Lange tijd stond Bospop vooral in het teken van classic rock, maar dat imago leek de organisatie vorig jaar van zich af te willen schudden. Een gouden greep, zo bleek. Ook afgelopen weekend ging de line-up weer alle kanten op: van Nederpop (o.a. BLØF) tot snoeiharde rock uit Australië (Wolfmother, Airbourne). En nee, dankzij optredens van Roger Hodgson en The Pretenders hoefde ook de classic rockfanaat deze editie niet over te slaan. Bovenal maakte Bospop de slogan ‘het gezelligste pop/rock-festival van Nederland’ weer helemaal waar.
Zaterdag
Het programma mag dan zeker sinds de editie van vorig jaar meer variatie bieden dan ooit, voor blues is er altijd wel plek op Bospop. Terwijl een bescheiden groep vroege vogels zich voor de main stage verzamelt en alvast gewend raakt aan de hitte, geeft een trio onder leiding van gitarist en zanger Stevie Nimmo het festival een relaxte start. De bebaarde Schot werkt zich in het zweet tijdens de weliswaar niet heel erg onderscheidende, maar wel indringende gitaarsolo’s. Een meer dan prima opener van Bospop dus, maar ergens is het ook jammer dat de man zich niet iets later op de dag kan bewijzen voor een groter publiek. (DG)
Keith Xander van Xander And The Peace Pirates moedigt het Bospop-publiek aan door met zijn haak te zwaaien. Dat klinkt zowel dubieus als hilarisch, maar is in werkelijkheid vooral heel boeiend. Keith werd namelijk geboren met maar één hand, maar met behulp van zijn broertje en medebandlid Stuart en een plectrum die vastgemonteerd zit aan zijn prothetische haak, is het hem toch gelukt heel bluesy en pakkende gitaarpartijen onder de knie te krijgen. Dat gecombineerd met de hippiesurferuitstraling van met name de broertjes en de enorm catchy riedeltjes die de heren de tent inslingeren, zorgt voor een gemoedelijk uurtje en een publiek dat ondanks de hitte nog eens wat danspasjes waagt. Wat een fijn begin voor op de rock stage! (EV)
Op de main stage wordt het energiegehalte nog even wat opgekrikt door Black Star Riders, het vijftal dat bij hardrockliefhebbers waarschijnlijk geen introductie meer behoeft als de band die tot 2012 – in een iets andere samenstelling – door het leven ging als Thin Lizzy. De flink getatoeëerde frontman Ricky Warwick brengt qua stemgeluid zijn legendarische voorganger Phil Lynott in herinnering, maar entertaint op zijn eigen manier, terwijl oudgediende Scott Gorham ook het recentere materiaal van de herkenbare Lizzy-gitaarsound voorziet. Testify Or Say Goodbye en When The Night Comes Down zijn heerlijke rocksongs, maar klassiekers uit het ‘vorige leven’ van de band (The Boys Are Back In Town, Whiskey In The Jar) blijken wel nodig om het inmiddels aardig opgelopen aantal Bospop-bezoekers écht mee te krijgen. (DG)
Een aanzienlijk deel van die bezoekers laat zich op het andere podium weer onderdompelen in de blues – en wel door de jonge Brit Laurence Jones. Ondanks zijn leeftijd en voorkomen (hij oogt meer als iemand die je zou verwachten op een piratenfestijn dan in een bluesclub) bewijst deze jolige knul zich te kunnen meten met een bluesheld van het formaat Walter Trout, die dit nieuwe talent overigens ook al opmerkte en hem zelfs ‘een genie’ noemde. Jones’ heldere stem verraadt zijn jeugdigheid, maar zijn duidelijk door Hendrix en Stevie Ray Vaughan beïnvloede gitaarsolo’s zeker niet. Wanneer op de schermen naast het podium Laurence’s ‘guitar face’ vol in beeld komt, geloof je direct dat de emotie oprecht is. (DG)
Het is opvallend dat BLØF vandaag zo vroeg op het programma staat. De status van de Zeeuwse Nederpoppers is blijkbaar wat geslonken vergeleken met de eerdere vier keren dat de band in Weert stond, want meestal mochten de mannen hun kunstje wat later op de dag laten horen. Verrassend is dat kunstje anno 2017 overigens nauwelijks te noemen, met een setlist vol overbekende BLØF-krakers als Alles Is Liefde, Omarm en (brr!) Holiday In Spain op de setlist en eerlijk gezegd klinkt het toch wel erg gezapig allemaal. Jammer, want de mannen spelen strak en die ene keer dat het heilige vuur eventjes doorklinkt (in het nog steeds mooie Dansen Aan Zee), snap je weer hoe BLØF ooit zijn grote status verkreeg. Maar voor het grootste deel van het uur is toch vooral wegdoezelen in de warme zon. (MC)
