In twintig jaar tijd veranderde Opeth langzaam van een typisch Zweedse death metalband in een groep die zich liet inspireren door de crème de la crème van de psychedelische en progressieve rock. Op de twee vorige albums integreerde de band rond zanger en gitarist Michael Åkerfeldt ook nog een ander typisch jarenzeventig-fenomeen: fusion. Daarbij vergeleken klinkt Sorceress wat traditioneler. Zwaar aangezette rocksongs worden afgewisseld met akoestische stukken, waarin Åkerfeldt opnieuw indruk maakt met zijn Greg Lake-achtige vocalen. Het werkelijk prachtige Will O The Wisp doet juist denken aan Jethro Tull, inclusief fluit. Zo blijft het geluid van Opeth een smaakvolle ode aan vervlogen tijden, inclusief de verwijzingen in songtitels die van elk album een kleine popquiz maken (zie ook het interview in LFL064). Toch is Sorceress meer dan dat. Net als op voorgaande albums geeft Michael Åkerfeldt overal een eigen draai aan. De traditionele stijl wordt tot leven gewekt met een techniek en energie die heel actueel is en hoewel zijn teksten altijd wat cryptisch zijn, legt de Zweed zijn ziel er altijd in bloot. Hij sleurt de wanhoop soms uit zijn tenen. Sorceress is daarmee het meest emotionele en persoonlijke album van een band die definitief zijn stilistische plek heeft gevonden.
0 Reacties