Steven Wilson in Paradiso

Steven-Wilson---2011

Zorgt een bovengemiddeld goede band die sterke songs op een fenomenale wijze uitvoert per definitie ook voor een goed concert? Gelet op de reputatie van Steven Wilson zou iedereen geneigd zijn om deze vraag met een volmondig ‘ja’ te beantwoorden. Toch liet het optreden van dit muzikale genie ons na twee meeslepende uren in Paradiso met gemengde gevoelens achter.

Wanneer een volle zaal eerst een half uur wordt ‘opgewarmd’ met een monotoon en onheilspellend gedreun van donkere soundscapes, is het duidelijk dat er iets bijzonders op het punt van beginnen staat. De bizarre films van Lasse Hoile die op de gehele achterwand worden geprojecteerd en een doorzichtige ‘vitrage’ die als een ware sluier tussen publiek en podium is gehangen, versterken de hoge verwachtingen. Hier wordt volledig in surround sound (met de beste geluidskwaliteit die uw recensent ooit in Paradiso heeft gehoord) een multimediaal concept gepresenteerd, en niet slechts een collectie sololiedjes.

Insurgentes
“Draw the fucking curtain,” klinkt het op een gegeven moment ongeduldig vanuit het publiek, maar pas na Sectarian, nummer vier, valt het doek en krijgen we vol zicht op de formatie van gelouterde topmuzikanten die Steven Wilson om zich heen heeft verzameld; Theo Travis (fluit, sax), Aziz Ibrahim (gitaar), Adam Holzman (toetsen), Nick Beggs (bas) en de werkelijk spectaculair drummende Marco Minnemann. Een goed en avontuurlijk stel waarmee de Porcupine Tree-voorman zich naar hartenlust kan uitleven in de selectie muziek van zijn beide soloalbums. Het zwaartepunt ligt uiteraard bij het recente Grace For Drowning, maar ook van Insurgentes komt een aantal songs (o.a. Harmony Korine, Abandoner, Veneno Para Las Hadas) voorbij.

Wilson zelf wisselt, zoals altijd op blote voeten, veelvuldig tussen gitaar en toetsen en zingt met (nog) meer beleving en passie dan we hem ooit bij Porcupine Tree en Blackfield hebben zien doen. Tot zover voldoen Steven Wilson en zijn band aan alle verwachtingen.

Naargeestige projecties
Gedurende de avond gaat er echter iets knagen. Dat begint bij de naargeestige projecties die, hoe artistiek verantwoord ook, voor redelijk verknipte en verontrustende sfeerbeelden zorgen. Het versterkt de meeslepende, zwaar aangezette dynamiek, waarin lange, jazzy en King Crimson-achtige stukken op een bijna verstikkende manier de boventoon voeren. Dat zal ongetwijfeld de bedoeling zijn, maar we worden er – letterlijk – niet vrolijk van. In de wereld van Wilson is namelijk geen ruimte voor luchtige intermezzo’s, laat staan voor een knipoog en zelfspot.

Zodra de reguliere set is afgesloten met het indrukwekkend progressieve en ruim twintig minuten durende Raider II, is er een onbedwingbare behoefte aan een relativerend en positief geluid. Alle hoop daarop wordt vakkundig de nek omgedraaid wanneer Wilson met een gasmasker op het gelaat het beladen Get All You Deserve als afsluitende toegift brengt.

Art Is Truth
Het publiek applaudisseert enthousiast, maar bij het verlaten van de zaal valt er nauwelijks een glimlach te bespeuren. Sufgebeukt door de depressieve beelden en klanken?

‘Art Is Truth’ staat er achterop zijn t-shirt. De kunst van Steven Wilson is van een uitzonderlijk hoog niveau, maar in de waarheid achter die kunst schuilt een donkere, gekwelde geest. Zorgt dit voor een goed concert? Jazeker! Gaan we met een goed gevoel naar huis? Absoluut niet!

Gezien op dinsdag 25 oktober 2011 in Paradiso, Amsterdam

0 Reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *