Het was dus inderdaad bloedheet, deze eerste Pinkpop-editie in drie jaar. Wie de helse ontberingen trotseerde om de hemelse muziek te bewonderen, beleefde echter weer een editie zoals Pinkpop bedoeld is. Klassieke acts voor de ouderen en nieuwe pop voor de jongeren, waar zowel mainstream liefhebbers als alternatievelingen naar hun smaak werden bediend. Met twee legendarische slotacts op bloedhete dagen: Metallica en Pearl Jam. Een rockende vrijdag, wat inzakmomentjes op de zaterdag en een heerlijk zorgeloze zondag die een ietwat eigenaardig einde beleefde met de rockende therapiesessie van Imagine Dragons.
Wanneer ik me in een stoet van Metallica-shirts, uiteenlopende hoofddeksels en korte broeken naar het terrein beweeg, is het meteen duidelijk: tijdens Pinkpop 2022 is het ontzettend druk, zoals vanouds. Zelfs wanneer de eerste act op de South Stage – het opzwepende My Baby – pas net begonnen is, is het terrein al helemaal volgestroomd met mensen. En er moeten er nog veel meer bij.
En wat is het vreselijk warm! Ik had de hardnekkige hoop dat er meer schaduwplekken zouden zijn opgezet op de kale festivalweide, maar helaas. Wel had de organisatie meer drinkwaterplekken beloofd. Ook dat gaat op z’n zachtst gezegd niet soepel. Bij de aanwezige waterstands staan rijen van maar liefst drie kwartier tot een uur. Op de website stond vermeld dat je geen eigen waterfles mee naar binnen mocht nemen. Wel zijn er waterzakken te koop, voor 1,5 munt… En een miniflesje zonnebrand kost maar liefst vier euro. Dat valt met deze temperaturen niet uit te leggen.
Vandaag heeft de organisatie besloten mensen toch hun eigen flesje te laten houden. Die vullen ze bij de wc’s, waar met grote aanplakbiljetten ‘GEEN DRINKWATER’ staat aangegeven. Een paar uur later zijn die vervangen door ‘DRINKWATER’ en roept het festival enthousiast om dat er extra waterplekken bij zijn gekomen. Het water smaakt nog exact hetzelfde. Maar goed, genoeg gemopperd. Met hoed, sjaal en zonnebrand factor 50 waagde LFL zich toch op de festivalweide, waar dit jaar aan weerszijden twee grote podia geplaatst zijn. Op de South Stage en IBA Parkstad Stage wisselen bands elkaar af, zodat het publiek zich amper hoeft te verplaatsen om niks van de grootste acts van het weekend te missen. En dat zijn er nogal wat: de line-up van Pinkpop puilt uit.
Danny Vera (vrijdag, South Stage)
Hij wordt al aangekondigd door Floor Jansen, die met haar soloshow een eh… laten we het ‘een eclectisch feest van herkenning’ noemen neerzet op de IBA Parkstad Stage. Net als de Nightwish- en voormalig After Forever-zangeres is ook Danny Vera een alumnus van de Rockacademie in Tilburg. De zanger legt de nostalgie er dik bovenop met zijn roze pak, vetkuif en een paars satijnen doek achter het podium. En dan hebben we het nog niet eens over de muziek gehad. Vera (die geboren werd als Polfliet) speelt een mix van allerlei oude genres: Americana, retropop en gospel. Zijn band staat als een huis, maar de muziek zelf mist op de vroege festivalmiddag de kracht om het publiek bij de les te houden. Bij Roller Coaster is het wel ineens heel even stil op de weide. Telefoons komen tevoorschijn en bij het refrein wordt uit volle borst meegezongen. [EdG]
IDLES (vrijdag, IBA Parkstad Stage)
Nee, voor meer muzikale pit moeten de rockers onder het publiek even verder kijken. Naar de punkers van IDLES bijvoorbeeld. Zij maken een kolkende bende van het al oververhitte terrein. Ongeveer tien seconden vraag ik me af of de frontman te veel van zijn publiek vraagt als hij roept om een moshpit, maar die ontstaat onmiddellijk. En de band crowdsurft daar weer vrolijk overheen.
Frontman Joe Talbot scandeert zijn linkse teksten vol vuur en draagt een song op aan de immigranten die ons land en zijn land (het Verenigd Koninkrijk) zo groot hebben gemaakt. Hij heeft voor de gelegenheid het woordje ‘dankjewel’ geleerd en laat dat graag horen. Vuisten gaan de lucht in, de moshpit blijft de hele show lang bestaan en de billen worden geschud – oké, vooruit: vooral die van de zanger zelf. Hij meent dat Nederland een fantastische plek is omdat we zo openstaan voor nieuwe muziek en nieuwe ideeën. Hmm. We laten hem graag in die waan! De gitarist van de band draagt een witte jurk met bloemetjesmotief en daar wordt toch wat onwennig op gereageerd door de Nederlanders op het festival. [EdG]
Nightwish (vrijdag, South Stage)
De Finse symfonische metalband is op het thuisfront van Floor Jansen beland, zoveel is duidelijk. Sinds 2012 staat de zangeres aan de zijde van ‘haar’ Finse mannen en het is inmiddels wel duidelijk dat ze de gedroomde frontvrouw van de band is. Nightwish begint de show met een knal – letterlijk. De band zet de vuurshow regelmatig in. “Het ruikt hier naar gebakken Finnen, jongens!”, grapt Jansen. Zouden ze haar kunnen verstaan? Tijdens haar soloshow speelde ze nog in een lichtroze pak, maar dat heeft ze voor de gelegenheid ingewisseld voor een meer gothic outfit: veel leer, veel zwart en een prachtig korset.
De schermen aan weerszijden van het podium laten het afweten, maar verder is de show rondweg spectaculair: superstrak gespeeld en gezongen en de songs van het inmiddels niet meer zo nieuwe album Human. :||: Nature. komen uitstekend uit de verf. Ook Jansen merkt op dat de voorste rijen bij Nightwish ingenomen worden door Metallica-fans. “Die Metallica-jongens doen zichzelf wel wat aan zeg, godsakke!”, roept ze, doelend op de hitte. [EdG]
Greta Van Fleet (vrijdag, IBA Parkstad Stage)
Jammer dat de band ervoor heeft gekozen om de show in zwart-witte camerabeelden op de schermen af te laten spelen, want de vier jongens en hun decor zijn bijzonder kleurrijk. Vooral zanger Josh Kiszka is een echte paradijsvogel in seventies-stijl met zijn gouden jumpsuit vol glitterende pailletten. Ook Greta Van Fleet heeft een hoge retrofactor – de vergelijking met Led Zeppelin is nooit ver weg, wat de wat oudere Pinkpop-gangers vast kan bekoren – maar desondanks is het publiek dat vooraan staat erg jong. De songs zitten prima in elkaar en de frontman houdt de aandacht er gemakkelijk bij (ondanks het feit dat hij weinig contact maakt met het publiek), maar de echte ster is zijn broer Jake, die de meest imposante gitaarsolo’s speelt alsof het niks is. [EdG]
Sylvie Kreusch (vrijdag, Stage 4)
Wanneer die vermaledijde zon eindelijk van het festivalterrein verdwenen is, verschijnt er verstopt op de kleine Stage 4 een Belgische schone op het podium. Ze heeft concurrentie van de populaire jonge band Nothing But Thieves én Metallica, dat meteen na haar show begint. Een ondankbaar tijdsslot, en dat voor een van de beste entertainers van de dag. Sylvie Kreusch weet namelijk precies hoe ze haar publiek moet inpakken.
Van top tot teen gehuld in een hoog gesloten felroze jurk paradeert ze over het podium. Af en toe gunt ze de joelende mannen een glimp van de blote dijen die boven haar zwarte kaplaarzen uitkomen. Ze zingt haar psychedelische popsongs schijnbaar achteloos, alsof het haar allesbehalve moeite kost, net zo goed als op haar solodebuut Montbray. Ook hier geholpen door een flinke dosis galm. Er wordt met Belgische vlaggen gezwaaid en eentje belandt op het podium, waar Kreusch ermee aan de haal gaat. De mannen fluiten, de vrouwen dansen: Sylvie is een rasentertainer die een veel groter publiek verdient. [EdG]
Metallica (vrijdag, South Stage)
De festivalweide staat als vanouds propvol, al lang voordat Metallica moet beginnen. De band start ‘fashionably late’ (een kwartier later dan gepland), maar stelt verder niet teleur. Het is een zekerheidje: de mannen geven precies wat je van ze verwacht en van ze hoopt: een superstrakke show vol ‘hits’ en lievelingen van de fans. Alhoewel, een paar weken eerder gebeurde er toch iets geks. Kirk Hammett maakte een potje van het Nothing Else Matters-intro, volgens de gitarist was hij even afgeleid. De band schrapte de crowdpleaser prompt van de setlist. Ook op Pinkpop wordt ‘ie niet gespeeld.
