Bospop had een beetje pech dit jaar: het weer wilde absoluut niet meewerken en er waren flink wat afzeggingen – waaronder twee headliners. De plek van Snow Patrol werd ingenomen door Toto, maar voor de last minute-afzegging van Sting kon natuurlijk een geen adequate vervanger meer gevonden worden. Toch werd het een heerlijk festival. Lekker zonder fratsen en zoals de organisatie zelf zegt: ouderwets gezellig.
Ook voor het Lust For Life-team is het een verademing na alle vreselijk hippe bedoeningen van festivals als Down The Rabbit Hole en Best Kept Secret: gewoon even normaal doen. Twee grote podia naast elkaar waar bands afwisselend van elkaar spelen waardoor je he-le-maal niks hoeft te missen en geen vervelende keuzes hoeft te maken, prima voorzieningen, geen gekke poespas – al is het sinds een paar jaar wat uitgebreide aanbod aan eten wel heel fijn! – gewoon ouderwets goede bands kijken. Want die zijn er in overvloed.
Vrijdag
Het festival wordt geopend door Wille And The Bandits (Rocktent), een lekker folky bluesrocktrio. De band heeft geluk: de festivalgangers zijn net bekomen van een nare onweersbui, en inmiddels is de zon net weer doorgekomen en staan er toch vrij veel mensen in de Rocktent. Zanger Wille Edwards tokkelt er lustig op los op zijn Weissenborn en zet na een paar prima eigen nummers ook een cover van Fleetwoods Macs Black Magic Woman in, die perfect bij hun stijl past. Voorzichtig worden de eerste dansjes van de dag gedaan. Met hun aanstekelijke liedjes, baslijntjes en enthousiasme weten de mannen die energie goed vast te houden de rest van de show en is hun show meteen een hoogtepunt van deze mooie Bospop-dag.
Meteen daarna wordt ook het openluchtpodium geopend door Matt Simons (Mainstage) en zijn singer-songwriterpop. Hij is een klein beetje een vreemde eend in de bijt op Bospop. Alhoewel het publiek hem een kans wil geven, rennen de meeste festivalgangers snel de Rocktent in als er halverwege de show ineens een hoosbui over het terrein raast. Voor het jonge Nederlandse trio MY BABY (Rocktent) geldt het tegenovergestelde: zij zetten met hun dancey bluesrock de tent op stelten. “Let’s dance for sunshine!” roept zangeres Cato van Dijck. Het lukt ze nog ook. De charismatische zangeres bespeelt naast haar basgitaar en blauwe viool ook het publiek met gemak.
Als James Morrison (Mainstage) het podium betreedt, is de zon helemaal doorgebroken boven het festivalterrein. De Britse singer-songwriter heeft flink beroemde fans zoals Ed Sheeran, George Ezra en Sam Smith, maar is zelf heel nuchter over zijn muziek: ‘ik was niet de beste, maar gewoon de eerste die het deed’, vertelt hij in een interview. Maar in zijn hoogtijdagen halverwege de jaren ’00 bracht hij toch zeker wel een aantal prachtliedjes uit. Naar eigen zeggen met een heel slecht kapsel. Zijn net niet rauwe stem klinkt nog steeds even mooi, en tijdens zijn optreden blijkt dat zijn recente album eigenlijk net zo goed – zo niet, in ieder geval in technisch opzicht, zelfs beter – dan zijn oude werk. Maar toch wint jeugdsentiment het met nummers als You Give Me Something, het duet (origineel met Nelly Furtado, nu uitgevoerd met een van de achtergrondzangeressen) Broken Strings en natuurlijk de afsluiter Wonderful World. Morrison lijkt heel gelukkig om weer op het podium te kunnen staan. Dat is altijd een bonus.
Nadat Morrison de jaren ’00 laat herleven, doet The Charlatans (Rocktent) dat nog eens mooi over, maar dan met de nineties. Deze band hoort in het rijtje van Oasis en Blur thuis maar heeft om een of andere reden nooit het succes van zijn tijdgenoten gekend. De band geeft een goed optreden, maar zanger Tim Burgess komt wat lauwwarm over in zijn interactie met het publiek en krijgt dan ook eenzelfde reactie terug. Toch is het meteen duidelijk dat de mannen een aantal pareltjes op hun naam hebben staan die hun glans nog lang niet verloren zijn.
