Als ik ’s morgens van huis vertrek valt de regen met bakken uit de hemel. Een blues-momentje. Cruisend door het Drentse land breekt tot mijn opluchting de hemel open. Ik arriveer in een zonovergoten Grolloo. De weergoden zijn de muziek van de duivel welgezind. De tweede editie van het Holland International Blues Festival kan beginnen. De sfeer in ’the blues village Grolloo’ is uitermate relaxed. Wel valt direct op dat er in de Hoofdstraat van het dorpje minder wordt geflaneerd. Omdat de veiligheidsmaatregelen flink zijn aangescherpt, staan de meeste festivalbezoekers in lange rijen te wachten voor de ingang van het festivalterrein. Vlotjes in- en uitlopen is er niet meer bij. Eenmaal binnen word je verwelkomd door locals, bluesliefhebbers en ander kleurrijk volk. De grote blauw-gele Alpha-tent (bekend van Lowlands) stroomt langzaam vol.
Vrijdag 9 juni 2017
Het festival begint stijlvol. Met een bij de blues passende glamour betreedt Walter ‘Wolfman’ Washington (1943) het podium in een knalrood kostuum. Met zijn opgeruimde humeur verovert de charismatische zanger-gitarist zijn publiek direct. Vanuit zijn Afro-Amerikaanse roots mengt Washington urban blues, soul en funk, met vleugjes gospel en jazz, tot zijn eigen unieke geluid. Zijn muziek is gebaseerd op de oervorm van het levenslied. Hij zingt vol overgave en met de souplesse van een routinier. Hij stelt je op je gemak met lang aangehouden noten waar zijn passie voor het leven in doorklinkt. Bij deze sympathieke man en zijn gestroomlijnde band voel je je thuis. Hij brengt toegankelijke muziek waarmee je in de juiste stemming komt. Halverwege het concert is het publiek goed opgewarmd en mogen de remmen los. R&B dendert de zaal in. Washington leeft zich uit en gaat volledig op in zijn spel. Vol overgave en zonder omhaal voert hij zijn songs naar extase en eindigt steevast in spetterende slotakkoorden.
Laurence Jones (1992) heeft de presence van een oude rot in het vak. Als een wervelwind sleurt hij het publiek door zijn eerste songs. Vol erin, lijkt zijn credo. Na twee nummers stevige bluesrock neemt hij wat gas terug voor funky stuff. Jones bezit een ijzersterke timing en bouwt zijn stukken mooi op. Virtuoos gitaarspel gaat hem gemakkelijk af. Zijn gave riffs en licks doseert hij verbazingwekkend soepel. Hij heeft zichtbaar plezier in wat hij doet en omkleedt zijn prestaties met humor en passie. Die houding geldt voor de hele band. Het jonge viertal gaat volledig op in de muziek. Extases worden groots uitgewerkt in een vol symfonisch geluid. Jankende, vervormende uithalen op de gitaar duelleren regelmatig met het exploderende Hammondorgel. De zangkwaliteiten van Jones doen niet onder voor zijn gitaarspel. Hij beschikt over een warm en veelzijdig stemgeluid dat hij goed doseert in zijn dictie en fraseringen. Hij zingt zonder spectaculaire uithalen en zoekt het meer in de kleurnuances van zijn stem.
Jones stelt de recente gebeurtenissen in Londen en Manchester aan de orde en spreekt de hoop uit dat muziek in staat is om mensen te verbinden en inspireert tot een leefbare wereld. In zijn royale toegift blaast Jones het dak eraf met onversneden stampende blues. Tienduizend man swingt op de trillende plankieren. Na de extase wordt het gemoed gesust met een cooldown. De zaal wordt voor de laatste maal gevuld met opzwepende oldschool blues. Nogmaals keert hij terug op het podium voor een kort liedje. De zaal eet uit de hand van deze sympathieke showman, die goed beseft dat het effect van je muziek samenvalt met een goede band met je publiek. Laurence Jones’ verrassende concert is de sensatie van Grolloo. Zijn veelbelovende talent mag worden gekoesterd.
Het in 2009 opgerichte Rival Sons brengt opzwepende rock die wordt gecombineerd met de intrigerende performance van zanger Jay Buchanan (1986). Hij is het onbetwiste middelpunt van de show. Zijn flamboyante optreden geeft theatrale meerwaarde aan de muziek. Buchanan bespeelt het publiek met zijn krachtige persoonlijkheid. Met zijn acteertalent schept hij ruimte voor meeslepende contrasten. In zijn ruige act laveert zijn rol tussen ongenaakbaar en broos. De muziek van Rival Sons is robuust en komt over als gepolijst graniet. In de snoeiharde (blues)rock worden subtiel diverse stijlelementen geweven. In de ballads klinken ze rauw en geladen. De sound blijft stevig maar wordt fragieler neergezet. Ook wanneer mysterieuze lagen worden aangeboord, behoudt de muziek een geladen impact.
