Laat ik eerst maar even het pijnpunt pakken, dan hebben we dat gehad. Net als bij de tandarts. De zang bij Motorpsycho lijkt nergens naar. En dat is eigenlijk al sinds de start van de band een kleine dertig jaar geleden het geval. Terwijl de mannen het in de studio, met alle hulpmiddelen van dien, perfect voor elkaar krijgen. Op de platen is het alsof je naar Crosby, Stills & Nash luistert.
Maar op het podium, als kraaien zo vals. En ze weten dat zelf drommels goed. Ik heb het pijnlijke onderwerp in het verleden bij zowel bassist Bent Sæther als bij gitarist Hans Magnus Ryan ter sprake gebracht en ze gaven beiden hetzelfde pijnlijke antwoord: ze willen wel mooi zingen bij concerten, niets liever zelfs, maar het lukt gewoon niet.
Voor de zoveelste keer bij een Motorpsycho-concert bedacht ik mij dinsdagavond dat dat wel eens precies de reden zou kunnen zijn dat de groep nooit zalen van het type AFAS Live – voorheen Heineken Music Hall – heeft bespeeld in ons land. Hoewel de heren dat verder muzikaal moeiteloos aan zouden kunnen. Ze zitten in feite al jaren aan hun plafond wat publieksomvang betreft. Ditmaal een goed gevuld Paradiso-Noord, maar eind jaren negentig was de grote zaal van Paradiso, Tivoli of Effenaar nog hun concertbiotoop.
Maar genoeg gezeurd over die zang, want die gaat toch niet verbeteren. En de fans van de band hebben dat reeds lang geaccepteerd. Belangrijker is dat de groep onlangs het uitstekende dubbelalbum The Tower uitbracht, dat evenals de voorganger Here Be Monsters tot de toppers van het ruim vijfentwintig platen omvattende oeuvre van de groep behoort.
The Tower laat geen nieuw geluid horen, maar Motorpsycho doet wat hij doet beter dan ooit. “We hebben er nu voor gekozen om ons geluid niet verder te verbreden, maar te verdiepen,” zei gitarist Hans Ryan toen ik hem in 2009 sprak. De albums die sindsdien verschenen laten dat inderdaad horen. Het kan ook geen toeval zijn dat The Tower meer dan ooit een ‘progrocksfeer’ heeft, waarbij jazz, folk en psychedelische invloeden symbiotisch met de rock vervlochten zijn.
Slow starter
Dat nieuwe album staat ook centraal bij het als gebruikelijk tweeënhalf uur durende concert in Amsterdam. Die tijd heeft Motorpsycho nodig. De band is een ‘slow starter’, al zolang de groep bestaat. En dat helpt natuurlijk evenmin om ‘popsucces’ te krijgen in een wereld waarin bands zich bij voorkeur binnen één minuut op televisie moeten presenteren.
In Paradiso is het dus eerst twee, drie kwartier aftasten en geluid bijregelen voor het concert staat. Maar dan stáát het ook. En de fans weten dat. Aangevuld met een vierde man, Kristoffer Lo, een bekende van de band uit de jazzscene van Trondheim, op klavieren, gitaar en flugabone – een soort cornet of bugel – geeft de groep vrijwel ieder nummer dezelfde opbouw, maar tegelijk is iedere song ook weer geheel anders dan de vorige.
Het begin kan een ingetogen, melodieus gitaarmotiefje zijn, maar ook een stevige rockriff. Daarop volgen de gezongen coupletten en refreinen, en tenslotte begint de opbouw naar de climax. Dat laatste mag vijf, tien of twintig minuten duren. En dat is ook waar de echte fans voor komen, telkens weer. Want juist in die ‘vrije’ delen van de stukken kunnen de muzikanten hun finesses tonen en hun improvisatietalent etaleren. Sæther en Ryan leven zich volledig uit. Stukken als A Pacific Sonata en Ship Of Fools – met daarin een schitterende overgang naar een soort Bo Diddley-ritme – duren ieder ongeveer een kwartier en Hans Ryan soleert alsof hij Alpenreuzen bedwingt.
Wolkendek aan ambientdrones
In Un Chien d’Espace, van het twintig jaar oude album Angels And Daemons At Play, laat Sæther op de mellotron ‘spacegeluiden’ klinken die zo van Pink Floyds Ummagumma hadden kunnen komen. Wat volgt is een compleet wolkendek aan ambientdrones die het begrip ‘progrock’ ver voorbij zijn. Maar ook hier volgt een overgang naar een ‘riff’ die steeds heftiger wordt en naar een climax uitbarst.
En nog een keer en nog een keer. En in de toegift voor de zoveelste maal met de titelsong The Tower, om uiteindelijk de klok nog een keer een kwart eeuw terug te zetten met Plan #1 van het Demon Box-album uit 1993. De plaat die destijds het geluid van de groep definitief bepaalde. Al zullen ze destijds niet het idee gehad hebben dat ze dat nummer in 2017 nog als ‘klassieker’ zouden spelen.
Motorpsycho in Paradiso-Noord, Amsterdam
Gezien op dinsdag 24 oktober 2017
0 Reacties