The Verve is nog zo’n band die zijn hoogtijdagen in de jaren negentig beleefde. De groep zelf is inmiddels al lang uit elkaar, maar frontman Richard Ashcroft (Mainstage) treedt nog steeds op en speelt daarbij naast eigen songs ook veel van ‘het’ Verve-album Urban Hymns. Hij doet dat compleet zonder begeleiding, alleen met zijn eigen gitaar. Gehuld in camouflageprint jas, dito pet en grote zonnebril staat hij als statisch middelpunt op het podium zijn longen uit zijn lijf te zingen. De liedjes zijn werkelijk prachtig, maar de sound is te klein voor een vrij groot deel van het Bospop-publiek en de nummers komen niet bij iedereen aan. Er wordt zelfs flink doorheen gepraat tijdens de niet-hitjes (onbeleefd en irritant!). Zelf zegt hij erover: ‘it’s nice to see the songs without the fireworks sometimes’. Ook lief: Lucky Man draagt hij op aan zijn vrouw, die toen hij het schreef de inspiratie was voor het nummer. En voordat hij Bittersweet Symphony inzet, zegt hij ’thanks Keith en Mick!’. De Stones hebben hem eindelijk de rechten van het nummer teruggegeven.
Voordat de headliner begint, krijgen we eerst nog een strakke show van Kodaline (Rocktent) om ons op te warmen. Eigenlijk had de band perfect als voorprogramma van Snow Patrol gepast, maar inmiddels is die vervangen door Toto. Niet dat Kodaline compleet misplaatst is. De ‘middle of the road’-rockband doet wat het kan, maar meer dan degelijk wordt het eigenlijk niet.
Dat is wel even anders als Toto (Mainstage) het podium betreedt. De mannen lijken vastberaden om het publiek te imponeren met alles wat ze hebben. Ontelbare solo’s, riffs, waanzinnige zang, kekke pakjes en prachtige hits passeren de revue. De band is absoluut in topvorm. Maar om heel eerlijk te zijn: de ellenlange uitgesponnen versie van Jake To The Bone, daar zitten we niet op te wachten. Zeker niet als van een aantal andere hits alleen verkorte versies worden gespeeld, en de band het prachtige Pamela helemaal links laat liggen. Een soort compensatie wellicht: de mannen spelen een ruim 15 minuten durende versie van Africa.
Zaterdag
Nadat Cordovas (Mainstage) de spits afbijt, is het de beurt aan toetsenwonder Lachy Doley (Rocktent) om de boel flink wakker te schudden met een stevige portie orgelgeweld. Deze getalenteerde Australiër heeft ook nog eens een goede rockstrot én een strakke band achter zich. Geen wonder dus dat Doley de tent vroeg op de ochtend al goed gevuld krijgt. Toch kunnen we het niet laten om tegen het eind vanuit onze ooghoeken naar het hoofdpodium te kijken, waar elk moment Living Colour kan losbarsten. Gitarist Vernon Reid staat immers al zelf zijn soundcheck te doen.
Mochten er na de Hammondorkaan van Lachy Doley toch nog mensen liggen te dutten op de camping, dan ramt Living Colour (Mainstage) ze meteen hun slaapzakken uit. Met spijkerharde versies van Middle Man en Desperate People komen Corey Glover en zijn mannen er meteen met gestrekt been in. In rap tempo jast de band er vervolgens in minder dan een uur vrijwel al hun grote hits doorheen, zo snel dat ze daarna tot hun eigen verbazing nog tijd over hebben om Glamourboys te spelen. Daarnaast is er ook nog plaats voor covers van Should I Stay Or Should I Go en de Cream-klassieker Sunshine Of Your Love, en vooral die laatste doet het goed bij het publiek.