Kenny Wayne Shepherd (1977) is een man van grote gebaren. Op jonge leeftijd werd hij geïnspireerd door Jimi Hendrix en Stevie Ray Vaughan. Mede door zijn toedoen kwam de blues wereldwijd opnieuw in de belangstelling en verkocht hij miljoenen platen. Op Goin’ Home, zijn meest recente studioalbum, neemt hij vijftien songs van legendarische bluesvertolkers onder handen. De Kenny Wayne Shepherd Band is met twee zangers-gitaristen een rasechte gitaarband. De mannen spelen zonder omhaal en recht door zee. De band heeft een open benadering: bluesrock regelrecht vanuit het hart. In zijn solo’s bespeelt Shepherd zijn gitaar alsof hij in zijn eentje een alternatieve band vormt. Met zijn veelzijdige en geavanceerde spel haalt hij een complex geluid uit zijn instrument dat het bevattingsvermogen tart. Alle facetten van een rockende bluesgitaar passeren de revue. Hij neemt gas terug voordat de overdaad begint te schaden. In de tweede helft van het concert gaat de superformatie via wisselzang een dialoog aan met de zaal.
Het optreden van blueslegende Buddy Guy is innemend. Hij is een van de belangrijkste grondleggers van de hedendaagse blues. Guy begon met gitaarspelen op een zelfgemaakte ‘diddley bow’ met twee snaren. De zanger-gitarist is een icoon uit de bluesscene van Chicago en peetvader van grootheden als Eric Clapton, Jimi Hendrix, Jimmy Page, Keith Richards, Jeff Beck, Stevie Ray Vaughan en John Mayer. Zelf werd hij geïnspireerd door Muddy Waters, met wie hij ook samenwerkte. Zijn carrière nam een vlucht in de late jaren ’80, toen de blues weer populair werd. Guy (Lettsworth, Louisiana, 1936) is springlevend, blakend en onwaarschijnlijk vitaal. De energie spat van hem af. Eerder dit jaar toerde hij door de VS met de Experience Hendrix Tour. Zijn tachtigste verjaardag vierde hij groots in Legends, zijn eigen bluesclub in Chicago.
Guy ontpopt zich als entertainer pur sang. Hij is een leeftijdsloze kwajongen, gangmaker en ontwapenende grapjas ineen, die voortdurend het contact zoekt met de zaal. In zijn optreden komt alles aan bod. Zijn gitaarspel is veelzijdig en verraadt dat hij zichzelf heeft ontwikkeld tot meestergitarist. Guy zingt vertederend en blijkt nog steeds in staat om verbijsterend hard uit te halen met virtuoze gillen en schreeuwen. Zijn optreden bevat ook een hommage aan grote blueslegendes als John Lee Hooker en Eric Clapton, die hij feilloos imiteert. Klapstuk aan het slot van de avond is de opkomst van Laurence Jones. Jong en oud raken verwikkeld in een vriendschappelijk duel.
Zaterdag 10 juni
Met een afwisselende programmering in het verschiet, is ook de zaterdag een dag om naar uit te zien. James Hunter (1962, Colchester, Essex) gaat spontaan van start en creëert direct een fantastische sfeer. Vrolijkheid en enthousiasme stralen van hem af. De dag kan nu al niet meer stuk. Hunter is een schalkse entertainer en beschikt over een unieke stem. Zijn rauwe, iets hese en doorleefde ‘zwarte’ stemgeluid vraagt om meer en meer. Met zijn onwaarschijnlijk soepele uithalen in zijn hoge register, is hij onnavolgbaar.
De show wordt losjes gepresenteerd, maar is strak voorbereid en vlijmscherp getimed. De sound van de band is gelikt en pakt je direct in. Het gelijktijdige spel van de twee saxofonisten en de gitaar is cool. De solo’s van Hunter worden ingeleid en afgewisseld met strak gearrangeerde fills. Met flarden rock & roll en calypso creëert hij een nostalgische sound waar je niet omheen kunt. Met zijn energieke soul brengt hij een ode aan het leven en een live-act die niemand mag missen.
De legendarische band The Fabulous Thunderbirds draagt ruim 40 jaar bluesgeschiedenis met zich mee. Nog steeds doen ze niets liever dan muziek maken. Ze toeren volop door de VS en Europa. Voorman Kim Wilson is het enig overgebleven originele lid van de band. Zijn lichte stem klink verrassend jong. Zijn timbre is minder soulvol, maar heeft wel een geraffineerde swing en losse timing. Zijn spel op de mondharp lijkt van vervlogen tijden en roept filmische associaties op. Het is een concert van bluesveteranen aan het werk. Hun routine dient het gemak. De muziek klinkt soepel en alert. De solo’s op gitaar, orgel en bas zijn uitbundig. De luchtig swingende bluesrock bevat gelikte arrangementen en ademt eenvoud uit. De heren zijn effectieve gangmakers. Rock This Place wordt eindeloos meegezongen door het publiek. Een hartverwarmend concert dat een authentieke sixties-sfeer doet herleven.
