Wie gisteravond de AFAS Live betrad, wist wel wat hij of zij kon verwachten: een collectie geweldige nummers en een dolenthousiast publiek. Hoe goed Madness nog was na veertig jaar trouwe dienst, werd pas later duidelijk. Gelukkig was de band zeker goed genoeg voor een feestelijke avond.
Als het “Hey you, don’t watch that, watch this” klinkt, valt de zaal moeiteloos in. One Step Beyond is een van de vele nummers die het publiek moeiteloos mee kan zingen. Leadzanger Graham ‘Suggs’ McPherson, tegenwoordig ook bekend als televisiepresentator, beweegt zich zowel charismatisch als routineus over het podium. Hij is goed bij stem en in een goed humeur. Embarrassment volgt, ook weer heel bekend. Dan het nummer Prince: Madness heeft nooit een geheim gemaakt van zijn muzikale inspiratiebronnen. De “rockinest, rock-steady beat of madness” werd geënt op het werk van de Jamaicaanse skapionier Prince Buster, de naamgever van eerste single van de band. Met The Specials en The Selecter zat Madness bij het fameuze 2 Tone Records, middenin de ’tweede wave’ van de ska.
Meligheid en zedenschets
In al het feestgedruis van de skatonen zou je de teksten bijna vergeten; vaak heel concrete schetsen uit het dagelijks leven, altijd met een frisse spot. Wat dat betreft heeft de band overeenkomsten met het Amerikaanse Sparks en ons eigen Gruppo: balancerend tussen meligheid en zedenschets. Bij Madness komt daar soms een maatschappijkritische noot bij. Tegen Margaret Thatcher bijvoorbeeld, of de Bullingdons-elite van Boris Johnson, hoe toepasselijk op de dag van de verkiezingen in Groot-Brittannië (“They’re making England great again”). In vroeger dagen werd een gedeelte van de Madness-aanhang beticht van politiek incorrecte meningen, tot ongenoegen van de band. Daar is nu niets meer van te merken, vanavond is het feest. Veel kale koppen, dat wel, maar de meeste als gevolg van natuurlijke omstandigheden.
Siddering
Naast Suggs staat ook saxofonist Lee Thompson (voormalig ingezetene van een tuchthuis) enthousiast te springen, in groot contrast met de andere leden van de band, die ook de rest van de avond nauwelijks bewegen. Wel een contrast met bijvoorbeeld Pinkpop 1981, toen het hele podium bruiste. Nummers als My Girl en NW5 kunnen dat wel hebben, maar terwijl publiek, sax en zang eraan blijven trekken, dreigt de rest van de muziek tijdelijk wat in te zakken. Wings Of A Dove, toch al niet hun beste nummer, klinkt vlak, maar een paar songs verder gebeurt er iets opmerkelijks: bij Shut Up gaat er een siddering van de zaal: meteen staat daar niemand meer stil en ook achter op het podium zet men een tandje bij. The rest is history. Een mêlee van krachtige, energieke nummers buitelt over elkaar: House Of Fun (misschien wel het beste nummer dat ooit geschreven is over het kopen van condooms), Baggy Trousers en Our House, prachtige miniatuurtjes en tegelijk publiekslievelingen, It Must Be Love, inclusief massale samenzang. Dan zijn we alweer toe aan de toegiften, want een lange zit wordt het vanavond niet. Binnen anderhalf uur hebben we ook de Prince Buster-cover Madness en de legendarische Night Boat To Cairo achter de kiezen. Talloze brede mannen met Fred Perry-polo’s slaan elkaar hard maar goedmoedig op de schouders. Hier kwamen ze voor.
Madness in AFAS Live
Gezien op 12 december 2019
Foto’s door Stephanie Free
1 Reactie
Was een geweldige avond met de kids!