In eigen land Australië scoorde The Black Sorrows al in de jaren tachtig hits, maar voor de meeste Bospop-bezoekers is de band rond zanger/saxofonist Joe Camilleri hoogstwaarschijnlijk een obscure naam. Toch apart dat het succes in Nederland uitbleef, want de songs die vandaag door de rumoerige tent schallen zijn stuk voor stuk catchy en dat geldt vooral voor Shape I’m In, dat Camilleri eind jaren zeventig al opnam met zijn toenmalige band Jo Jo Zep & The Falcons. Ook hulde voor de fraaie sax- en gitaarduels! (DG)
Ty Taylor is de predikant en het publiek is zijn kerk. De zanger van Vintage Trouble kronkelt in een helderwit pak over de main stage en behekst zijn toeschouwers met aanstekelijke rhythm & blues. Eerder noemde een wandelende festivalganger Taylor ‘de moderne James Brown’, een beschrijving die je meteen begrijpt als je de muzikant aan het werk ziet. Hij danst, klikt zijn hielen tegen elkaar in de lucht en ligt zelfs zingend achterstevoren over de podiumtrappen. Deze man is een geboren entertainer. (CF)
De meest dansbare muziek van de dag komt echter niet van Vintage Trouble, maar van de Belg Niels Delvaux, die onder de artiestennaam Delv!s genres als funk, jazz en gospel samenbrengt en laat horen over een uitstekende soulstem te beschikken. Zijn muziek dwingt haast tot bewegen en daar krijgen we ook alle ruimte voor, want zeker tijdens de tweede helft van zijn set is de tent nog maar voor een akelig klein deel gevuld. Ondertussen blijkt het buiten dan ook behoorlijk druk bij de main stage. Daar speelt immers een van de grotere namen van het festival: The Pretenders. Aanvankelijk maakt de band rond de in een Motörhead-shirt gestoken Chrissie Hynde lauwe reacties los, wellicht vanwege de ietwat rommelige performance. Ook al heeft de frontvrouw wel eens beter gezongen dan vandaag, gelukkig kan ze altijd terugvallen op een repertoire vol hits om de menigte voor zich te winnen. Vanaf Back On The Chain Gang blijven ze maar komen: van de Kinks-cover Stop Your Sobbing tot de tranentrekker I’ll Stand By You, waarin de zang van Hynde overigens wel prima overeind blijft. (DG)
Tyler Bryant & The Shakedown is tijdens deze editie wat SIMO vorig jaar was: de grote ontdekking van het weekend. Deze band uit Nashville toerde eerder met onder meer AC/DC, Aerosmith en ZZ Top en heeft zelf duidelijk ook goed geluisterd naar de mastodonten van de classic rock. Ook qua uiterlijk had de band zomaar een tijdgenoot van Led Zeppelin en Ten Years After kunnen zijn. Goed, in muzikaal opzicht brengen deze heren niets nieuws, maar Bryant en co. weten zich toch te onderscheiden met hun stekelige sound, meeslepende songs (met als uitschieter The House That Jack Built) en goede uitstraling. Het is overigens niet de frontman, maar percussionist Caleb Crosby die de meeste interactie met het publiek zoekt door meerdere keren achter zijn drumstel vandaan te komen en van het podium te klimmen. (DG)
“Toen ik voor het eerst afkickte, kon ik maar aan twee dingen denken: wijn en God.” Na deze wijze woorden klinken de eerste tonen van Bottle Of Jesus, een – ondanks het zware onderwerp – uptempo knaller waarbij Beth Hart veel lacht, niets dan soul uitstraalt en met het publiek flirt vanachter de vleugel. Dat houdt ze ongeveer de hele show vol en dan met name tijdens het slome en sensuele Lay Your Hands On Me en rauwe track Water Falls. Daarmee bewijst de even innemende als onvoorspelbare zangeres niet alleen dat ‘veel achter de piano zitten’ geen synoniem is voor ‘saai’, ze flikt het ook nog eens tijdens een festival. Een festival waar haar fans in groten getale aanwezig zijn en de signeerhekken omver stormen, welteverstaan – maar toch: klasse. En de funky drumtechnieken van Bill Ransom maken de energieke show helemaal af. (EV)
De naam van de act die vervolgens als laatste vandaag in de tent optreedt mag dan nieuw zijn, maar The Magpie Salute wordt aangevoerd door niemand minder dan Rich Robinson (ex-The Black Crowes). Geïnspireerd door onder meer Bob Dylans Rolling Thunder Revue en Joe Cockers Mad Dogs And Englishmen vormde hij deze band met maar liefst negen andere leden, onder wie ook zijn oude Crowes-collega’s Marc Ford en Sven Pipien. “Het is niet alleen enorm gezellig, het geeft ook ontzettend veel muzikale mogelijkheden”, aldus Rich in een recent interview met Lust For Life. “We kunnen alles spelen.” Dat laatste bleek al wel op het recent verschenen debuutalbum, waarvan de songselectie varieert van Pink Floyd tot Bob Marley. Vandaag schittert The Magpie Salute vooral tijdens een goed gekozen en lekker lang uitgerekte cover van The Velvet Undergrounds Oh! Sweet Nuthin’, waarin de talenten van de verschillende muzikanten en vocalisten goed naar voren komen. (DG)