The Magpie Salute houdt de sfeer goed vast. De ronkende start van deze superformatie belooft veel goeds. Het publiek wordt direct meegezogen in een extatische show. Rich Robinson, initiatiefnemer van deze nieuwe band, bracht de oud-leden van The Black Crowes en zijn eigen bandleden bij elkaar. Het idee sloeg aan en de reünie van de geklofte muziekmaatjes was een feit. De band werd verder aangevuld met backing vocalisten, waardoor een grote bezetting ontstond. Een band van verwanten die elkaar geweldig aanvullen in hun liefde voor rock & roll, R&B, country en spirituals. De muziek heeft qua opbouw een aantal duidelijke kenmerken. Een lang intro en de vocale uitwerking van de song worden gevolgd door een uitgebreide instrumentale uitwerking en solo’s. Een vorm van Symphonische Dichtung waarin erg veel gebeurt. Zo ontstaat een bedwelmende atmosfeer waarbij je wegdroomt of in trans raakt. De opbouw van de stukken zit goed in elkaar en bevat mooie contrasten. De drie in fraaie gospeljurken gehulde zangeressen (de enige vrouwen die we zien optreden tijdens het festival) vormen een stevig vocaal front en een krachtige bedding voor leadzanger John Hogg. Het concert neigt wel een beetje naar een uitputtingsslag. Dat kan samenhangen met het geluid, dat bij dit concert zwaar overstuurd raakt, waardoor veel details wegvallen weg in een ondoorgrondelijke brei.
Het concert van Vintage Trouble zorgt voor opwinding en sensatie. De band werd in 2010 opgericht in Los Angeles en valt als een matrix over het werk van Jimi Hendrix en Otis Redding. De grote inspiratiebronnen. Met nieuw eigen werk laat de band de jaren zestig herleven. Vintage Trouble staat voor show, vervoering en extase, maar vooral voor een performance die je live moet beleven. Op de bühne staat een extravagant vijftal dat zijn wil onbedwingbaar oplegt aan het publiek. Vijf persoonlijkheden die dienen en vooral heersen, die nemen en vooral geven.
Voorman Ty Taylor is de onbetwiste leider van het stel. De charismatische zanger hoeft maar met zijn vingers te knippen om de hele machinerie in beweging te brengen. Met zijn weergaloze act verovert hij het publiek binnen luttele seconden. De zaal verandert in een kolkende massa die klapt, springt en zingt zoals de meester hen beveelt. Taylor zingt, danst en acteert zelf met een tomeloze energie. Na een half uur is zijn stijlvolle pak doorweekt. Het deert hem niet. Hij springt van het podium en loopt zingend de hele tent door. Op de schouders van het publiek zingt hij de menigte toe. Dan is hij even onzichtbaar. Crowdsurfend duikt hij weer op. Taylor laat zich door vele handen terugvoeren naar de spotlights. In een moment van bezinning verzoekt hij of er een einde mag komen aan het geweld en dat het buiten veilig mag zijn. “All dancing together!”
Rechttoe-rechtaan zonder fratsen, spelen en flink doorpakken lijkt het motto van Gov’t Mule. Wij maken schurende bluesrock. Deze ruwe schets beschrijft de stand van zaken in de eerste helft van het concert. Naast de stevige (beukende) sound is er weinig contact met de zaal. Een deel van het publiek ervaart kennelijk een anticlimax en druipt ruim voor het einde van dit slotconcert af. Veel geloop. Juist in de tweede helft van het concert komt er rust en ruimte in de muziek, in langzamere stukken met een meer meditatieve cadans. Het karakter van de muziek verschuift naar R&B. De blijvers krijgen gelijk en komen aan hun trekken met mooi gelaagde nummers. Er ontstaat een bijna ontroerde sfeer in de zaal. Gov’t Mule raakt gevoelige snaren met Americana, waarmee ze verwijzen naar vervlogen tijden. Muziek die naar de zijlijn is verdrongen, maar waarin wel de basis werd gelegd voor de hedendaagse popmuziek.
