijd even goed te horen, zeker de drums staan nogal hard afgesteld.
Dat ondanks het centraal staan van de Digital Witness lang niet alles is voorgeprogrammeerd, blijkt wel tijdens de tweede ode van St. Vincent aan Amsterdam. De zangeres vertelt een paar minuten durend verhaal over de eerste keer dat ze paddo’s gebruikt had en na een bezoekje aan het Van Gogh-museum een Thaise meneer tegenkwam, die door een mechanisme met zijn fiets piano kon spelen. De kleine muzikant viel als een blok voor de man. “En later zie je in America’s Most Wanted: Thaise man. Gezocht voor seksueel misbruik. Voor het laatst gezien in Amsterdam. Waar hij piano speelde met zijn fiets.”
Niet alleen tijdens het gebruiken van paddo’s, maar ook tijdens haar concert, stijgt St. Vincent tot grote hoogtes. Ze neemt halverwege plaats op een mini-piramide en torent daardoor hoog boven haar publiek uit. De piramide heeft wat weg van haar troon op de cover van haar recentste album St. Vincent. Terwijl ze daar op staat, speelt ze een paar van de meest herkenbare nummers van die plaat, zoals Rattlesnake en Prince Johnny. Na een blokje liedjes laat ze zich zo van haar piramide glijden, totdat ze er uiteindelijk ondersteboven tegenaan ligt.
Daarna doet St. Vincent wat ze het beste kan. Keihard over haar gitaar scheuren. Tijdens Huey Newton ontstaat er zelfs een mini-moshpit, iets dat niet voor de hand ligt als je enkel haar platen kent. De encore begint ze zonder band en Strange Mercy is het enige rustmoment van de show. Als de band terugkeert, gaat ze helemaal los tijdens Your Lips Are Red. Eerst schuurt ze de microfoonstandaard langs haar gitaar en vervolgens gooit ze het snaarinstrument het publiek in, waarna ze zich als een waar kampioen op de schouders van de beveiligers laat toejuichen, terwijl ze high-fives uitdeelt. Laten we hopen dat de robots en digital witnesses nooit echt mogen juichen. Maar St. Vincent had zeker recht op dit feestje.
St. Vincent in Paradiso, Amsterdam
Gezien op woensdag 1 juli 2015
Foto’s: Luuk Denekamp
0 Reacties