Zondag
Spelen voor een bijna leeg veld met publiek dat nog ernstig moet opwarmen; dagopener zijn op een festival is gewoonlijk een vrij ondankbare taak. The Sore Losers vervult hem echter met verve. De mix van hardrock, blues en psychedelica die onze zuiderburen laten horen is weliswaar niet bijster origineel, maar wordt wel met een dusdanig oprecht enthousiasme gebracht dat iedereen die het festivalterrein al betreden heeft volledig wordt meegezogen. Respect! Een cover van Radar Love uit de kast halen als crowdpleaser was dan ook eigenlijk helemaal niet nodig geweest. (SS)
Ook Mississippi-bluesrocker Mr. Sipp weet met zijn zichtbare speelplezier het publiek voor zich te winnen. Dat is bij Therapy? helaas minder het geval. De Noord-Ierse band is prima in vorm en heeft een setlist waar alle liefhebbers van zullen watertanden, maar het lijkt er simpelweg op dat die liefhebbers niet in groten getale in het Bospop-publiek aanwezig zijn. Het is te prijzen dat de festivalorganisatie de laatste jaren het muzikale palet wat aan het verbreden is, maar of Therapy? nou echt de juiste act is voor Bospop…? (SS)
Meer enthousiasme is er weer bij de toetsenist Lachy Doley en zijn band. De Australiër weet het maximale uit zijn orgel te halen en blijkt bovendien een uiterst sympathieke verschijning. Wolfmother komt net iets plichtmatiger over, maar zelfs dan is de band nog altijd een energieke kracht die elk festivalveld (en dus ook dat van Bospop) weet in te pakken. Ook My Baby krijgt het publiek moeiteloos mee. De meer routineuze festivalganger heeft deze band zo langzamerhand wel een keer (of honderd) gezien, maar het trio speelt nog altijd met een frisheid alsof het een van hun eerste grote optredens is. (SS)
Een stuk meer doorgewinterd is Anastacia: zij is de eerste op de Bospop-zondag die niet enkel een optreden, maar een echte show neerzet. Elke minuut lijkt tot in de puntjes uitgedacht, met de diva zelf en haar twee danseressen als middelpunt. Anastacia beschikt nog altijd over een gouden strot en het is verbazingwekkend hoeveel hits zij toch eigenlijk gehad heeft. Wat je ook van haar songs vindt: dit optreden dwingt respect af. Dat respect wordt vervolgens echter in een klap tenietgedaan door een beschamende coverversie van Foo Fighters’ Best Of You. (SS)
Van een uiterst gelikte popshow gaan we naar de rechttoe-rechtaan rock van Airbourne. Al is de Australische band op zijn eigen manier eigenlijk minstens net zo ‘over the top’, met die muur aan Marshalls op het podium. Cliché in elk opzicht, maar wat brengen deze mannen een energie over! En energiek blijft het nog even: met Dropkick Murphys en Gogol Bordello is het twee uur lang meespringen en -schreeuwen geblazen! Vooral die laatste band heeft een livereputatie hoog te houden en slaagt hier grandioos in. Jammer dat er relatief weinig mensen op dit optreden zijn afgekomen. (SS)
Wanneer een goedgemutste Anouk haar met hits volgepakte set afrondt, is een opvallend groot gedeelte van het publiek al naar de tent gelopen omdat Roger Hodgson aan zijn optreden gaat beginnen. En wij kunnen ons alleen maar afvragen: wat doet deze man in vredesnaam op het tweede podium? De voormalig Supertramp-zanger is headlinermateriaal en voelt ook in alle opzichten als zodanig. Er wordt volop meegezongen met de vele perfect uitgevoerde hits en de tent is simpelweg te klein om iedereen te huisvesten die dit feilloze optreden wil meemaken. Volgende keer graag op de mainstage. (SS)
Maar ook de daadwerkelijke headliner stelt gelukkig niet teleur. Madness maakt in het begin heel even dezelfde fout als vorig jaar op Dauwpop door voor festivalbegrippen iets te veel onbekendere nummers achter elkaar te spelen, maar revancheert zich snel met het scala aan hits dat je van de Britse skaband mag verwachten. Eigenlijk vat dit optreden alles samen waar de Bospop-zondag voor heeft gestaan: energie, enthousiasme en plezier. (SS)
Bospop
Gezien op 8 en 9 juli 2017
Foto’s: Mitchell Giebels (zaterdag) en Tineke Klamer (zondag)
10 Reacties
Even je huiswerk goed doen.