Toch is het een beetje jammer om een band met zoveel goed eigen werk met nummers van anderen te zien komen; daarvoor kunnen we immers ook gewoon naar een coverband gaan. Naar The Doors Alive (Rocktent) bijvoorbeeld. Jim Morrison-lookalike Mike Griffioen en zijn band doen het goed, toch blijft het raar om een coverband zo hoog op de line-up te staan. Maar een mens moet ook lunchen, en met lekkere Doors-hits op de achtergrond smaakt je frietje alleen maar beter. Daarna is het tijd voor de vrolijke noten van The Cat Empire (Mainstage). Zij proberen er een feestje van te maken, maar door een gebrek aan echt goede nummers in combinatie met veel lange trompetsolo’s komt het Kattenrijk niet echt op gang. Pas in de tweede helft wordt het toch nog gezellig. Ook al doet deze band niets dat acts als Madness of Manu Chao niet veel beter doen, toch danst het publiek er op los.
Grappig trouwens dat deze jongens uit Melbourne in niets lijken op het stereotype van de ruige Australiër. Iemand wie wel precies aan dit cliché voldoet, is Jimmy Barnes (Rocktent). Sterker nog, hij is zowat de belichaming ervan. In eigen land is deze man een levende legende, met dezelfde mythische status als wijlen André Hazes hier; een artiest die minstens zo bewonderd wordt om zijn muziek als om zijn vermogen om zijn eigen lichaamsgewicht in bier achterover te tikken – bij het ontbijt welteverstaan. Maar ook de muziek van deze schitterende schreeuwlelijk mag er wezen; als frontman van Cold Chisel heeft ‘Barnesy’ volop prijsnummers, zoals het wonderschone Flame Trees en het onofficiële Australische volkslied Khe Sanh. Die zorgen voor de eerste kippenvelmomenten van de dag. Terwijl op de voorste rijen luidkeels meegezongen wordt staan mensen verderop in de tent verbaasd toe te kijken. Je ziet het ze denken: “Dit is héél erg mooi, waarom ken ik dit niet?”
Dan komt de regen ineens met bakken uit de hemel vallen, maar zowel voor Flogging Molly (Mainstage) als het in rijken getale toegestroomde publiek maakt dat geen bal uit. Want er moet gefeest worden! Overal vliegen vuisten en bier in de rondte, en links en rechts zie je jong en oud inhaken op de onweerstaanbare folkmetalfanfare van dit gezelschap. De band bewijst zich een publiekslieveling van jewelste en heeft er zelf duidelijk als vanouds ontzettend veel zin, misschien des te meer omdat dit het laatste optreden van de tour is. De diverse programmering van Bospop was ook zanger Dave King niet ontgaan; aan het eind van hun overweldigende optreden steekt hij zijn duimen omhoog en zegt hij: “En dan nu iets wat ik in 20 jaar Flogging Molly nog nooit eerder heb kunnen zeggen. Up next on this stage: Hall & Oates!”
Voor het zover is, zien we eerst nog Kovacs en haar band (Rocktent). Omdat het opnieuw flink regent is het niet duidelijk of iedereen nou de tent binnen probeert te dringen om te schuilen of om deze beklemmende zangeres live mee te maken. We houden op het laatste, want als de regen na 20 minuten gaat liggen, blijft het stampvol in de tent. Voor sommige festivalbezoekers kunnen de duistere klanken van Kovacs na het feestgedruis van Flogging Molly rauw op hun dak vallen, maar ook daar heeft de organisatie van Bospop rekening mee gehouden: wie nog door wil feesten kan namelijk achterop het festivalterrein terecht bij dweilorkest Heavy Hoempa, dat met blaasuitvoeringen van metalklassiekers als Sad Man’s Tongue en Du Hast de feeststemming erin houdt. Vooral hun voortreffelijke uitvoering van Run To The Hills is iets om zelf een keer mee te maken, dus houd die jongens in de gaten of boek ze gewoon voor al uw bruiloften, partijen, braderieën en bar-mitzvahs.