Er is nog een verandering: Enter Sandman wordt niet als afsluiter gespeeld, maar heel vroeg in de set al en zorgt daarmee voor de eerste vlaag van herkenning op het veld. Om me heen gaan jonge meiden en jongens uit hun dak. Dikke kans dat zij door de coronalockdowns nog nooit een Metallica-show mee konden maken. Voor de Pinkpop-veteranen is de metalband een oude bekende, want de groep was in 2008 en 2014 ook al headliner van het festival. Voor de tieners en begin-twintigers is het allemaal wél nieuw en ze vinden het prachtig. Als afsluiting worden ze getrakteerd op One en Master Of Puppets, en uiteraard een hoop vuurwerk. Zo eindigt de eerste Pinkpop-dag in stijl. [EdG]
Crowded House (zaterdag, South Stage)
Roodverbrand trotseert de massa weer moedig het terrein voor de zaterdag. Vandaag wacht ons opnieuw een mooie mix van klassieke oudgedienden en jong bloed, waarin zowel dochters als vaders iets van hun gading kunnen vinden. In die laatste categorie vinden we Crowded House. Een fijne act voor de lome middag: de vele evergreens van de Australiërs zijn immers vooral fijne luisterliedjes. Weather With You en Don’t Dream It’s Over zijn een fijn muzikaal decor om niet bij oververhit te raken. Ook Neil Finn en zijn mannen doen het rustig aan. Ze spelen kundig, maar met een zorgeloosheid die uitstraalt dat ze er toch ook vooral voor hun eigen plezier staan. [MD]
Courtney Barnett (zaterdag, Tent Stage)
Waar het ook goed schuilen is: in de schaduw bij Courtney Barnett in de tent stage. De vele liggende en slapende mensen achterin vormen een aandoenlijk aanzicht. Zouden ze voor Barnett komen, of toch vooral voor de schaarse schaduw? Vermoedelijk een beetje van beide, want Barnett speelt heerlijk. Samen met haar band klinkt ze nonchalant maar rauw. Soms stevig, dan weer terug naar een fijn laid-back Britpop-sfeertje. Ook de momentjes van meerstemmige zang werken goed. Dromerig, dan weer uithalend met sterke poppunk-songs als Pedestrian At Best en Nobody Really Cares If You Don’t Go To The Party. De afwisselende set is een van de fijnere momenten op de zaterdag. “You’re a lovely crowd”, zegt ze vriendelijk. Ze lijkt het te menen. [MD]
Kaleo (zaterdag, South Stage)
Rug tegen rug met Barnett is ook Chef’Special intussen goed bezig. De inmiddels beproefde festivalact laat de weide zinderen en krijgt tot ver achteraan de handen mee de lucht in. Na hun opzwepende mix van elke stijl die dansbaar is, is de omschakeling naar Kaleo even wennen. Je zou gokken dat ze uit de zuidelijke VS komen, maar deze club komt toch echt uit IJsland. Southern bluesrock, met een vleug post-grunge in de stem van Jökull Júlíusson en – waarom ook niet – twee soulzangeressen. Best aardig, maar zeker niet meer dan dat. In plaats van de eigenzinnigheid die veel IJslandse muzikanten kenmerkt, komt Kaleo wat geforceerd en weinig authentiek over. Het publiek ligt er gelaten bij, soms op geïmproviseerde schaduwplekjes. De energie mist in de muziek, maar voor echt losgaan is het toch te warm. [MD]
Deftones (zaterdag, IBA Parkstad Stage)
Nee, dan Deftones. Hadden we in de jaren negentig verwacht dat deze alternatieve act zo lang zou overleven? Gelukkig blijkt dat het geval, want fans van het hardere werk gaan hier wat moois beleven. Het begint wat zoekend, met een onstuimige Chino Moreno die meer over het podium rent dan optreedt. Ook bij culthit en derde song My Own Summer laat hij wat steekjes vallen, maar zodra hij zijn draai gevonden heeft, is het een waar genot. Die donker-melodische ondertonen, Gino’s onbehaaglijke gekrijs, die dreigende harde ritmes, steeds abrupt eindigend met een plotse ‘thank you’. Het fantastische Digital Bath vormt zelfs de meest intense minuten van vandaag. Misschien niet voor iedereen, want Deftones lijkt wat hard voor het mainstream Pinkpop-publiek. Vooraan hebben ze daar geen last van. De moshpit was kort maar mooi. En het is al te vaak gezegd, maar toch moet het even: wat een genot om na twee jaren zonder livemuziek eindelijk weer die dreunende bas vanuit het gras je lichaam in te voelen trillen! [MD]
