Down The Rabbit Hole had voor deze derde editie van het festival zijn naam beter kunnen veranderen in Down The Mud Hole. De route van de pendelbussen naar het terrein, de campings en het festivalgebied zelf: bruine drek regeerde overal met ijzeren hand. Lust For Life liet zich echter niet kennen, dronk zich flink wat moed in, trotseerde de elementen en genoot (ondanks de modder) van het weer prachtig aangeklede festival, gezellige mensen, goed eten en drinken en, niet onbelangrijk, uitstekende muziek van helden als PJ Harvey, Glen Hansard, Ty Segall, The National en vele anderen. Lees en blubber! Uh, huiver.
PJ Harvey
(vrijdag, Hotot) PJ Harvey als afsluiter van de eerste festivaldag in de Hotot-tent, het hoofdpodium van Down The Rabbit Hole? Het leek vooraf een wat gewaagde keuze, want deze Britse songwriter heeft de afgelopen decennia weliswaar een waanzinnig oeuvre opgebouwd en een trouwe fanschare om zich heen verzameld, mainstream is ze bepaald niet te noemen. Maar dat hoeft eigenlijk ook helemaal niet op een festival als DTRH, en al helemaal niet als je een show neer kunt zetten zoals mevrouw Harvey en haar negenkoppige (met o.a. helden als Mick Harvey en John Parish) band dat doen. Het eerder dit jaar verschenen, behoorlijk politiek getinte The Hope Six Demolition Project is met liefst tien songs zwaar vertegenwoordigd en ook van haar voorlaatste plaat, Let England Shake, prijkt een drietal songs op de setlist. Weinig oud spul dus, maar dat komt de cohesie van het concert wel ten goede – en als dan bijna op het einde fanfavorieten als Down By The Water en To Bring You My Love voorbijkomen, is het eigenlijk alleen maar extra mooi. Over mooi gesproken trouwens: PJ’s voordracht van No Man Is An Island, een gedicht van John Doone uit 1624 dat anno 2016 door o.a. de Brexit-affaire verdacht actueel is. Een kippenvelopwekkend moment in een sowieso op alle fronten indrukwekkende show. [MC]
The National
(zaterdag, Hotot) The National creëert een gigantisch feest in de grootste tent van het festival, zonder ook maar een moment feestelijkheid uit te stralen. De echte fans staan vooraan en schreeuwen onverschrokken mee met de slimme metaforen van zanger Matt Berninger. Trouwe fans die Glen Hansard hebben moeten mislopen om zo dicht mogelijk vooraan te staan en zelfs vrijwillig het lieflijke gekwijl van Lianne La Havas hebben aangehoord. Ja, er zijn slordigheidjes. Setopener en nieuw nummer Find A Way wordt afgebroken vanwege ‘te veel gekke maatsoorten’ en Matt struikelt al ijsberend herhaaldelijk over zijn voeten en microfoonsnoer. Best gek, voor iemand die 97% van de show naar zijn eigen voeten kijkt. Het versterkt alleen maar de kracht die The National live uitstraalt, waardoor het overgrote deel van de nummers beter klinkt dan op plaat. Naast drummachine Bryan Devendorf en muziekgenie Bryce Dessner is artistiekeling Matt het pronkstuk van de zwaarmoedige sound vol prachtige ellende van The National. Als Matt tijdens Mr. November zoals altijd door het publiek banjert en zich vrijwillig laat aanranden door zijn fans, weet je zeker dat je zojuist naar de meest intense show van heel Down The Rabbit Hole en daarbuiten hebt gekeken. [JE]
Ty Segall And The Muggers
(zaterdag, Fuzzy Lop) Ty Segalls laatste album Emotional Mugger behoort niet tot zijn beste werk. Toch is het jammer dat er met de bijbehorende tour maar één Nederlandse show op de agenda stond. De Californische garagerocker staat namelijk garant voor een overdosis explosiviteit en energie en het feit dat er veel van Emotional Mugger wordt gespeeld, doet daar totaal geen afbreuk aan. De intuïtieve songs knallen er live juist veel harder bovenop dan op plaat, ongeveer net zo hard als de kaak van ondergetekende op de schedel van een vriendelijke mede-moshpitganger. Wat een heerlijk chaotisch feestje is het rond middernacht in de Fuzzy Lop. De kolkende massa is drijfnat en nu eens niet van de regen. Mooi is ook het moment waarop op uiteraard snoeiharde wijze met L.A. Woman een stukje The Doors de tent in wordt geslingerd. Jim Morrison zou in een dronken bui wel raad met deze versie hebben geweten. Enige nadeel van de show: hij duurde maar tien minuten. Of leek dat maar zo? [SB]