Met de toevoeging van Daryl Hall & John Oates (Mainstage) aan de line-up doet Bospop mee met de gezellige Glastonbury-trend om een onvervalste ‘guilty pleasure’ als sub-headliner te programmeren. Dik dertig jaar na hun hoogtepunt klinken de mierzoete maar oh zo mooie popliedjes van dit duo op plaat nog steeds alsof er een engeltje in je oor piest. Is het live ook zo goed te genieten? Niet echt helaas, want Daryl Hall blijkt niet zo best bij stem. Na een goede start gaat het mis tijdens een overbodige cover van de Righteous Brothers-evergreen You’ve Lost That Loving Feeling. Dan blijkt dat de man met het normaal zo fluwelen stemgeluid niet zozeer zijn liefhebbend gevoel als wel zijn toonvastheidsgevoel kwijt is. Tijdens Sara Smile klinkt het vanachter de piano zelfs even of er een kat gewurgd wordt, en ook verderop in het optreden lijkt het meerdere malen alsof we getuige zijn van een eenmalig optreden van gelegenheidsduo Grover & Oates; Sesamstraat-soul in plaats van blue-eyed soul. Dan blijkt ook nog dat prijsnummer Kiss On My List is omgetoverd tot Kiss Not On My Setlist, maar afsluiter You Make My Dreams (Come True) maakt gelukkig toch weer heel veel goed. Ook al voldoen Hall & Oates dan misschien niet aan de verwachtingen, stiekem is een optreden van deze weinig buiten de VS tourende 80’s-coryfeeën toch nog steeds een beetje een droom die uitkomt.
Tijdens Halls & Oates staat aan de zijkant een man in een prachtig pak met een grote snor mee te kijken. Aanvankelijk alleen uit interesse, maar gaandeweg moet hij toch bij zichzelf denken: “dit kan ik beter”. En dat hij dat kan, bewijst Danny Vera (Rocktent) in een net als bij Kovacs tot de nok gevulde tent. Dankzij het mooie weer is er ditmaal geen twijfel mogelijk: iedereen hier komt voor Danny. Met een uitstekende show bewijst deze Zeeuwse trots zich een uitstekende vervanger voor Rich Robinsons The Magpie Salute. Het was nog wel zo’n leuk geintje van de Bospop-organisatie om de voormalige Black Crowes-kemphanen Rich en Chris Robinson precies 24 uur na elkaar te programmeren, maar het mocht niet zo zijn. Na dit overtuigende optreden van de nog immer in populariteit groeiende Americana-zanger zal niemand daar echter rouwig om zijn.
Na Flogging Molly is het opnieuw tijd voor een feestje, ditmaal een verjaardagspartijtje. Want Skunk Anansie (Mainstage) is dit jaar 25 geworden. Ook al zijn Skin en haar mannen een dagje ouder, het is niet aan ze te zien. De breed grijnzende Britse breedbekbrulboei komt sparrend als een bokser op en maakt haar reputatie als een van de beste frontvrouwen in de rockmuziek meteen vanaf openingsnummer Charlie Big Potato weer helemaal waar. En ze is nog sympathiek ook; zo laat ze de achtergrondzangeres en toetseniste meerdere nummers vooraan het podium meedoen met het opjutten van het publiek. Natuurlijk is deze band bij het grote publiek vooral bekend van meezinghits als Weak en Hedonism, toch schrikt het Bospop-pubiek er niet van dat de rest van het repertoire veel maar dan ook veel heavier is.
Skunk Anansie gaat iets langer door dan de bedoeling is, waardoor John Butler beteuterd afwacht tot hij met zijn John Butler Trio (Rocktent) kan beginnen met zijn masterclass in wat je allemaal met een banjo en een 12-string kunt doen. Wat moet dit gitaarwonder een eelt op zijn vingers hebben, want de dikke stalen snaren krijgen er ongenadig van langs. Dat is indrukwekkend, alhoewel het tijdens een negen minuten(!) lange solo wel iets teveel van het goede wordt. Aangezien dit sympathieke snarenwonder in Nederland tot dusver niet echt van de grond komt, is het extra mooi om te zien dat hij hier tussen de headliners van de dag in gesandwicht zo hoog op de line-up staat.
Na al dit moois zou je misschien denken dat headliner John Fogerty (Mainstage) misschien als mosterd na de maaltijd zou voelen, maar niets blijkt minder waar. Het is drukker dan het de hele dag geweest is, en het publiek smult van de vele Creedence Clearwater-krakers van deze Bospop-veteraan, die na 2007, 2010 en 2014 alweer voor de vierde keer bovenaan het festivalaffiche staat. Ze mogen hem onderhand Mister Bospop noemen! Met het uitvallen van de jonkies van Snow Patrol en de zeven jaar jongere Sting is deze onverslijtbare 74-jarige krasse Creedence-knar bovendien ook meteen de enige originele headliner van Bospop 2019. Een mooie afsluiter bovendien van een tweede Bospop-dag met een sterke en gevarieerde line-up.
