De ovatie waarmee Andrew Latimer wordt begroet, is meer dan een warme ontvangst van een oude bekende. Het is de terechte waardering voor iemand die van grote invloed op de progressieve muziek is geweest en een mooi gebaar van dankbaarheid voor het feit dat de Camel-voorman vanavond nog op het podium van de Melkweg staat.
“It has been a while”, zegt Latimer halverwege de set met goed gevoel voor understatement. Hij vervolgt met: “I’m happy to be here. In fact, I’m happy to be anywhere”. Het zijn maar een paar woorden, maar ze vatten de betekenis van de avond treffend samen. Het is namelijk tien jaar geleden dat Camel met een farewell-tour haar afscheid aankondigde. Niemand die daar na de dood van toetsenist Peter Bardens (2002) en Latimer’s strijd tegen een levensbedreigende ziekte destijds geen begrip voor kon opbrengen.
Groot was de verrassing toen Latimer dit voorjaar een kleine Europese Camel-tour aankondigde. Binnen mum van tijd waren alle shows stijf uitverkocht. Het bevestigde de status van de band die vooral in de jaren zeventig furore maakte met eigenwijze en typisch Britse symfonische rock, en daarbij talloze andere artiesten (waaronder onze eigen Focus en Kayak) zou inspireren.
Camel opent het eerste deel van de set met een integrale uitvoering van The Snow Goose, het instrumentale album uit 1975. We zien Camel-veteraan Colin Bass (bas, zang) en nieuwkomers Denis Clement (drums, bas), Guy LeBlanc (toetsen) en Jason Hart (toetsen, gitaar) gedreven hun best doen, maar het wordt snel duidelijk dat het in The Snow Goose feitelijk maar om twee dingen draait; het prachtige spel op dwarsfluit en pakkende gitaarsolo’s van Andrew Latimer.
Hoewel de melodieuze kaders, de complexe thema’s en wisselende tempoversnellingen van The Snow Goose helemaal passen in de symfonische tradities van de jaren zeventig, bewijst Latimer meer dan ooit een uitstekend bluesgitarist te zijn. Met opgetrokken schouders en fraaie grimassen speelt hij de ene na de andere weergaloze solo, zoals ook Pink Floyd’s David Gilmour de blues in zijn vingers had. Dat de herstelde Latimer de recente jaren niet heeft gebruikt om The Snow Goose van nieuwe, moderne arrangementen te voorzien, is een gemiste kans waar de fans van het eerste uur waarschijnlijk geen boodschap aan hebben.
Na de pauze volgt een wat grillige keuze uit de rest van het rijke Camel-repertoire, waarbij sterke albums als Nude (1981) en Stationary Traveller (1984) jammer genoeg worden overgeslagen. Daarvoor in de plaats zweven we door de romantiek van Song Within A Song of worden we meegezogen in de dramatiek van The Hour Candle. Niet alles komt even goed uit de verf, zoals Latimers vocalen in het pastorale Air Born of de sound van het wat gedateerd klinkende Echoes. Het zijn slechts futiliteiten in een avond waarin nostalgie en herkenning de boventoon voeren.
In onder andere Tell Me laat ook Colin Bass horen een uitstekend zanger te zijn, wiens klank en intonatie nog altijd heel dicht Latimer liggen. Wait is het meest ‘poppy’ nummer uit de set, in Fox Hill komen de Britse roots (denk Genesis, Caravan) bovendrijven en bij Watching The Bobbins excelleert de funky kant van de kameel.
Met Lady Fantasy krijgt het publiek de gewenste klassieker als toegift, maar het hoogtepunt van de avond is het slotstuk van de reguliere set. ‘Never give a day away. Always live for today.’ Deze toepasselijke woorden uit For Today zorgen voor een brok in de keel. Als Latimer daarna zijn ziel binnenstebuiten keert in de mooiste, meeslepende gitaarsolo van de avond, dan weten we het zeker. Andy Latimer is terug. Camel is terug.
Gezien op 26 oktober 2013 in De Melkweg, Amsterdam
Foto’s: Bert Treep
0 Reacties