De tweede editie van het Holland International Blues Festival is erin geslaagd om de ambities van de initiatiefnemers (Johan Derksen en consorten) verder waar te maken: de missie om Grolloo als internationale blueshoofdstad op de kaart te zetten. Blues en gerelateerde stijlen genieten vooral aanzien bij de oudere generaties, maar verdienen ook aandacht en respect van de jeugd. Singer-songwriters, hiphop, hardrock, metal en rap, om er enkele te noemen, vinden hun oorsprong in roots, blues, americana en country. Cultureel erfgoed waar we trots op mogen blijven.
Er zijn wel enkele kanttekeningen te plaatsen bij de huidige programmering. Vergroot de variatie, nodig volgend jaar vooral ook vrouwelijke artiesten uit en zet bands uit Nederland en de rest van Europa en Afrika op de kaart. Een soloartiest evenals een act die wortelt in de wereldmuziek, worden node gemist. Het geluid in de tent is veelal helder en in balans. Over het geluidsvolume hebben velen geen goed woord over. De concerten worden wel mooi in beeld gebracht: via de monitoren is elk detail van de actie te zien. Verder niets dan lof voor de organisatie van dit nieuwe festival, waarvan we nu al hopen dat het langer dan vijf edities zal blijven bestaan.
Holland International Blues Festival
Gezien op 9 en 10 juni 2017
Foto’s: Joke Schot
7 Reacties
mooi geweest, maar ik hoorde maar een % of 10 blues.
mag het dan blues festival heten ?
Helaas alleen zaterdag geweest. Dat was een grote teleurstelling.
Eerst maar wat positieve zaken. Organisatie: top. Festivalterrein: top. Horeca: top.
Muziek: Had met blues heel erg weinig te maken. Oorverdovende hard-rock. PA zonder meer slecht. De mensen van de PA dachten waarschijnlijk “als we de basgitaren en de base-drum nou maar waanzinnig hard versterken dan zit het wel goed.” Gevolg: één grote keiharde geluidsmuur.
Gelukkig bleef de sfeer op het terrein en in de tent zeer positief. Was zelf met een leuke groep mensen. Dat maakte het geheel toch nog prettig. Van enige “bluesy music” die maar een beetje in de richting ging van melancholiek, harmonieus, melodieus, opzwepend, prettig, gevoelig of intrigerend was geen enkele sprake.
Van anderen hoorde ik dat het vrijdag wel goed was geweest.
Helaas was ik er dus op de verkeerde dag.
Beide dagen geweest, maar was echt een teleurstelling tov vorig jaar. Uitzondering was Laurence Jones met zijn jeugdig enthousiasme. James Hunter en Fab Thunderbirds ook top!! Echter een band als Rival Sons hoort hier niet thuis met snoeiharde rock. Had totaal niets met Blues temaken. Zelfde geld voor Vintage Trouble. Wel goede band, maar eerder Soul dan Blues. Kortom, teveel scheurende gitaren en weinig variatie .
Vrijdag geweest, het was geweldig. Super muziek. Super sfeer en alles perfect geregeld op het terrein. Volgend jaar Joe Bonnamassa een idee? Johan en organisatie succes met de volgende editie. Wij zijn er gewoon weer bij!
Nadat we vorig jaar op vrijdag genoten hebben van een super goed georganiseerd festival besloten we dit jaar 2 dagen te gaan. Alles weer prima georganiseerd en heel gezellig maar de muziekkeuze was een stuk minder. Keiharde rockbands mogen zich van ons op een ander festival laten horen. Waarom als intro niet een onbekende nederlandse blueszanger(es)/band een kans geven en wat later op de avond toch een grotere nederlandse naam? Waar zijn Erwin Java (King of the World), Ralph de Jong of Left Hand Freddy? Als het een eerbetoon aan Harry Muskee moet heten dan mogen zulke jongens niet ontbreken. Volgend jaar proberen we het nog een keer (de kamer is al geboekt) maar dan willen we wel echte blues horen
Ik snap de commentaren op het ontbreken van blues niet… Vintage Trouble is de enige band van de afgelopen editie die niet blues is. The Magpie Salute en Rival Sons zijn doordrenkt van bluesschema’s en riffs, maar dan gevormd met stevige rock. Wellicht geen traditionele Chicago-blues, maar blues bestaat in meerdere smaken! Het zou anders ook wel erg eentonig worden…
Na een aantal dagen toch maar even een reactie. Na het bezoek van vorig jaar (2 dagen), dit jaar maar één (zaterdag) dag een bezoek gebracht aan het festival.
Opvallend de lange rijen voor de entree. Dat zal ongetwijfeld te maken hebben gehad met de (helaas) onoverkomelijke veiligheidsmaatregelen.
De organisatie was weer perfect. Evenals vorig jaar. Sfeer lekker ontspannen.
Wel kritiek op het geluid. Veel en veel te hard. Veel bezoekers verlaten bij de 2e band de zaal. Dit keer blijft de organisatie in gebreke……..
Volgend jaar maar een keer overslaan :-(