Glen Hansard
(zaterdag, Teddy Widder) Wat is dat toch met die Ieren deze maand? Eerst veroveren ze met hun sympathieke aanwezigheid tijdens het Europees kampioenschap voetbal de harten van de Fransen en nu is Beuningen aan de beurt. Glen Hansard krijgt van de organisatie van Down The Rabbit Hole liefst anderhalf uur de tijd om de tent in te pakken, maar slaagt daar eigenlijk al meteen in. De singer-songwriter, die we kennen als zanger van The Frames en die zelfs een Oscar op de schouw heeft staan voor het nummer Falling Slowly uit de film Once, heeft de gave een podium te veranderen in een kleine kampvuurplek, een gospelkerk of een karaokebar door een noot te spelen. Hij is de man die op een feestje een gitaar pakt en waar de rest van de aanwezigen wél blij van wordt. Vandaag staat hij op het podium met een flinke band om zich heen, maar als het nodig is, weet Hansard het klein te houden. Geen songs van zijn voormalige band vandaag, wel covers van Van Morrison, Marvin Gaye en een acapella-versie van Daniel Johnstons Devil Town. Die laatste doet hij als tweede toegift, zo enthousiast is het publiek. En als hij nog anderhalf uur langer door was gegaan, hadden we het ook geweldig gevonden. [PG]
Parquet Courts
(vrijdag, Fuzzy Lop) Indierock-meets-arty-punkrock-gezelschap Parquet Courts is al een tijdje goed bezig, maar met het in april verschenen vijfde album (in evenveel jaren!) Human Performance maakten deze Amerikanen wel echt een fikse sprong voorwaarts. En ook live is er duidelijk een tandje bijgezet: waar de mannen voorheen nog wel eens verzandden in stuurloze loomheid op het podium, in de semi-knusse Fuzzy Lop-tent zijn ze vooral in het furieuze begin van de set heerlijk bij de les. Mede door technische problemen kakt het af en toe toch weer een beetje in, maar over het geheel gezien revancheert Parquet Courts zich keurig voor de ronduit saaie show van twee jaar geleden op ditzelfde festival. [MC]
Courtney Barnett
(vrijdag, Teddy Widder) Modder tussen de tenen, beurs van kilo’s kampeerspullen sjouwen, geen zon te bekennen: wij konden wel wat redenen bedenken waarom mensen een beetje chagrijnig zouden kunnen zijn als Courtney Barnett haar show aftrapt, maar de enige die er vandaag geen zin in lijkt te hebben, is de Australische zangeres/gitarist zelf. Het heeft ook wel zijn charme hoor, dat nonchalante dat ook nadrukkelijk doorklinkt op haar debuutplaat Sometimes I Sit And Think, And Sometimes I Just Sit. Het rammelt een beetje en er wordt niet binnen de lijntjes gekleurd, maar vandaag is het allemaal een beetje te gemakzuchtig. Het knalt gewoon niet, terwijl het publiek bij het hitje Pedestrian At Best wel laat zien zin in een feestje te hebben. Een talent is Barnett zeker, maar een beetje meer gas op de lolly mag de volgende keer wel weer. [PG]
Mac DeMarco
(vrijdag, Hotot) Gek ventje hoor, die Mac DeMarco. Petje op z’n kop geklemd, regelmatig gekke bekken trekkend met z’n al even maffe mede-gitarist en intussen schudt hij het ene na het andere prachtnummer zo nonchalant mogelijk uit z’n mouw en in het publiek. Al die malligheid leidt af en toe wel wat af, maar niet genoeg om de kwaliteit van liedjes als No Other Heart of My Kind Of Woman te kunnen verdoezelen. Ook tof: de cover van Steely Dans Reelin’ In The Years, waarin de mannen à la Hendrix de gitaar achter hun rug houden tijdens het spelen – cheesy, maar ze doen het verdomd goed. Entertainment en kwaliteit kunnen prima hand in hand gaan, zo bewijzen Mac en zijn maatjes. [MC]
Spidergawd
