Rival Sons staat bekend om zijn onvervalste ouderwetse rock & roll. De band wordt steevast vergeleken met grootheden als Led Zeppelin, in wie ze overigens enorme fans en promoters hebben. En dat terwijl de mannen pas in 2009 hun eerste cd uitbrachten. Lust For Life spreekt zanger Jay Buchanan en gitarist Scott Holiday in de lobby van een Amsterdams designhotel over hun nieuwe album Great Western Valkyrie, stervende platenlabels, het downloadtijdperk en natuurlijk rock & roll.
De mannen zijn net aangekomen van een promodag in Parijs en vanavond gaan ze weer door naar Berlijn. Ondanks hun vermoeiende schema zien ze er heel stijlvol en verzorgd uit: ze zouden zo uit een modeshoot gestapt kunnen zijn. Holiday’s snor zit perfect gekruld in de was en Buchanan laat trots een enorm in het zicht vallende tatoeage op zijn borst zien, waarbij hij zonder een spoor van gêne onmiddellijk zijn hele borstkas ontbloot. “Die is nieuw, nog niet helemaal genezen. Gaaf hé?” Ze zitten zichtbaar goed in hun vel en grappen over de lekkere koekjes die ze bij de koffie kregen en een bloedmooie vrouw die in het zicht van het hotelraam een scooter probeert te jatten. Als ik hen vertel voor welk blad ik schrijf, is Holiday meteen gecharmeerd. “Lust For Life, één van mijn favoriete cd’s! Hoe Iggy Pop het voor elkaar krijgt om met zó’n niet bij zijn geluid passende foto op de cover te staan, is me alleen nog steeds een raadsel.”
Als de mannen uitgepraat zijn over Iggy en zijn briljante album, vraag ik hen naar Great Western Valkyrie. Scott Holiday vertelt dat de plaat te zien is als een dubbel-lp. “De eerste helft van het album is net een A-side. Die is heel rock & roll; vurig, bondig en direct. Pressure And Time [tweede album van de band uit 2011, red.] heeft veel van diezelfde energie, maar als geheel is onze nieuwe cd niet vergelijkbaar met die plaat; die wringt zich in heel andere bochten. Het is eclectischer dan onze vorige cd Head Down, dat zeker.” De groep staat erom bekend dat ze hun albums in no-time opnemen. Dat was wederom het geval bij de nieuwe plaat. Holiday: “Het duurde ietsje langer dan een maand deze keer, maar het was precies hetzelfde proces als bij de vorige platen. We komen allemaal met ideeën, door het hele jaar heen, wanneer we thuis zijn of op tour. Meestal neem ik ze op dat moment nog niet op. Het is zoals Keith Richards ooit zei: ‘Het belangrijkste gedeelte van een nummer hoef je niet op te nemen, dat zal altijd bij je blijven’. Als we eenmaal bij elkaar komen om de cd op te nemen, is het net alsof we een show spelen.” Buchanan voegt daaraan toe: “Ik ben de man van de teksten en soms schrijf ik een heel nummer, net zoals Scott dat doet. Zo heeft iedereen zijn taak tijdens het opnemen.”
Orgels en toortsen
Op Great Western Valkyrie is heel duidelijk een ouderwets orgel aanwezig. “Het was niet de eerste keer dat we dat gebruikten”, vertelt Buchanan, “maar wel de eerste keer dat hij zo prominent te horen was. Deze keer werd hij bespeeld door mijn vriend Ikey Owens. Hij speelde eerder bij The Mars Volta en Jack White. Toevallig was hij in de buurt toen we ons album aan het opnemen waren. Het was heel spontaan, het kwam perfect uit.” Nu zullen jullie waarschijnlijk weer veel met The Doors vergeleken worden, merk ik op. “Weet je waardoor dat komt?” vraagt Holiday zichtbaar geïrriteerd. “Eén klein dingetje, genaamd het Box Continental-keyboard. Het is hetzelfde instrument dat The Doors ook gebruikte in de bekende nummers, net als miljoenen anderen dat deden. We hebben er ook één gebruikt en ja, dat klinkt natuurlijk vergelijkbaar.”