De eerste keer speelde hij in de tent en was fenomenaal. Destijds dezelfde reacties, om hem op het hoofdpodium te laten optreden.
Dat werd dus géén succes.
Op verzoek van Roger Hodgson zelf, speelde hij dit jaar weer in de tent de heleboel plat.
blijft wat mij betreft een teather optreden. wat meer passie en actie ontbreekt er wel wat aan.
Zaterdag afgereisd naar Bospop, speciaal voor The Pretenders. Mijn grote idool is de originele bassist Pete Fardon, maar die is al 34 jaar dood en destijds moest ik nog twee worden….
Een inderdaad wat rommelige performance, maar we troffen wel een opgewekte en vrolijke Chrissie Hynde -die in tegenstelling tot precies 36 jaar eerder, verderop over de grens in Duitsland tijdens het Rockpalast optreden in Keulen- de fotografen nog uitdrukkelijk verzocht ”to fuck off with your camera’s”… Gelukkig kon ik nu, zelf bijna 36, heerlijke foto’s schieten en velen mannen en vrouwen van 56 en prille zestigers om mij heen ook.. ;) :)..Martin Chambers gooide er weer flink wat show in, al had hij die onnodige drum accenten her en der wel achterwege kunnen laten. Al was dit juist ook weer een teken van het spelplezier en de ontspanning wat dit optreden kenmerkte.
De inbreng van de lollige Welshman op keyboard vond ik echter minimaal en te verwaarlozen. Hij had ook wel backstage kunnen blijven, behalve dat hij er veel moeite voor had gedaan om eruit te zien als James Honeyman-Scott op de hoes van Pretenders I…. Dit andere drugs-slachtoffer, overleden in 1982, kent in James Walborne overigens een verdienstelijk vervanger. Hoogtepunt was The Wait, van het debuut album. Geweldig arrangement en staat bijna veertig jaar later nog altijd als een huis. Seven outta ten.
Joris van Laarhoven (geboren toen Pretenders II uitkwam)
Doe Maar?
grappig, best wel oneens met deze recensie.
Madness en dropkick Murphy’s speelden plichtmatig,
Wolfmother, therapy?, Airbourne en Gogol Bordello waren geweldig. Rodger Hodgson was prima in tent, daar komt de sfeer het veste tot zijn recht. Maar ieder zijn eigen mening he.
Roger Hodgson kan de inter actie perfekt overbrengen in de tent, en het publiek naar hem!
De tent is de warme deken welke alles doet samensmelten!
Iets wat Lachy doley ook lukte,
het publiek reageert op de bluess rithem’s, en Doley kreeg vleugels, de klik was ontstaan.
Het is het mooiste wat er is als artiest en publiek elkaar weten te raken…de chemie ontstaat en zorgt voor een bijzonder resultaat.
Zulke momenten maken het festival!!!
Uhh… Ik mis een verslag van het optreden van de afsluitende headliner op de mainstage zaterdagavond? Doe Maar?? Does that ring a bell?
Verder een goede, waarheidsgetrouwe recensie.
Volgens mij was je zaterdag al op tijd naar huis? Ik mis Doe Maar?
Hoi Hans, het ontbreken van Doe Maar in de recensie heeft inderdaad te maken met het vervoer terug. Aangezien de recensent niet het hele optreden heeft kunnen meemaken, geven we uiteraard ook geen oordeel over die show.
Doe Maar was een zeer waardige afsluiter van de eerste dag. Niet mijn jeugdidolen, maar eerlijk is eerlijk, Doe Maar speelde met passie en plezier. Prachtige arrangementen van de blazers. Nederwiet met Joost Belinfante. De 4 leden hadden allemaal zichtbaar veel plezier erin en de hits speelden ze allemaal. Het hele veld zong en danste mee. Een van de beste, zo niet het beste optreden van de eerste dag!