“Laten we er een feestje van maken.” Er zijn weinig bands waarbij die suggestie zo misplaatst is als bij King Crimson. Toch galmen precies deze woorden door het Amsterdamse Concertgebouw, gevolgd door dezelfde aankondiging in een Engelstalige versie op een nog duidelijker schertsende toon. Flauwe grapjes terzijde, de van tevoren opgenomen boodschap dient vooral om bezoekers te wijzen op het strenge ‘no photos please’-beleid. En dus blijven vrijdagavond ook de mobiele telefoons netjes in de broekzak tot de finale en is de King Crimson-ervaring exclusief voor de ogen en oren van de gelukkige aanwezigen.
Voor de duidelijkheid: de persfoto hierboven werd dus niet genomen op deze memorabele vrijdag de dertiende. Wel geeft het kiekje een indruk van hoe het er tegenwoordig ongeveer uitziet op het podium bij King Crimson. Drie drummers op de voorgrond met daarachter saxofonist/fluitist Mel Collins, bassist Tony Levin, toetsenist Bill Rieflin, zanger/gitarist Jakko Jakszyk en bandleider Robert Fripp keurig op een rijtje. Zoals Jakszyk onlangs observeerde in Lust For Life: “Robert heeft het hele idee van een band omgegooid. Doorgaans staat de leadzanger op de voorgrond, maar nu is het een meer egalitaire opzet. Een soort orkest, met de zanger aan de achterzijde. Niemand is belangrijker dan de ander.”
In Amsterdam oogt deze opmerkelijke opzet voor aanvang ietwat rommelig, zeker als het volle licht boven de chique zaal onthult dat een deel van het podium rondom het ‘orkest’ is afgedekt. Nadat de lampen zijn gedimd, de muzikanten netjes achter elkaar de trap aflopen en de immer streng kijkende Fripp zijn jasje naar de linkerkant van het podium smijt, blijkt de schijnbaar wat misplaatste maffe aankondiging aan het begin niet het laatste moment van luchtigheid. Zo weet fluitist Collins in het onheilspellende Larks’ Tongues In Aspic Part One nog een fragment uit het Wilhelmus te verweven, waarmee de band lijkt te willen onderstrepen best een bijzondere relatie met ons land te hebben.
‘Rock show at the Concertgebouw’
Het Concertgebouw kent natuurlijk een rijke geschiedenis wat popmuziek betreft. Paul McCartney zong ooit over ‘a rock show at the Concertgebouw’ en in de wachtrij buiten merkt iemand op dat Janis Joplin er nog gespeeld heeft, net als The Doors (zonder erbij te vermelden dat Jim Morrison tijdens die show in ’68 nergens te bekennen was). Ook voor King Crimson zelf – of in ieder geval Robert Fripp – heeft de zaal wellicht enige nostalgische waarde: in november 1973 gaf de band er een fabuleus optreden, decennia later vereeuwigd op het live-album The Night Watch.
45 jaar na dat legendarische concert speelt King Crimson in een bijna compleet andere bezetting een bijna compleet andere setlist. Sinds Fripp in 2013 tot ieders verbazing een nieuwe incarnatie van zijn band aankondigde, kan hij bogen op een ontzagwekkend tijdloos oeuvre en van bijna alle belangrijke albums komt wel een stuk (of ‘liedje’, zoals de Nederlandse introductie het ietwat oneerbiedig omschreef) aan bod. Zo dompelt hij zijn toehoorders afwisselend onder in een nachtmerrieachtige sfeer tijdens het eerder genoemde Larks’ Tongues In Aspic of het heavy One More Red Nightmare en in hemelse mellotronklanken tijdens de toegankelijkere passages van misschien wel het meest perfecte progalbum ooit gecreëerd: In The Court Of The Crimson King.
Springplank
King Crimson mag dan – beschamend genoeg – schitteren door afwezigheid in de Rock & Roll Hall Of Fame, maar de invloed van Fripp en zijn steeds wisselende medemuzikanten is natuurlijk gigantisch. Niet alleen vanwege de muziek zelf, die latere mega-acts als Rush en Tool inspireerde, maar ook omdat de band voor verschillende ex-leden een soort springplank was naar wereldsucces. Zo doken zingende bassisten Greg Lake, Boz Burrell en John Wetton later op in respectievelijk ELP, Bad Company en Asia, al lieten zij hun belangrijkste muzikale prestaties wellicht al horen bij King Crimson.
