In Lust For Life vind je maandelijks de rubriek De Playlist, waarin bekende muzikanten een afspeellijst met tien songs van hun favoriete artiest maken. Op lflmagazine.nl stellen medewerkers van LFL wekelijks hun tien favoriete songs van een artiest of band samen. Vandaag: hoofdredacteur Martin Cuppens over Nick Cave And The Bad Seeds.
Hartstikke leuk hoor, die playlists maken, maar zoals mijn collega Dominique vorige week al schreef in zijn playlist van Springsteen-songs: het is verdomd lastig om uit een omvangrijk oeuvre slechts tien representatieve songs te mogen selecteren. En al helemaal als het een van je favoriete artiesten betreft. Daar is de term ‘kill your darlings’ voor uitgevonden, zullen we maar zeggen.
Even kort mijn geschiedenis met Nick Cave And The Bad Seeds. Ergens eind 1995, ik was toen zestien, zond men op MTV nog daadwerkelijk muziek uit. Toen was de zender nog geen podium voor talentloze viespeuken, zoals dat anno 2016 het geval is. Vooral ’s avonds laat kwam daar regelmatig een bijzonder fascinerende clip voorbij waarin een wat creepy uitziende kerel samen met popprinses Kylie Minogue ronddwaalt in een spookachtig moeras, waarna hij haar hoofd inslaat met een steen. Gezellig! Dat was dus de video voor de ‘murder ballad’ Where The Wild Roses Grow, de eerste en enige echte wereldhit van Nick Cave And The Bad Seeds, en ik was meteen fan van deze Australische geweldenaar.
Vele hoogtepunten
Dat werd alleen maar meer toen ik het bijbehorende album Murder Ballads aanschafte. De donkere sfeer, de prachtige verhalende teksten en die buitenaardse zware stem: waanzinnig. Groot was mijn vreugde dus toen ik ontdekte dat de band al acht langspelers had opgenomen, platen die ik in de periode die volgde helemaal grijs heb gedraaid. En datzelfde geldt voor het werk dat sinds die tijd is verschenen – met het onlangs verschenen rouwalbum Skeleton Tree als een van de vele hoogtepunten. Mooi is ook dat Cave inmiddels is gegroeid van grote naam in de underground tot semi-afsluiter van festivals als Lowlands en Rock Werchter, en dat de laatste albums ook allemaal de top 3 van de internationale albumhitlijsten bereikten. Terechte erkenning, noemen ze dat.
Geen Wild Roses
Uit die eindeloze massa geweldige songs heb ik met pijn en moeite een top 10 weten te destilleren; tien songs die volgens mij behoorlijk representatief zijn voor hetgeen Cave en zijn bandgenoten de afgelopen drie decennia hebben gepresteerd. Daarbij heb ik mezelf twee restricties opgelegd: niet meer dan twee songs van hetzelfde album, en geen covers. De tweede beperking heeft ervoor gezorgd dat de Bad Seeds-versie van Alex Harvey’s cultklassieker The Hammer Song de lijst heeft gemist. ‘Dankzij’ het maximaal-twee-songs-per-album-devies heb ik daarnaast Where The Wild Roses Grow moeten schrappen, het enige Cave-nummer dat zelfs al jaren in de Top 2000 van Radio 2 staat. Wat er overblijft? Tien in mijn ogen essentiële songs van een van de grootste lied- en tekstschrijvers van de laatste drie decennia. Veel luisterplezier!
10. The Weeping Song (The Good Son, 1990)
Een duet tussen Nick Cave en Bad Seeds-gitarist Blixa Bargeld, ook bekend van de Duitse avant-gardeband Einstürzende Neubauten. Check vooral ook onderstaande bizarre clip, waarin Bargeld en Cave in een lullig bootje op een nepzee dobberen. Dat levert leukere beelden op dan je aan de hand van die beschrijving zou verwachten.
9. Papa Won’t Leave You Henry (Henry’s Dream, 1992)
De openingstrack van Henry’s Dream is een typisch doordenderende Cave-track, een verhaal van een vader die zijn zoon vertelt wat voor verschrikkelijke en/of bizarre dingen hij uitspookt als hij niet thuis is – een leven dat zoonlief vermoedelijk ook te wachten staat als hij ouder is. Maar: ‘Papa won’t leave you, Henry!/Papa won’t leave you, boy’. Wat een geruststelling. Een monster van een song.
8. As I Sat Sadly By Her Side (No More Shall We Part, 2001)
Het album No More Shall We Part was een logisch vervolg op The Boatman’s Call uit 1997, waarop Nick Cave zich vooral als serieuze en gevoelige verhalenverteller profileerde. As I Sat Sadly… is het mooiste nummer van de plaat: spookachtig pianospel, sfeervolle strijkers en een duchtig met (al dan niet religieuze) metaforen strooiende Cave maken van dit ruim zes minuten klokkende epos een intense luisterervaring.