Måneskin (zaterdag, South Stage)
Tijd om bij te komen krijgen we niet. Enkele seconden later nemen de Italiaanse glamrockers van Måneskin het over. Elk van de leden lijkt op toptempo te willen spelen, in een druk repertoire met een aanstekelijk vleugje hysterie. Die vliegende start vervalt echter in een wat eentoniger gedrein. Ook de weinig pakkende covers, o.a. Iggy’s I Wanna Be Your Dog, zorgen ervoor dat de verveling langzaam toesluipt. Het scheelt dat vooral Damiano David de boel weet op te leuken met zijn theatrale podiumstreken. “Staat ‘ie daar nou in zijn onderbroek?” [MD]
Royal Blood (zaterdag, IBA Parkstad Stage)
“Good lord, there’s a lot of people”, merkt Royal Blood op. En inderdaad: nu de ergste hitte achter de rug is en steeds minder bezoekers op de camping schuilen, wordt het drukke terrein wat intimiderend. Zitplaatsen zijn schaars. Schaduw ook. Met weinig plekken waar je even kunt vluchten voor de drukte of harde muziek. Tussen de acts op beide hoofdpodia zit bovendien geen minuutje respijt. De ene act is nog nauwelijks uitgezwaaid of achter je rug gaat de volgende los.
De muziek zal ons op de been moeten houden. En dat lukt op de vroege avond maar net. Tot zover heeft de zaterdag nog geen act gehad die het hele veld van voor tot achter aan het juichen kreeg. Royal Blood speelt een aardige set, door de dansbare rock van Måneskin voort te zetten. Toch krijgen ze de massa maar moeilijk mee. Een tandje langzamer dan Måneskin, met wat stiltes, inclusief een redelijk saaie drumsolo en effect-trucages waarbij je veel afgepeigerde gezichten vooral vragend ziet kijken wat ze daar eigenlijk aan het doen zijn. Het publiek zit er gelaten bij, terwijl velen alvast aan de overzijde een plek zoeken voor Pearl Jam. De vrijwel totale stilte in het veld na Royal Blood is wat pijnlijk. En ook niet helemaal terecht, want ondanks alles hadden ze best een bescheiden applausje verdiend. [MD]
Pearl Jam (South Stage)
En dan de act waar velen voor gekomen zijn: Pearl Jam! Maar eerst staan we stil bij Mister Pinkpop Jan Smeets, die een ontroerend eerbetoon krijgt vanaf het podium. Een mooi moment, waarop Pinkpop even voelt als één grote familie. “Jantje bedankt!”
Dave Grohl heeft de officieuze titel van ‘the nicest guy in rock & roll’, maar eigenlijk zou Eddie Vedder die eer moeten toekomen. Na een overweldigende start met Even Flow leest de frontman in aandoenlijk slecht Nederlands vanaf een blaadje hoe mooi hij het vindt om hier weer te staan, na dertig jaar en tien dagen. Zijn gegroefde gezicht is het bewijs van die vele jaren, maar muzikaal klinkt Pearl Jam alsof ze onsterfelijk zijn. Mike McCready’s solo’s en Vedders onverminderd krachtige uithalen wekken elke song prachtig tot leven. En wat een nummers hebben ze toch om uit te putten: Given To Fly, Daughter, Jeremy, Why Go Home, Comfortably Numb… Die laatste is natuurlijk van Pink Floyd, maar gezien de extatische uitvoering mogen we blij zijn dat ze ook deze klassieker even leenden. Hier en daar duikt een recentere song op, maar er is duidelijk vooral gekozen voor een nostalgische setlist.
