Nee, er werd geen ‘Judas!’ naar het podium geroepen toen Cat Power woensdagavond in het Bloemendaalse Openluchttheater Caprera Like A Rolling Stone inzette, zoals dat een kleine zestig jaar geleden Bob Dylan nog wel overkwam. Verder werd Dylans dubbelalbum Live 1966: The ‘Royal Albert Hall’ Concert door de Amerikaanse zangeres echter integraal vertolkt. Niet ‘gekopieerd’, zoals tributebands doen, maar geïnterpreteerd, zoals een stuk van een klassieke componist een nieuwe uitvoering krijgt. Integer en geraffineerd.
Even wat achtergrond: Cat Power, het muzikale alter ego van de in 1972 geboren Chan Marshall, geldt al sinds de vroege jaren negentig als een getalenteerd singer-songwriter, die naam maakte in de hoogtijdagen van de lofi. Al een kwart eeuw staan haar interpretaties van bestaand repertoire – ‘covers’ dus – bij menige fan hoger aangeschreven dan haar eigen liedjes.
Het ‘Royal Albert Hall-concert’
Toen ze ruim twee jaar geleden een aanbod kreeg om een concert te geven in de Londense Royal Albert Hall, wist ze onmiddellijk hoe ze die avond wilde vullen: met haar vertolking van bovengenoemd livealbum van Bob Dylan, die ze al haar hele leven bewonderde. Iedere Dylanfan – inclusief Marshall – weet echter dat het ‘Royal Albert Hall-concert’ uit mei 1966 van Dylan niet in de Royal Albert Hall is opgenomen, maar negen dagen eerder in Manchester. Dat optreden verscheen echter in de jaren zeventig op een bootleg-lp als The Royal Albert Hall Concert. En toen Sony dat album eind jaren negentig eindelijk officieel uitbracht, heeft het label die reeds ingeburgerde titel maar zo gelaten.
Cat Power speelde het livealbum van Dylan in november 2022 niet alleen na in de Royal Albert Hall, maar nam het ook op voor een eigen dubbel-lp. Dat is bijzonder, maar niet uniek. Nogal wat obscuurdere artiesten gingen haar voor. Maar ook een grote naam: Rufus Wainwright nam in 2007 reeds zijn eigen versie van het Judy Garland-livealbum Judy At Carnegie Hall (1961) op. Hij zong het repertoire van een vrouw, terwijl Cat Power dat van een man zingt.
Akoestisch en elektrisch
Maar terug naar het uitverkochte Bloemendaalse Caprera, waar de Amerikaanse op uitnodiging van Patronaat haar Dylan-project bracht. En net als bij Dylan is ook bij haar het concert verdeeld in een akoestische en een elektrisch versterkte helft waarvoor Dylan destijds The Band meenam, dat toen nog The Hawks heette. Terwijl Dylan behalve dat hij zong ook nog gitaar en mondharmonica speelde, concentreert Cat Power zich helemaal op het zingen. Henry Munson en Aaron Embry uit haar begeleidingsband nemen respectievelijk de akoestische gitaar en mondharmonica voor hun rekening.
Dat werkt goed. Terwijl Marshall als zangeres het avontuur opzoekt, blijven Munson en Embry gedisciplineerd trouw aan de oorspronkelijke Dylan-arrangementen. Cat Power stoeit voortdurend met zowel het tempo als de melodieën, zoals ook Dylan dat zelf al zijn hele carrière met zijn eigen repertoire doet.
Chan Marshall is in het dagelijks leven nogal een neuroot. Juist daarom zijn strakke begeleiders zonder fratsen zo belangrijk voor haar. Het biedt haar de mogelijkheid om het rijke repertoire van Dylan helemaal naar zich toe te trekken. In interviews heeft ze verteld hoe ze vroeger vaak de tweede stem meezong bij de platen van ‘His Bobness’. Nu blijft de eerste stem vaak achterwege en hoor je alleen maar de tweede, gezongen door Cat Power, omdat ook die feilloos op het akkoordenschema past.
Lied over Ginsberg?
Zo durft ze ook mee te gaan in de ‘traagheid’ van gitarist Munson, waardoor ze de verhalen die de liedjes zijn feitelijk voordraagt. Je ervaart het gewicht van de woorden. In het uitgesponnen Visions Of Johanna werkt dat bijvoorbeeld geweldig. Het ene nummer zet ze meer naar haar hand dan het andere. Het ook al zo uitputtende Desolation Row blijft relatief dicht bij het origineel. In Just Like A Woman profileert ze zich méér. Nu is dat laatste toch al een relatief beladen nummer, dat Dylan al ver voor alle #MeToo-commotie op de nodige kritiek wegens seksisme kwam te staan.