Zondag
De Bospop-zondag is behalve een dag vol spanning (“Komt Sting nu wel of niet?”) ook een dag vol soul en funk. Dat begint al vroeg met Jessica Wilde (Mainstage) die deze derde etappe van de 2019-editie mag starten. Wilde is een innemende dame met een gouden strot, maar wordt helaas enigszins in de steek gelaten door een wat middelmatig spelende band. Desondanks een fijne opener, met de Gnarls Barkley-cover Crazy als hoogtepunt. Ook bij Marc Broussard (Rocktent) is het soul dat de klok slaat, al combineert hij dat nadrukkelijker met rock en een vleugje blues. Met heerlijk strak uitgevoerde arrangementen weet hij het nu rap vollopende festivalterrein vakkundig wakker te schudden. En met een klein stukje Papa Was A Rolling Stone zorgt hij ook nog eens voor het eerste meezingmoment van deze dag.
Nog meer meegezongen wordt er – niet geheel verrassend – met Level 42 (Mainstage). Mark King springt meteen in het oog door zijn pilotenbril en de ledlampjes op zijn bas, maar wat vooral opvalt is met hoeveel plezier en overgave hij en toetsenist Mike Lindup na al die jaren nog op het podium staan. Een groot aantal hits komt voorbij, met natuurlijk Running In The Family en Lessons In Love als hoogtepunten. Maar ook het relatief nieuwe en onbekende Build Myself A Rocket mag er absoluut zijn.
Na dit feestje is het tijd voor iets meer duisternis met The White Buffalo (Rocktent). De nummers van singer-songwriter Jake Smith zijn al niet bepaald optimistisch te noemen en zijn donkere stemgeluid gooit daar nog een stevig schepje bovenop, maar wat een optreden zet deze man neer! Rustig en intens wisselen elkaar perfect gebalanceerd af met een ademloos luisterende tent als gevolg.
Ondertussen is definitief duidelijk geworden dat Sting helaas de Bospop-zondag heeft moeten afzeggen. Aan Foreigner (Mainstage) de taak om de ietwat beteuterde gezichtjes op het veld weer zonnig te krijgen. Alleen blijkt Sting niet de enige afwezige van de dag… Waar is gitarist en enig nog origineel Foreigner-lid Mick Jones? Zonder hem zijn we toch eigenlijk naar een veredelde coverband aan het kijken, aangezien niemand van de muzikanten op het podium ook maar iets te maken heeft gehad met het ontstaan de hele reeks hits die voorbij komt. Maar toegegeven: dit is wel een hele góéde coverband: Lou Gramm-vervanger Kelly Hansen krijgt het publiek moeiteloos mee en haalt zelfs de hoge tonen bij I Want To Know What Love Is, met een klein beetje hulp omdat de band het nummer in een andere toonsoort speelt.
De afzegging van Sting betekent dat er een nieuw tijdschema ontstaat met jammer genoeg een uur lang complete stilte. Bijkomend voordeel is daarentegen dat Rowwen Hèze (Mainstage) mag verkassen van de tent naar het hoofdpodium, en laten we eerlijk zijn: daar hoort de band ook gewoon thuis. Op eigen grondgebied weten de Limburgse meesters van de festivalweides als altijd voor een ultiem feestje te zorgen.
Rival Sons (Rocktent) levert vervolgens een flinke portie onvervalste 70’s-rock. Zoals we de band kennen, schemeren Black Sabbath en Led Zeppelin heel nadrukkelijk door, maar wordt het geheel toch in een fijn eigen sausje verpakt. Waarschijnlijk kent het gros van de tentbezoekers geen enkel nummer van de band, maar er wordt met songs als Pressure And Time en Keep On Swinging wel degelijk goed meegewiegd.
Dat gebeurt minder bij Joe Jackson (Mainstage). De beste man zet al heel vroeg in de set zijn prijsnummers Is She Really Going Out With Him? en Real Men neer en daarna wordt het een beetje… Saai. Niets ten nadele van deze rasmuzikant en zijn op muzikaal gebied geweldige optreden, maar op een festivalweide werkt het gewoon allemaal niet zoals het zou moeten. Ga deze man vooral eens zien in een popzaal, zouden wij zeggen!