(vrijdag, Fuzzy Lop) Zo halverwege de vrijdagavond breekt toch een beetje het gevoel op dat deze vrijdag op Down The Rabbit Hole iets mist: scheurende gitaren. Die vinden we bij Spidergawd, en hoe! De Noorse band, bestaande uit de ritmesectie van Motorpsycho, aangevuld met een baritonsaxofonist en zanger/gitarist Per Borten, trapt het gaspedaal van hun open Chevy in en knalt met een moordend tempo door een landschap vol vuige stonerrock en heavy hardrock. Borten is zo’n man die je op straat straal voorbijloopt, maar geef ‘m een podium en hij verandert in de stoerste man van het festival. Vette solo’s, beukende drums en altijd weer die koperblazer die je ver in je onderbuik voelt. Spidergawd geeft een lesje rocken voor gevorderden en we zijn allemaal geslaagd. [PG]
Whitney
(zaterdag, Fuzzy Lop) Terwijl de regen buiten voor nog meer ranzige modderglijbanen zorgt, kan Whitney zijn geluk niet op: de tent stroomt vol met schuilende festivalgangers. Niet dat je ook maar een moment aan de bandleden kunt zien dat ze gelukkig zijn. Stoïcijns (of stoned) turen drummende zanger Julien Ehrlich en zijn mannen over de hoofden van de meedeinende mensenmassa. Zelfs een plompverloren tongzoen tussen Julien en de bassist leidt niet tot dat beetje extra vrolijkheid. Toegegeven, de treurige liedjes van Whitney’s debuutplaat Light Upon The Lake dat begin deze maand uitkwam, lenen zich niet voor neppe schaterlachen en feesttoeters – en laat dat getoeter maar over aan trompettist Will Miller en zijn melancholische sound. No Woman is het mooiste liedje van deze zaterdagmiddag – en daar wordt het publiek dan wel weer heel gelukkig van. [JE]
Eefje de Visser
(zaterdag, Teddy Widder) De man naast mij in de Teddy Widder is projectleider en kan er honderduit over vertellen. Het meisje waar hij indruk op probeert te maken, luistert aandachtig. De rest van de mensen om hem heen probeert vooral naar Eefje de Visser te luisteren, die er net begonnen is. Het is het lot van een artiest die tijdens een flinke wolkbreuk in een tent staat: voor je het weet, heb je een schare mensen binnen die vooral droog wil staan en het verder echt geen zak kan boeien wat je op het podium aan het doen bent. En dat is in het geval van bijvoorbeeld De Visser verschrikkelijk zonde, want wat is ze goed. De singer-songwriter bracht begin dit jaar met Nachtlicht een album uit waarop ze hartstochtelijk flirt met soundscapes, synths en beats en met de band die ze om zich heen heeft verzameld werkt dat live fantastisch. Songs als Staan, Stof en Scheef staan als een huis en De Visser beweegt zich met haar stem er prachtig doorheen. Maar ook de oude songs van haar voorgaande albums kruipen nog steeds onder de huid. Hopen op meer zonneschijn, de volgende keer. En minder projectleiders. [PG]
De Staat
(zaterdag, Hotot) Vier keer De Staat zien in een maand tijd: is dat niet een beetje te veel van het goede? Nee hoor, want de Nijmeegse band speelt een soort van thuiswedstrijd en daarbij hebben Torre Florim en de zijnen nog geen editie van Down The Rabbit Hole overgeslagen. Als je als band dan ook nog eens kunt bogen op een gegarandeerde afsluitende circle pit bij de song Witch Doctor, weet je van tevoren eigenlijk dat het wel goed gaat komen. Het weerhoudt De Staat niet om alle registers open te trekken, met een cover van Flamman & Abraxas’ hardcore-klassieker I’ll Be Your Only Friend als meest opvallende wapenfeit. En zo staat er een volle tent met mensen ineens ouderwets te hakken. Hoogtepunten zijn het machinale Get On Screen en natuurlijk de sjamaancapaciteiten van Florim bij de toegift. Volgend jaar weer? [PG]
Daughter
(zondag, Teddy Widder) Daughter is een band die niet in een partytent thuis hoort. De fragiele liedjes over liefde, niet de romantische variant maar pure pijn, zouden het beter doen in de open lucht, aan het strand met een ondergaande zon en zangeres Elena Tonra middenin een kring aandachtig luisterende mede-dromers. Elena lijkt geschrokken door de vele prikkende ogen (er staat zelfs iemand met een verrekijker op haar gericht) en haar stem is amper hoorbaar over de mistroostige sfeergeluiden van de band. Pas aan het einde van de set klinkt ze krachtiger en voorafgaand aan grote hit Youth ontsnapt er zelfs wat vrolijk gegiechel uit haar gouden keel. [JE]
En dit was er ook nog!