Cat Power zingt het heel eigenzinnig. En in een interview met de Volkskrant, een klein jaar geleden, legde ze ook uit waarom ze geen enkele moeite heeft met het nummer: Just Like A Woman gaat volgens de zangeres helemaal niet over een ex-vrouw of -vriendin van Dylan, maar over de in 1997 overleden homoseksuele Beatdichter Allen Ginsberg, die destijds tot zijn ‘inner circle’ behoorde. Een opvallende, want zelden gehoorde interpretatie. Mr. Tambourine Man sluit de akoestische set af. Ook aan dit overbekende nummer weet Cat Power een heel eigen draai te geven zonder dat het ten koste gaat van de essentie.
Na een klein uur voegt de rest van de band zich bij Marshall, Munson en Embry en wordt Tell Me, Momma ingezet, een rauwe blues die Dylan nooit bij een reguliere studiosessie heeft opgenomen en dus alleen te horen is op The ‘Royal Albert Hall’ Concert en enkele andere bootlegs die tijdens dezelfde tournee zijn opgenomen.
De vocale frivoliteiten van Cat Power
Ook nu weer geldt dat de band zich streng aan de oorspronkelijke arrangementen van Dylan houdt, terwijl de zangeres zich allerhande vocale frivoliteiten permitteert en zich daarmee het repertoire op indrukwekkende wijze eigen maakt. I Don’t Believe You klinkt vooral degelijk. Baby Let Me Follow You Down is vervolgens weer opmerkelijk, omdat Dylan het niet zelf schreef. Het is een ‘traditional’ waar collega-folkie Eric Von Schmidt de credits voor opeiste en die vervolgens door Dylan op zijn debuutalbum werd gezet. In 1966 arrangeerde hij het nummer echter weer voor zijn band. En zo is het ook in Caprera te horen.
Overigens stammen twaalf van de vijftien songs van het ‘Royal Albert Hall’-concert van Dylan-albums die verschenen in 1965 en 1966: Bringing It All Back Home, Highway 61 Revisited en Blonde On Blonde, vaak beschouwd als de absolute piek van zijn oeuvre. Kortom, Cat Power kan voor deze concertserie over subliem repertoire beschikken. En ze slaagt er ook daadwerkelijk in om het tot háár repertoire te maken.
Meer vrijheden
Het is een warme zomeravond en dan is Caprera met z’n amfitheater-achtige sfeer, omringd door bomen, de mooiste concertambiance die je je voor kunt stellen. Tijdens de elektrisch versterkte set valt langzaam de duisternis in. De finale is prachtig. Terwijl de band keurig binnen de lijntjes blijft, permitteert de zangeres zich steeds meer vrijheden, zowel wat tempo als wat melodie betreft. Een gedreven Just Like Tom Thumb’s Blues, een opwindend Leopard-Skin Pill-Box Hat. Even gas terug bij het mooie, gedragen One Too Many Mornings. Een eigenzinnig Ballad Of A Thin Man en het onvermijdelijke slotstuk Like A Rolling Stone, waarbij Cat Power haar hooggehakte schoenen uitschopt en barrevoets over het podium danst. Voor Judas valt er dan echt geen eer meer te behalen.
Cat Power in Openluchttheater Caprera, Bloemendaal
Gezien op woensdag 28 augustus 2024
Foto: Inez & Vinoodh / V2
Meer lezen over Bob Dylan en Cat Power? In de coverstory van Lust For Life 136 vertelt Chan Marshall over haar liefde voor de muziek van Dylan en lees je over de meest spraakmakende Bob Dylan-shows!
Notice: The taxonomy argument for
taxonomy-images-get-the-terms
is set to artiesten which is not a registered taxonomy. Please check the spelling and update the argument. in /var/www/clients/client3/web184/web/wp-content/plugins/taxonomy-images/legacy/includes/functions.php on line 969
1 Reactie
Vind dit een erg positieve recensie terwijl ik het optreden nogal wisselvallig vond. In het begin heb ik zelfs getwijfeld of ze niet dronken was. Ze zette in met een erg lage stem, wist zo af en toe de teksten niet (stond te zoeken in haar tekstboek), ook niet de namen van haar twee begeleiders. Vergeleken met haar cd/lp vond ik beneden de maat. Er zat geen ‘drive’, geen power in. Pas in de 2e helft, met de band kwam ze een beetje op gang en sloot met de laatste paar nummers goed af.