Aan Jakko Jakszyk vanavond de eer om de door hen zo karakteristiek gezongen partijen eigen te maken en dat doet hij prima, al verzuipt hij vocaal af en toe in het vele instrumentale geweld om hem heen. De ‘frontman’ (al is daar in deze opzet dus niet echt sprake van) zorgt er mede voor dat bloedmooie stukken als The Court Of The Crimson King en Epitaph doordringen tot in de ziel en dat ook selecties van relatief onderbelichte albums als Lizard (1970) en Islands (1971) waardige uitvoeringen krijgen. Enkel zijn poging om melodie aan te brengen in de oorspronkelijk door Adrian Belew gesproken delen van het heerlijk lawaaiige Indiscipline komt niet echt uit de verf, maar daar staat wel een adembenemend samenspel tussen de drie drummers tegenover. Tony Levin haalt er op zijn beurt regelmatig zijn vertrouwde ‘Chapman stick’ bij en bewijst zich vanavond nog maar eens een van de meest herkenbare en inventieve bassisten ter wereld.
‘One more red nightmare’
En Robert Fripp zelf? Tegen het einde laat de naar verluidt dictatoriale bandleider zich ook van zijn sympathieke kant zien door iedereen een kort fotomoment te gunnen, terwijl hij zelf de camera van zijn mobiele telefoon op het publiek richt. De man doet verder geen enkele poging om meer aandacht naar zich toe te trekken dan de zeven andere muzikanten op het podium, maar zijn unieke gitaarsound vormt natuurlijk wel een onmisbaar onderdeel van het typische King Crimson-geluid. Zo ook tijdens de toegift. Klassieker 21st Century Schizoid Man blijft vanavond achterwege en in plaats daarvan kleurt de zaal toepasselijk rood voor Starless, de knap opgebouwde afsluiter van het album Red (1974). Om zo’n muzikaal kunstwerk in een zaal als deze tot leven te horen komen, is een ervaring om eeuwig te koesteren. Drie uur na de melige openingsaankondiging eindigt de avond dus met ‘one more red nightmare’, zoals Jakszyk eerder al zong. En wat een prachtige nachtmerrie was het.
King Crimson in het Concertgebouw, Amsterdam
Gezien op vrijdag 13 juli 2018
Foto King Crimson in 2017: David Singleton
20 Reacties
Meer oorverdovend dan adembenemend. Volgens mij is een bezoek van de man achter het mengpaneel aan een KNO arts dringend noodzakelijk maar waarschijnlijk te laat. Een volume wat in de Arena misschien op zijn plaats is maar in het intieme concertgebouw ridicuul. Wat mij betreft verzandend in een grote bak teringherrie en reden om na een half uurtje naar het belendende Vondelpark te gaan om een permanente gehoorbeschadiging te voorkomen. Zonde van het geld.
Hayes and ABBA sound more like your thing. ABBA is still alive, and getting together again. Suggest you hurry and get tickets.
Does this dignify an answer? Not really. Usually poor musicians hide behind noise. I know the Crimsonians are brilliant, so that’cannot be the problem. Must be a deaf sound engineer then.
As for your ABBA comment – don’t be a child.
Ik heb ook niet de volle ervaring kunnen genieten door de afwezigheid van enig besef van de akoestische eigenschappen van het concertgebouw bij de sound engineer. Hoewel de bas 40% van het geluid was kon ik geen C van een E onderscheiden; één grote brom. De blaaspartijen verdronken en zonder oordoppen was er geen muziek maar slechts herrie. Ik hoop straks in de gemixte live opnamen te kunnen horen wat ze de afgelopen twee avonden eigenlijk gespeeld hebben.
Alhoewel ikzelf in de zaal zat en de eerdere reacties wellicht afkomstig zijn van mensen op de balkons waar het aantal decibels hoger schijnt te hebben gelegen, kan ik met hun conclusies niet eens zijn: het concert was buitenaards goed, en ik (zelf muzikant) heb alle Crimsoniaanse 11- en 13-tels ingewikkeldheden moeiteloos kunnen volgen en ervan genoten. Ik ben heel blij dat ik de kans had.
Bete Jan, ik zat twee stoelen achter de man met het mengpaneel, niet op het balkon. Alle Crimsoniaanse ingewikkeldheden ten spijt, het was een grote brij van herrie waarbij zang en blaas wanhopig hun best deden om ook hoorbaar te zijn. Tevergeefs.
Beste Jan, ik zat twee stoelen achter de man met het mengpaneel, niet op het balkon. Alle Crimsoniaanse ingewikkeldheden ten spijt, het was een grote brij van herrie waarbij zang en blaas wanhopig hun best deden om ook hoorbaar te zijn. Tevergeefs.