En het knapste is niet zozeer dat Pearl Jam met ongekende bezieling en energie speelt. De grootste act van Pinkpop 2022 weet ook de massale weide klein te maken, door op gelijke voet met het publiek te blijven en de sfeer intiem en menselijk te maken. Vedder is gewoon een oprechte lieve vent. Dat blijkt uit de verhalen die hij vertelt, zoals over zijn overleden vriend die een muziekwinkel had. Om vervolgens voor hem een nummer te spelen op een ukelele die hij ooit van hem kocht. “He would have loved that an instrument this small would be played for a crowd this big.” Ook blikt hij – samen met de kraanmachinist – terug op zijn befaamde sprong tijdens Pinkpop 1992. Vedders persoonlijkheid is ook waarom gevoelige songs als Better Man zo raak zijn. Alleen jammer dat al dat moois twintig minuten korter duurt dan gepland. Slotnummer Alive echoot nog eventjes na uit de kelen van het publiek, dat zojuist een band zag optreden die we inmiddels duidelijk legendarisch kunnen noemen. [MD]
Regen is gewoonlijk geen welkome gast. Maar de druppels die deze vroege festivalzondag op de tent klateren, komen als een geschenk uit de hemel. De laatste Pinkpop-dag hebben we eindelijk het soort weer dat wél ergens op slaat. Zonnig, met een verkoelend briesje. De zondag wordt extra fijn omdat veel acts die op papier misschien weinig beloven, zichzelf overtreffen.
Navarone (zondag, Tent Stage)
Dag drie is ook de meest familievriendelijke, met populaire acts onder de jongere generatie, zoals Zara Larsson en toch ook slotact Imagine Dragons. Rockfans trappen af met Navarone. En dat is een verrassend goed begin. Drie gitaristen, vierstemmige zang, een briljante saxofoonsolo als extraatje. De Nijmegenaren pakken groots uit. De nog matig gevulde tent begroet het enthousiast. Overrompelend gitaarwerk in Cerberus en zanger Merijn die elke song met een ontwapenend enthousiasme brengt. Navarone draait natuurlijk al lang mee, ver voordat ze een fenomeentje werden met X-Factor. Maar de groei is er nog niet uit. Mooi om te zien dat Navarone duidelijk gretig is om hun muzikaal talent te blijven ontwikkelen. We zijn niet voor niets vroeg uit de tent gekropen. [MD]
Turnstile (zondag, IBA Parkstad Stage)
Terwijl Maan haar zoetsappige pop speelt op het hoofdpodium, kunnen gitaarliefhebbers even zien hoe Dead Poet Society de eerste stapjes op de festivalweides zet. Dat pakt verrassend lekker uit. Een goede opwarmer voor Turnstile, dat ook wel van doorrammen houdt. En ook nu weer blijkt dat de namen die niet direct publiekstrekkers zijn de dag weten te plukken. Een bijzondere mix van punk, metal en een vleug indierock, die de aandacht pakt door veel onverwachte wendingen te nemen. Soms weet je even niet of je nu naar dromerige poprock luistert of naar agressieve hardcore. En toch zit het allemaal logisch in elkaar. [MD]
Ziggy Marley (zondag, South Stage)
En zo ontvouwt de zondag zich langzaam tot een zeer aangename slotdag. Geen lange rijen voor drinkwater, een fijn briesje: zomer zoals de zomer bedoeld is. Het enige wat nog mist voor een perfecte dag is: reggae! Liggend in het gras tijdens Ziggy Marleys Tribute To His Father, voelt de dag dan ook eventjes perfect. Toch bijzonder: weinigen zullen hun ticket hebben gekocht omdat Ziggy op het affiche stond. Maar dit soort breed gewaardeerde ‘tussendoortjes’ zorgen wel voor de gezelligste momenten. Beetje zitten, beetje drinken, beetje heupwiegen. Het leven is goed op een festivalterrein. [MD]
Inhaler (zondag, Tent Stage)
Vervolgens mag het publiek zich weer verdelen naar smaak: Zara Larsson voor de tieners, Hang Youth voor wie nog meer zondagse punk wil, of Inhaler voor fans van dromerige Britpop-maar-dan-Iers. Die laatste speelt een aardige show in een goed gevulde tent, want velen zullen op deze vaderdag toch even willen kijken wat de zoon van Bono te bieden heeft. De gitaar galmt, Elijah Hewson klaagt: ‘Why does it hurt me so much?’. Het wordt overtuigend uitgevoerd, maar tussen de vele genregenoten is Inhaler niet veel nieuws onder de zon. [MD]