7. Jack The Ripper (Henry’s Dream, 1992)
Manisch, gezellig gewelddadig en een bewijs dat een semi-akoestisch nummer echt niet rustig en beschaafd hoeft uit te pakken: ‘I got a woman/She strikes me down with a fist of lead/We bed in a bucket of butcher’s knives/I awake with a hatchet hanging over my head’.
6. The Curse Of Millhaven (Murder Ballads, 1996)
Nick Cave op z’n verhalende best – althans, als je van bloederige verhalen houdt. The Curse Of Millhaven is een van de leukste songs op Murder Ballads, waarin een jonge moordenares (‘My name is Loretta, but I prefer Lottie/I’m closing in on my fifteenth year’) vertelt hoe en waarom ze tot haar daden is gekomen (‘Since I was no bigger than a weevil they’ve been saying I was evil/That if ‘bad’ was a boot that I’d fit it/That I’m a wicked young lady, but I’ve been trying hard lately/Aw, fuck it! I’m a monster, I admit it!’).
5. I Need You (Skeleton Tree, 2016)
Het zal inmiddels wel bij veel mensen bekend zijn, maar tijdens het opnameproces van Skeleton Tree kwam de tienerzoon van Cave te overlijden bij een tragisch ongeval. De pijn en machteloosheid die de zanger daarna voelde, sijpelde onherroepelijk door in de nieuwe muziek – met het loodzware I Need You als duidelijkste, pijnlijkste en krachtigste bewijsstuk. Dichterbij tranen heb ik Cave niet eerder gehoord: ‘Nothing really matters when the one you love is gone’.
4. O Children (Abattoir Blues/The Lyre Of Orpheus, 2004)
Het dubbelalbum Abattoir Blues/The Lyre Of Orpheus bevat sowieso een berg topsongs, maar O Children springt er toch echt bovenuit. Subtiele, pianogedreven alternatieve rock met een gospelkoor: een gekke combinatie zou je zeggen, maar het werkt. Uiteraard op plaat, maar zeker ook live (ik kan me een werkelijk tranentrekkend mooie versie herinneren in de Heineken Music Hall, tijdens de Abattoir Blues-tour) en zelfs op het witte doek: O Children is te horen in Harry Potter And The Deathly Hallows – Part 1, tijdens een van de meest emotionele scènes uit de hele filmreeks.
3. Stagger Lee (Murder Ballads, 1996)
Stagger Lee is Cave’s bijzonder vuilbekkende versie van een traditional uit 1923 over de belevenissen van ‘Stag’ Lee Shelton, een African-American pooier die in 1895 ene Billy Lions vermoordde in een saloon. De albumversie is al behoorlijk lang en smerig, maar live wordt het nummer – dat nog steeds regelmatig de afsluiter is van concerten van Cave en co. – nog eens flink smeriger, steevast eindigend met een couplet waarin Stagger Lee geen zin heeft om met de duivel naar de hel te gaat en die rooie eikel dus maar gewoon ‘in his motherfucking head’ schiet. Doet ‘ie goed!
2. Into My Arms (The Boatman’s Call, 1997)
Veel van Nick Cave’s songs hebben iets van gekte in zich, maar Into My Arms is ‘gewoon’ een bloedmooi liedje – niet meer, niet minder. Een tikkeltje sentimenteel, maar zeker niet corny – sterker nog, ik vind het een van z’n mooiste songteksten. ‘I don’t believe in the existence of angels/But looking at you I wonder if that’s true/And if I did I would summon them together/And ask them to watch over you’. Zakdoekjestijd!
1. The Mercy Seat (Tender Prey, 1988)
Het ultieme Nick Cave And The Bad Seeds-nummer, het verhaal van een ter dood veroordeelde misdadiger die op zijn executie wacht (The Mercy Seat verwijst zowel naar ‘de troon van God’ als de elektrische stoel). Het nummer wordt steeds sneller, drukker en onheilspellender terwijl de hoofdpersoon zijn onschuld blijft volhouden – tot het einde: ‘And the mercy seat is waiting/And I think my head is burning/And in a way I’m yearning/To be done with all this measuring of proof/An eye for an eye and a tooth for a tooth/And anyway I told the truth/But I’m afraid I told a lie…’. Tip: luister ‘m middenin de nacht in een donkere kamer met het geluid van je stereo vol open.
Foto: Willem Schalekamp
Nick Cave & The Bad Seeds in Heineken Music Hall, 4 november 2013
0 Reacties