Een hedendaagse band waar de Rival Sons constant mee vergeleken wordt, is The Black Crowes. Volgens sommigen heeft de groep zelfs de toorts van de gebroeders Robinson overgenomen. Daar zijn de mannen het beslist niet mee eens. “Die toorts moet nog ergens in mijn postvakje liggen dan”, grapt Buchanan. “Ik heb ooit een aansteker van Chris Robinson gekregen. Dat zou ‘m kunnen zijn!” voegt Holiday daaraan toe. Zijn vriend vervolgt op een wat serieuzere toon: “Nee hoor, ik hou van The Black Crowes. Ze zijn heel goed. Ze begonnen in een tijd toen rock & roll opgedroogd was en ze maakten échte rockmuziek toen Guns N’ Roses en de andere hairmetalbands hot shit waren. Ze kregen het voor elkaar om desondanks heel populair te worden.” Holiday knikt instemmend. “Je kan gebruik maken van illusies zoals Guns N’ Roses of je kan een album als The Southern Harmony And Musical Companion uitbrengen, een geweldige plaat is dat. We zijn fans, maar we proberen absoluut niet hun carrière na te doen.” Buchanan wíl de toorts ook helemaal niet. “Ik wil dat we onszélf gelukkig maken. Ik wil niet de verantwoordelijkheid op me dragen om rock niet uit te laten sterven. Ik maak me daar niet zo druk om, het blijft toch wel leven. Niemand zal hem uitdoven.” Holiday voegt daaraan toe: “Als er een toorts was die doorgegeven moest worden, zou die naar een band als Blackberry Smoke moeten gaan.”
Brandend gebouw
Alhoewel het een bluesrockgroep is, heeft Rival Sons een aantal jaar geleden getekend bij metallabel Earache. Holiday legt uit hoe dat in zijn werk ging. “De eigenaar van het label heeft ons online gevolgd en ons een tijdje lastiggevallen. We hadden geen idee hoe we op een metallabel zouden passen, we spelen rock & roll! We vonden het absurd. Maar goed, hij bleef aandringen en bood ons een deal aan die we niet konden weigeren. Het bleek een fantastisch label voor ons te zijn. We kunnen er doen wat we willen. Met mijn vorige band Human Lab zat ik bij Atlantic Records”, vertelt hij. “Ik ging bij hen weg omdat ze gewoonweg slecht zijn. De hele muziekbusiness is een brandend gebouw waar iedereen uit probeert te springen, inclusief de mensen die er werken. In Europa verloopt het net iets anders dan in de VS, het gebeurt hier allemaal wat later. Ongeveer tien jaar geleden waren er op een enkele etage van het hoofdkantoor van Atlantic al meer dan honderd mensen aan het werk. Ze hadden diploma’s, goede pensioenen en reden in BMW’s. Een tijd later was de hele etage leeg; iedereen was ontslagen. En geen van de artiesten van het label kreeg nog een cd uitgebracht. Toen besloot ik op te stappen. Het mooie is, dat er sprake is van een wisseling van de wacht. De nieuwe, kleinere labels zijn ineens veel relevanter en hebben meer te zeggen. Ze zijn stabieler en groter geworden, omdat de grote labels gekrompen zijn en minder zeggenschap hebben. Het speelveld is in zekere zin geëgaliseerd.”
Downloads
Ook de door veel bands gevreesde ‘download era’ zien de mannen als een positieve verandering. “Het is absoluut een goede ontwikkeling, vooral voor nieuwe artiesten”, vindt Buchanan. “Je moet voor jezelf nagaan hoe beschikbaar je muziek is voor de gewone mens.” Holiday vervolgt: “Dat is zeker waar voor de consument; voor hen is het natuurlijk geweldig. Maar het heeft alles flink door de war gegooid voor de platenmaatschappijen. Ze waren niet voorbereid op de gevolgen van het delen van muziek door downloads, cd-rips en Spotify en dergelijke. Daarom liggen ze nu plat. Als consument ben ik het eens met Jay. Je kan de zeldzaamste muziek, waar ik vroeger járenlang naar op zoek was, nu met één druk op de knop vinden.” Buchanan bevestigt dat nogmaals. “Dat is voor mij heel wat waard. Het is één van de beste dingen die ik me voor had gesteld als kind; dat ik een gigantische muziekcollectie overal mee naartoe kon nemen op zo’n klein dingetje als een iPod. Ik had nooit verwacht dat die fantasie werkelijkheid zou worden.” Toch is er een keerzijde voor de band. “We krijgen heel weinig geld, als we überháupt al betaald worden, voor ons creatieve eigendom”, zegt de besnorde gitarist. “We verdienen ons geld met toeren. Dat is nu eenmaal hoe het gaat op dit moment. We hebben geen keuze. Het is een hele romantische, revolutionaire tijd in de muziekindustrie. Ik kan hier zitten klagen wat ik wil, maar als ik vanavond terugga naar mijn hotelkamer, download ik weer dertig nieuwe nummers. De raarste muziek, gewoon omdat het kan.”
Rival Sons speelt op woensdag 4 juni in Doornroosje, Nijmegen.
0 Reacties