Op geen enkel moment van de dag is de tent zo leeg als bij Chris Robinson Brotherhood (Rocktent). Dat is jammer, want wij kijken ademloos naar het voormalig The Black Crowes-lid die een intens bevlogen en meeslepend optreden neerzet. Het lijkt er dan ook vooral op dat de psychedelische bluescountry simpelweg niet is waar de meeste bezoekers van de Bospop-zondag op zaten te wachten. Jammer!
Op The Specials (Mainstage) zaten veel mensen duidelijk wél te wachten. Waar veel mensen echter een ska-optreden verwachtten, is het toch vooral de reggae die bij dit optreden domineert. Dat lijkt echter geen probleem te zijn; iedereen gaat er lekker op en hits als A Message To You, Rudy en Gangsters worden goed ontvangen. Verwarring ontstaat uiteindelijk wanneer de band vrij plotseling en tien minuten te vroeg het podium definitief verlaat, zonder grote hit Ghost Town te hebben gespeeld. Hetzelfde gebeurde een aantal weken geleden overigens al op Stadspark Live, met het verschil dat deze keer Too Much Too Young gelukkig wél voorbij kwam.
Nu Nile Rodgers met zijn Chic tot headliner is gebombardeerd, is het een kleine vier uur disco dat Bospop 2019 gaat afsluiten. Dat begint met Al McKays Earth Wind & Fire Experience (Rocktent). Zoals de naam al enigszins doet vermoeden, heeft deze band echter weinig met het oorspronkelijke Earth, Wind & Fire te maken. Philip Bailey en de White-broertjes zijn niet aanwezig: enkel gitarist Al McKay stamt uit de hoogtijdagen van de band. Zandkorreltje, Briesje & Vonkje is het dus eigenlijk meer. Dat gezegd hebbende: er wordt hier geweldig goed gemusiceerd en de drie vocalisten doen bijna de oorspronkelijke zangers vergeten. Maar wat is dat toch met die extreem foute danspasjes de hele tijd? Van zo veel gemaakte zoetigheid schiet spontaan het glazuur van onze tanden.
We noemden het al even: Nile Rodgers & Chic (Mainstage) is de nieuwe headliner van de Bospop-zondag na het afzeggen van Sting. En dat blijkt een zeer goede pleister op de wonde: geen enkele show tijdens het hele weekend had zo’n grote hitdichtheid als dit optreden. En nu de band ook nog eens een half uur langer mag spelen, kunnen ze nóg meer van die hits ten gehore brengen. Want er wordt zeker niet alleen maar Chic gespeeld: ook alle successen die Nile Rodgers als producer heeft gehad (en waar hij het publiek in zijn onbescheidenheid ook graag tussen elk nummer door even aan herinnert) komen voorbij. Van David Bowie (Modern Love, Let’s Dance) via Duran Duran (Notorious) naar Madonna (Like A Virgin) en Daft Punk (Get Lucky). En zo krijgt Bospop 2019 ondanks de teleurstelling toch nog de euforische afsluiting die het verdient. Wat een feest!
Bospop 2019
Gezien op 12 t/m 14 juli 2019
Foto’s door Cristel Brouwer/Lluky Gallery
23 Reacties
Volgens mij is de recensent er niet geweest. Hoogtepunten waren natuurlijk Kodaline, John Butler Trio, John Fogerty en Joe Jackson.
Volgens mij zijn er drie recensenten geweest (zie onderaan het verslag) en getuige hun uitgebreide verslag – en jouw kortzichtige en zelfingenomen reactie – hebben ze heel wat meer onthouden van het festival dan jij. Het ultra-slappe Kodaline een hoogtepunt noemen, haha! Zeg dan niks…
Fogerty was uiteraard weer geniaal, net als Ashcroft, Skunk Anansie en Rival Sons. En Rowwen Heze en Nile Rodgers vielen me alleszins mee. Benieuwd naar de lineup van volgend jaar!
Joe Jackson en Skunk Anansie waren mijns inziens de beste optredens die ik gezien heb. Als je Joe Jackson dan saai noemt in je recensie dan heb ik net als Johan het gevoel dat de recensent niet bij het gehele concert is geweest. Ik kan de opmerking van Johan dus wel volgen, maar ja smaken verschillen en dat is maar goed ook.
