De oerbritse mannen van Kasabian staan bekend om twee dingen: hun enorm goede livereputatie en de voetbalhooligans in hun fanbase. Ook in Amsterdam stelt de band niet teleur, mede dankzij het legioen dronken Britse fans dat mee naar de Heineken Music Hall is gekomen. Strakke mod-kapsels en bontkragen zijn bepaald geen uitzonderingen in het decor vanavond en na het voorprogramma ligt er al een laag bier op de grond.
Aan het nieuwste album van de groep – 48:13, de lengte van de plaat – ging een heuse marketingcampagne vooraf. Zo werden zanger Tom Meighan en zanger/gitarist Sergio Pizzorno gesignaleerd in witte verf-overalls terwijl ze in gigantisch felroze “48:13” op een muur in Londen schilderden. De nieuwe cd wordt dan ook flink benut deze avond. Na het intro (shiva) wordt het opzwepende Bumblebeee ingezet. Meteen wordt duidelijk dat Kasabian gezegend is met niet één, maar liefst twee sterke charismatische frontmannen. In totaal betreden zeven mensen het podium, maar Meighan en Pizzorno delen de aandacht van het publiek alleen met elkaar. Bij elkaar passen ze niet – Meighan in zijn semi-nette pak met streepjesblouse en felroze-omrande zonnebril en Pizzorno met zijn opvallende mod-kapsel in skeletbroek met een levensgrote opgespelde zwarte vossenstaart.
Kasabian heeft het altijd het beste gedaan in het thuisland, maar met de reeks oudere hits als Shoot The Runner, Underdog, Where Did All The Love Go? en Days Are Forgotten schudt de band ook in de HMH meezingers van stadionformaat uit zijn mouw. Meighan heeft naast een sterke stage presence ook een verrassend sterke stem. Hij en Pizzorno hoeven niet eens hun best te doen om het publiek op te zwepen – dat gaat geheel vanzelf los. Soms gaat het er zó enthousiast aan toe dat de muziek de energie van de zaal niet eens kan bijhouden. Maar wat geeft dat? Er wordt gedanst en hard meegebruld met simpele, maar effectieve teksten. Het nieuwe nummer Clouds houdt zich uitstekend staande naast de Kasabian-klassiekers. Eez-eh, de sterkste en meest dansbare single van 48:13, ontketent de eerste springpartij en bierdouche. Meighan slaat zijn armen over elkaar en kijkt tevreden naar wat hij heeft veroorzaakt.
Tijdens Take Aim komt er een trompet tevoorschijn en is het tijd voor Pizzorno’s solonummer. Meighan geeft hem de ruimte en verlaat zelfs het podium. Jammer genoeg gaat net tijdens dit nummer het volume een stuk omhoog en klinkt de zanger/gitarist een stuk scheller dan gehoopt. Wel heeft het nummer een flinke opbouw en weet hij het publiek aan te sporen een moshpit te vormen. Daarna keert zijn maat terug voor Thick As Thieves, dat aan het eind even overloopt in een cover van People Are Strange van The Doors.
Technorave
Met Club Foot verandert het optreden even van een rockconcert in een technorave. Die trend wordt verder doorgezet op Re-Wired, waarin Meighan zijn Oasis-achtige arrogantie flink kan laten zien. Treat wordt opgedragen aan de mensen uit Leicester, de geboortestad van Kasabian, die ook in de HMH aanwezig blijken te zijn. Het is een behoorlijk opzwepend elektronisch nummer en het wordt vergezeld van een lichtshow en een flink dansende Pizzorno.
Na Switchblade Smiles brengen de mannen de show weer terug naar de rockanthems met Empire. “Stop!/I said it’s happening again!/We’re all wasting away!/We’re all wasting away!” schreeuwt de hele zaal mee. Voordat hij het laatste refrein inzet, maakt Meighan snel een schietgebedje voor hetgeen dat komen gaat. Alsof hij er niet van geniet als de zaal losgaat. Met Fire gaat het nog een stapje verder en staat ook yours truly iets te hard te springen in een groepje duwende jongens. Daarna verdwijnt de band van het podium en is er nét genoeg tijd om de bloedsuikerspiegel weer op peil te brengen met cola.
Voetbalclub Kasabian
Als Kasabian het podium weer betreedt, wordt Stevie ingezet. Vergeleken met Bumblebeee en Eez-eh is dat een verrassend serieuze single. Uiteraard brengt Vlad The Impaler het feest weer terug. Daarna zet Meighan onder begeleiding van een piano een cover van Fatboy Slims Praise You in en heeft de zaal even tijd om op adem te komen. De avond wordt afgesloten met L.S.F. (Lost Souls Forever). De zanger jut nog een laatste keer de bezoekers op. “I wanna see more people on shoulders!” Uiteraard lukt dat heel aardig. De melodielijn van het nummer wordt meegebruld alsof het een anthem van een voetbalclub is. Voetbalclub Kasabian. En wij, de hooligans (waarschijnlijk zowel letterlijk als figuurlijk), brullen ook in de gangen van het Heineken Music Hall-stadion zo lang mogelijk mee.
Kasabian in Heineken Music Hall
Gezien op donderdag 6 november 2014
Foto’s: Luuk Denekamp
1 Reactie