Oké Piet, wellicht hebben ik en mijn gezelschap dan wat geluk gehad met onze plaatsen in ongeveer het midden van de zaal, waar de vertraagde reflecties van de zaalwanden elkaar ophieven. Ik onderschrijf natuurlijk je mening over geluidsmannen die obsessief met uitsluitend maximaal volume bezig zijn, de ziekte van deze ongenuanceerde tijd, en ik weet uit ervaring dat je een ‘klassieke’ zaal anders moet aanpakken dan bijvoorbeeld een openluchtpodium. Vermoedelijk zat jij daar achterin op een plek waar de zaalreflecties zich ophoopten, en wat een pech dan … want wat op het podium plaatsvond was werkelijk magistraal. Volgende keer heb je hopelijk meer geluk!
Na 45 jaar terug in het concertgebouw te Amsterdam. 300 km gereden voor een verpletterende set van het 8-hoofdige beast!The King lives forever!
Fantastisch concert, maar ook snoeihard.
Een ietwat ambivalente ervaring, de 14 juli 2018 in het A’damse concertgebouw…..
Ik ga mee met Piet en Etienne wat betreft de ‘wall of sound’ (niet refererend naar Spector). “A wall tumbling down on you, crushing…”
Ja, ik heb deels genoten: omdat het King Crimson was, en dan is er de verwachting, haast ‘verplichting’ dát het goed moet zijn. Dat vraagt je investering van bijna 100 euro van je. En ja, de intensiteit en soms passie waren aanwezig. En bij tijd en wijle was het ook ‘hoorbaar’ goed. Vooral in de tweede helft en bij de rustiger nummers.
Helaas: ik had zó graag Tony’s talent op de stick willen horen… Ik had zo graag op tijd bij enkele liederen willen horen om welk nummer het ging.En ja, ik heb meermalen mijn vingers licht in de oren gestoken om beschadiging tegen te gaan en om het onderscheid van brei-elementen te kunnen doen…
En ja, ik zat beneden in de zaal, halverwege, wat rechts van het podium (er naar kijkend).
Ik ben blij dat ik de ervaring heb gehad, met een 90% score op visueel genot (doelend op de intensiteit en passie van enkele bandleden) en 40% score aan genot van het geluid. Dat alles uiteindelijk geslaagd was (lees: móet zijn) is vanwege dwingende factoren: het gebeuren kostte bijna 100 euro; het is wellicht het laatst wat we van KC zullen zien; ik heb Fripp en Levin live gezien (yay!). En het belangrijkst: het was en is en blijft wel King *#%* Crimson…. In spite of all…
Het geluid was linksvoor (zaterdag) in het begin matig gebalanceerd. Later werd dat beter. Ik vond het nooit te hard, mag zag anderen vingers in oren stoppen. Magistraal concert, met geweldige uitvoeringen van o.a. Islands. Indiscipline was een vreselijke mispeer, maar gelukkig de enige …
Ik ben in de pauze mijn beklag gaan doen bij de geluidstechnicus achter het mengpaneel. Dialoog 1: ‘Excuse me, but for this band in this venue teh soind is much and much too loud; one cannot hear a word of the singer and bass and drums are just one big blurr!?’ Antwoord: ‘Oh yes, but well, you know this is a theater for a philharmonic.’ ‘Well adapt the volume then!’ De man keek me glazig aan. Niet gerustgesteld schoot ik bij het podium iemand anders aan, die bevestigde dat ook hij bij de band hoorde. Dialoog 2: ‘Will you please tell Mr. Fripp that this is much and much too loud?’ ‘I already did.’ Oh? Well what did he say?’ ‘He said: “I will tell my sound-engineer”.’
Ik geloofde de man, maar weet zeker dat Fripp niets tegen zijn technicus gezegd heeft want ook na de pauze was het onbeschoft hard; een schandaal in 2018 en helemaal voor deze perfectionistische bandleider. Minachting voor zijn publiek, dat was het.
Ik had me erg verheugd op deze misschien wel laatste kans om het legendarische King Crimson te zien. Wat een totale afknapper helaas. Niets ten nadele van de band, ik meen te horen en te zien dat ze er zin in hadden en er scheen volop geïmproviseerd te worden. Meen en scheen…wat een beroerd geluid. Natuurlijk weet iedereen dat je in het Concertgebouw rekening hebt te houden met de akoestiek en ik ging ervan uit dat een band als KC als geen ander hier op in zou zou spelen. Niets bleek minder waar. Het oogde zeer avontuurlijk maar 3 fantastische drummers full on en vooraan op het podium, een bijna anti rock&roll enscenering, geen belachelijke poespas met rook, strobo’s of videowalls en een let the music do the talking attitude ten spijt… het klonk nergens naar. Een band van deze status verdiend een F.O.H mixer met een IQ boven die van een baviaan.