Weinig bands van dit moment klinken zo sensueel als My Baby (zaterdag, Hotot). Frontvrouw Cato van Dijck bezweert met haar fijne gitaarwerk en imponerende stem als een ware voodoopriesteres het publiek. Dansbaar, speels maar bij vlagen heel venijnig. Zo horen we het graag. [PG]
Singer-songwriter Rhodes (zaterdag, Fuzzy Lop) staat een stuk zelfverzekerder (lees: arroganter) op het podium dan de eerste keer dat ik hem zag optreden tijdens het Best Kept Secret Festival vorig jaar. Met zijn theatrale roze zonnebril (gast, het regent buiten en je staat in een tent) en ingestudeerde ‘thank you só much’-slogan wint hij weinig extra fans vanmiddag. Gelukkig kan Rhodes waanzinnig goed zingen en weet hij puur daarmee ieders aandacht vast te houden. [JE]
De soundtracks van The Cinematic Orchestra (zaterdag, Teddy Widder) komen een stuk minder groots binnen dan de programmamakers van Down The Rabbit Hole hadden gehoopt. De filmische jazzband maakt prachtig meeslepende muziek en Breathe zorgt altijd voor kippenvel, maar als bij To Build A Home (oorspronkelijk in samenwerking met Patrick Watson) de zanger al zittend het nummer verkracht in een nietszeggende, saaie versie, snap je direct waarom de tent aan het eind van de show leger is dan toen ze begonnen met spelen. Regenbui of niet. [JE]
Op een festival waar toch de nadruk ligt op de wat alternatievere namen, springt de aanwezigheid van de Londense soul/R&B-zangeres Lianne La Havas (zaterdag, Hotot) behoorlijk in het oog. Dat is op zich natuurlijk prima, maar de erg cleane en brave performance en dito liedjes van La Havas werken na een tijdje toch wel een beetje op de zenuwen. [MC]
Kovacs (zondag, Teddy Widder) speelde eerder deze week nog op Glastonbury. Toch lijkt Sharon Kovacs vandaag een beetje geïmponeerd door de grote tent waarin ze speelt. Ze lijkt een beetje nerveus en heeft wat minder contact met het publiek dan normaal. Dat heeft overigens geen uitwerking op de muzikale kwaliteiten van de zangeres, die ervoor zorgen dat haar publiek zich voor even in een James Bond-film waant. [PG]
Sinds Eurosonic dit jaar wordt Nothing But Thieves (zondag, Hotot) een grote toekomst voorspeld. De redelijk harde, maar wel toegankelijke rock van deze band heeft ook de potentie om ooit stadions te vullen. Dan moeten de songs overigens wel wat interessanter worden, want echt knallen wil het niet op DTRH. [PG]
Tof bandje, dat The Sore Losers (zondag, Fuzzy Lop). Deze Belgische formatie houdt overduidelijk wel erg veel van (garage)seventiesrock in het straatje van bijvoorbeeld MC5, maar presenteert dat met zoveel kunde en plezier dat dat lichte gebrek aan een eigen smoel totaal niet erg is. Gewoon gas erop is het motto, en da’s ook wel eens lekker. [MC]
De Nederhop van Rico & Sticks (zondag, Hotot) kun je inmiddels ook wel classic noemen, zo laat hun show #opgezwolletotnu horen. De rappers kunnen samen terugvallen op een enorm oeuvre, met werk van Opgezwolle, Dazzled Sticks, Great Minds en solomateriaal. De beste hiphoppers van Nederland? Zonder twijfel. [PG]
Down The Rabbit Hole
Gezien op 24, 25 en 26 juni 2016
Foto’s: Willem Schalekamp
0 Reacties