Zelfingenomen? In die paar woorden die ik gebruikte…. dat vind ik hele zware woorden Harrie Peeters. Ik vind (en dat mag ik) het gewoon flauwekul van de recensent om te roepen dat je Joe Jackson beter in een zaal kan zien dan op een festival; ik wás namelijk een paar maanden geleden in de zaal en op Bospop was Joe Jackson véél beter. Ik lees trouwens veel positieve reacties op het optreden van Jackson. En ik vond Kodaline gewoon fantastisch. En nee, ik trek die mening niet terug omdat Zijne Koninklijke Hoogheid Harrie het niet met me eens is. PUNT
Joe Jackson was goed maar voor een festival
te saai en dat was het publiek ook gedurende het optreden.
Ieder z’n eigen ding. Ik vond Joe Jackson geweldig. Ook John Butler kon mij erg bekoren. Daarentegen vond ik Living Colour zwaar tegenvallen. Slechte sound, veel covers, en dat Elvis is dead gedram hoeft van mij ook niet. Ondanks dat John Fogherty en Chic goede afsluiters waren waren het toch ook een beetje coverbands en a trip through memory lane, de muziek blijft echter erg lekker. Goed opgelost het wegvallen van Sting, en begrip voor Bospop. Overigens een goed verslag mensen!
Toto’s Jake to the Bone was een absoluut hoogtepunt. De recensent spreekt duidelijk niet namens mij. ;-)
Ik ga voor Richard Ascroft.
Wat een sof Bospop. Annulering Sting kwam (bewust?) te laat. Nu mooie spannende F1 race van Max op Silverstone gemist.
The Specials speelde zeker wel Ghost Town + ze speelde op mainstage niet de rocktent
Wel nee joh, Ghost Town hebben ze helemaal niet gespeeld. Ben je niet in de war met een ander nummer?
rival sons was zonder twijfel de beste band van het hele weekeind
first band the best band in my opinion Wille and the bandits, they should have took Stings place and converted many dutch fans. First time i have seen them aswell such good musicians.
travelled from the UK for this mainly to see Rival Sons and thought the whole festival was fantastic a great job by everyone
Eerste keer bospop voor deze 50-jarige muziekfan. Leuke kennismaking met dit “Old Skool” festival. Zaterdag en zondag geweest. John Butler en Fogherty waren magistraal. Zeer genoten van Cat Empire en Flogging Molly. Zondag Rival Sons, Specials en Nile Rodgers. Super geamuseerd en dit voor een prikje vergeleken met het belgische TW Classic (92€ voor een tegenvallende Bon Jovi). Ze zullen me in Weert de komende jaren nog weer zien
Vreemde recensie. zo beetje iedereen vond Joe Jackson uitstekend, Hall&Aotes was buitengewoon saai, Fogerty was weergaloos goed, en iedereen vond ook Toto ijzersterk.
Allereerst een compliment voor alle vrijwilligers Wij bezoeken bospop al jaren maar dit jaar was na onze mening het meest chaotische jaar, parkeer beleid kon beter, diegene die als eerste aankwamen, moesten het verst lopen om op het camping terrein te komen, bij aankomst ook geen Vuilniszakken uitgedeeld. En wat muziek betreft heeft iedereen gelukkig een andere smaak en ervaring . Wat ons betreft was het geluid in de stage tent perfect maar buiten (mainstage) mocht het geluid best harder op sommige plaatsen was het geluid bar slecht, en alle respect, maar Bospop wordt of werd omschreven als een rockfestival maar dat gaat ook in veel gevallen toch een heel andere kant op, maar al met al gezelligheid maak je zelf en dat hebben wij dan ook gedaan maar wel heel vaak in de 24 uurs tent waar het na 1.00 uur s’nachts toch nog wel opvallend heel druk was en niet alleen door de campinggasten. Maar volgend jaar toch weer van de partij.
Het kan liggen aan het feit dat ik opgegroeid ben met Earth Wind & Fire, Joe Jackson en The Specials, maar mijn gevoel bij de zondag was toch anders dan die van de schrijvers van deze recensie.
Misschien kwam het omdat ik een lame coverbandje verwachtte, maar ik werd weggeblazen door Al McKay EW&F Experience.