Ik vond het niet eens zozeer te hard maar vooral het totale gebrek aan definitie en de belachelijke manier van versterking uit het jaar nul zorgde ervoor dat ik al na een uur afdroop. Ik heb zelden zo gebaald. Zet ze dan neer in een geschikte zaal of zorg voor net zoveel inventiviteit bij de soundengineer als aanwezig bij de kerels op het podium.
Het gros van het publiek en de meeste recensenten vonden het blijkbaar allemaal prachtig, misschien ben ik teveel verwend. Kan zijn, ik werk bij een poppodium en zie veel shows, kans dat je blase wordt zit er dan misschien in. Aan de andere kant, bij een rauw punkbandje stap ik er makkelijker overheen, bij deze wonderschone en spannende muziek is een goede sound nu eenmaal essentieel, lijkt me.
adri karsenberg
Omdat ik standaard afgemeten oordoppen mee heb, heb ik mede daardoor zeer genoten heb van een zinderend concert. Een hoogte punt uit de vele concerten die ik heb mogen aanschouwen. Een oproep aan een ieder zonder oordoppen: voor zo’n 150 euro heb je de beste aankoop die je kan maken. Met de speciale muziekfilters klinken de meeste te harde concerten ineens wel erg goed. Ik begrijp niet dat zoveel mensen zonder deze doppen in een zaal zitten.
Groet van Erwin
Ik was op beide avonden aanwezig. Ik herken wel het een en ander. Je zou verwachten dat het geluid in de buurt van de geluidsman(men) beter is dan bijv. voorin waar ik zat: Vrijdag op rij 4 in het midden en zaterdag op rij 6 net iets uit het midden. Vrijdag was het soms net te hard doordat de 3 drummers een behoorlijke geluidswal opwierpen, de bassist te hard stond en de sax en Fripp te zacht. Ook had Fripp duidelijk zichtbaar problemen met zijn geluid maar besloot zich er niet door te laten afleiden. Na de pauze klonk het al een stuk beter maar nog zeker niet in balans. Wel was het geluid in zijn geheel genomen kraakhelder.
Zaterdag een duidelijke verbetering t.o.v. vrijdag: Hard maar zuiver en helder, al had ik beter geluid verwacht van het Concertgebouw. Het geluid in Utrecht Vredenburg in 2015 was zeker beter, deze 2 avonden in Amsterdam waren de betere concerten. Een duidelijk gegroeid King Crimson in deze incarnatie: Plezier, veelzijdigheid, vrijheid, virtuositeit. Het was een verpletterende en adembenemende show, om nooit te vergeten!
Eerlijk gezegd was ik al een beetje bang dat het nogal noisy zou zijn. Er circuleren met deze bezetting inmiddels wel een aantal video’s op YouTube waar je wel uit op kan maken dat het volume op max staat. Super jammer en ook onbegrijpelijk. Je zou denken dat je als soundengineer in deze toch “heilige muziektempel” tot het uiterste gaat om een sublieme en subtiele sound met veel dynamiek (des KC’s) neer te zetten. Het Concertgebouw staat ook nog eens bekend om de fantastische akoestiek. Kennelijk niet besteed aan de geluidsman. Gemiste kans lijkt me.
Compliment voor de recensie trouwens!
Probably the best live concert I ever attended. You had to know the music before you came. My high school music teacher used to say: you can tell the difference between classical music (she meant Bach, Beethoven, etc.) and popular music (e.g. Hazes, ABBA), because you either like popular music immediately or you don’t. Classical music takes personal investment. You need not just to hear the same piece of music several times, but you need to fully concentrate and learn its beauty. King Crimson is like her latter requirement for classical music: you need to hear it several times, and actively invest to understand and appreciate it. It takes work. Once you do, you take off into space in awe, and it may take weeks to come down from the cloud of utter bliss of absorbing the music of King Crimson. I am still not quite back on my two feet.
Met drie drummers en een Melotron kan je best wat harde geluiden verwachten. Ondanks dat, kwam de Sax ook goed door. Vijftig jaar geleden had ik King Crimson eerder gehoord, en zoals een goede wijn, zijn ze met tijd nog beter op geworden. Een adembenemende performance, gezien de toegift die afgedrongen werd, en de vele hoofd-knikken van het publiek tijdens het spelen. Zeer professionele musici met een heel aparte geluid. De hele reis naar huis heb ik nagenoten. ZEER de moeite waard. Oordoppen zijn NIET nodig.
45 jaar eerder kon je gewoon naar de rand van het podium lopen en foto’s maken. Die heb ik nog. Goeie ouwe tijd. Dat jon nog zonder oordoppen. Het concert in Vredenburg 10 jaar later niet, dat deed gewoon zeer.