De Staat (zondag, South Stage)
Tijd voor de indierockband die uit zijn krachten is gegroeid tot festivallieveling: De Staat. Het veld puilt uit, want De Staat belooft altijd een indrukwekkende beleving. En de mannen stellen niet teleur. Nieuwe song Who’s Gonna Be The GOAT is een verdere verfijning van dat niet te peilen stijltje van ze. Met maar één doel: met minimale middelen maximaal opzwepend zijn. En het werkt. Net als die (gespeeld?) arrogante houding van Torre Florim op het podium. Over nieuw nummer Head On The Block: “Dit is een dansnummer, dus als je niet danst dan ben je een klootzak!” En als vliegen op stroop rennen de fanatici onder het publiek naar de immense circle pit die uiteraard ontstaat bij afsluiter Witch Doctor. [MD]
Interpol (zondag, Tent Stage)
Nog steeds niet stuk te krijgen is Interpol, dat met donker-warme gitaar en lage bas voor mysterie zorgt in de tent stage. Daar is nog aardig wat ruimte over, maar aan de performance ligt dat niet. Kil en koel zingt Paul Banks een dwarsdoorsnede van het oeuvre. Ze blijven dicht bij hun formule, maar wie die kan waarderen, beleeft hier mooie tijden. All The Rage Back Home en Rest My Chemistry zijn slechts een paar van de ijzersterke songs die live alleen maar meer impact krijgen. [MD]
Nile Rodgers & Chic (zondag, South Stage)
Snel de tent uit, want eenmaal buiten wacht ons nog zo’n onverwacht geluksmoment. Nile Rodgers & Chic brengen met hoorbaar speelplezier een disco-revival naar Landgraaf. De disco die ze nota bene zelf tot leven hebben gewekt met decennia aan hits. Pinkoppers houden van die hits en dansen in de zon. Geen verrassingen, geen bewijsdwang of artistiek gedoe, maar gewoon heel erg fijn dansen in de buitenlucht. Loop rond door de massa en proef de gemoedelijkheid. [MD]
Volbeat (zondag, IBA Parkstad Stage)
Wat zullen die discoliefhebbers zich rotgeschrokken zijn, toen nog geen tien seconden na het einde plots Volbeat met volle overgave erin klapte. Het zet je te denken of er voortaan niet even een kwartiertje pauze tussen de acts op de hoofdpodia moet komen. Gewoon om even alles te laten bezinken en je voor te bereiden op de volgende band. Het valt wat rauw op het dak, maar Volbeat maakt indruk met hun steroïdenmetal en een vleugje glam. Indrukwekkend, maar niet per se meeslepend. Misschien omdat het ook allemaal ‘too much’ is: van begin tot eind op vol gas. [MD]
Imagine Dragons (zondag, South Stage)
Daarna wordt het spannend, want de afsluiter van dag drie is toch een iets grotere gok. Bij Metallica en Pearl Jam kunnen we erop vertrouwen dat ze een waardig slot bieden. Gaat Imagine Dragons dat ook lukken met hun bombastische pop? Dat lijkt aanvankelijk helemaal goed te komen met Believer. Aan bezieling ook geen gebrek: zanger Dan Reynolds geeft zich volledig over in zijn vocalen en podiumbeweging. Hij is sowieso niet de persoon die het leven lichtzinnig opvat. Regelmatig spreekt hij het publiek toe over mentaal welzijn. Pinkpoppers moeten ook vooral in therapie gaan en daar geen schaamte over voelen. Het is sympathiek, maar voelt niet helemaal op zijn plaats.
Als Imagine Dragons weer vol op bombast gaat met de singles, krijgt Pinkpop echt wel het gehoopte spectaculaire slot. Het zijn echter slechts korte momenten in een wat eigenaardige performance. Daartussen krijgen we meditatieve monologen en kleine akoestische uitvoeringen die de vaart er volledig uithalen. “Have you ever felt a little lonely?”, vraagt Reynolds. Na de stilte die volgt, concludeert hij: “I guess not tonight.” Dit is inderdaad niet de avond voor zulke overpeinzingen. Of misschien is Imagine Dragons niet de band voor deze avond.
Het venijn zat dan ook niet in de staart op deze fijne derde dag , die in veel opzichten het tegenovergestelde patroon van de zaterdag volgde. De zaterdag voelde vrijwel als een lang voorprogramma van een briljant slot. De zondag bood vele kortstondige hoogtepuntjes, onverwachte mooie momenten, om met een sisser te eindigen. [MD]
Pinkpop 2022
Gezien op 17, 18 en 19 juni
Foto’s door Mitchell Giebels
0 Reacties