Onvoorstelbaar strak gespeeld, de vocalen waren super, de blazerssectie was superstrak… WOW! Wat nou zoetsappig? Gewoon een superstrakke oldskool 70’s performance.
En Joe Jackson.. SAAI? Kom op zeg!
Het kan je ding zijn of niet, maar de dynamiek spetterde van zijn optreden af.
De man blijft heerlijk de spot met zichzelf drijven en daar waar je bij de meeste bands nieuwe nummers een beetje jammer vindt had ik bij Joe Jackson zoiets van “die moet ik vlgd week even op Spotify opzoeken!”
Helaas waren The Specials voor mij de tegenvaller van het festival.
De scherpte van de stem van Terry Hall is er uit. Hij zingt niet, hij zegt zijn lyrics op en het lijkt allemaal een beetje routine te worden. De muziek was absoluut goed, maar het scherpe randje van de Specials was er helaas af.
Nile Rodgers was plastic fantastic naar mijn mening. De man houdt nogal van zichzelf en neemt ruim de tijd voor uitgebreide name dropping sessies. Leuke muziek, strak gespeeld, maar het is wat het in de 80’s ook al was.. een uiterst commercieel theater. Allesbehalve een hoofdact.
De organisatie snapt overigens niet dat mensen ook net naast de tent kunnen luisteren naar de band die daar speelt.
Ruim een kwartier voordat Nile Rodgers ging spelen vond iemand het nodig om een constante beat vanaf de mainstage te laten galmen.
Super irritant voor mensen die buiten stonden te luisteren naar Al McKay. Dat je Nile Rodgers (de afsluiting!) dan ook laat starten terwijl Al McKay nog staat te spelen zegt me dat je iets niet hebt begrepen..
Het overlappen de optredens vanuit de tent naar het hoofdpodium en visa versa is niet goed gegaan.
Het lijkt mij toch niet zo heel ingewikkeld om de timetables op elkaar af te stemmen. Het getuigd van fatsoen en respect naar de artiesten/optredens om pas te beginnen als de ene band de laatste noot gespeeld heeft, om dan pas beginnen met het optreden van de volgende band/artiest. Het is een kwestie van fatsoenlijk regie voeren. Er was totaal geen overleg.
Jammer dat er in de tent een dove geluidsman stond tijdens het optreden van Jimmie Barnes, waarop ik me zeer verheugd had. Maar zo HARD is echt niet nodig. Zijn zang was absoluut niet te verstaan.
Lijkt me dat de organisatie heeft lopen slapen.Als Sting al meerdere concerten afzegt,lijkt het mij logisch een noodplan opstellen voor het geval dat..1 uur geen muziek…tja …Ik blijf Bospop geweldig vinden..maar dit jaar hebben ze steekjes laten vallen.
Daar ben ik het volledig mee eens, ze hebben steekjes laten vallen. Mojo geeft aan dat de crew van Sting zondag klaar stond, de productie aanwezig was en men was begonnen met het inhangen van de apparatuur op het podium. Net voor het middaguur kregen ze te horen dat Sting toch niet kon optreden. Enige vorm van compensatie door het niet optreden van Snowpatrol en Sting doet Mojo niet aan, risico van het bezoek aan een muziekfestival. Beetje jammer.
Volledig eens met Ben. Een aantal keer was zelfs in de tent duidelijk muziek van de mainstage te horen terwijl het optreden in de tent zijn hoogtepunt bereikte. Dat is behoorlijk storend en getuigt niet van respect voor de artiesten in de tentstage die naar mijn mening vaak van hetzelfde niveau zijn, maar wel verfrissende optredens geven. Vooral de vooraankondiging van Fogerty stoorde mij behoorlijk. Deze was al een kwartier voor zijn optreden bezig.
Al jaren een fervent bezoeker van Bospop, want Bospop is ROCK Pop! Helaas toch een wat mindere uitvoering dit jaar, weinig echte verrassingen. Dat voor mij Toto op vrijdag al het hoogtepunt was….. Ook sluit ik mij aan bij de eerdere commentaren over het niet aansluiten van de timetabels, erg storend en niet respectvol. Dus volgend jaar weer back to basics graag, ben ik er weer bij!