“Stills schrijft fantastische rock & roll, Nash schrijft anthems en ik schrijf de ‘weird shit’.” Zo vatte David Crosby de rolverdeling binnen Crosby, Stills & Nash samen tijdens het laatste concert van de supergroep in Nederland. Donderdagavond werd bekend dat de singer-songwriter op 81-jarige leeftijd overleden is. Crosby schreef klassiekers als Long Time Gone en Almost Cut My Hair en zijn stem was bepalend voor de kenmerkende close harmony van zowel The Byrds als CSN(Y). Met beide bands werd hij dan ook ingehuldigd in de Rock & Roll Hall Of Fame.
David Crosby brak in 1965 door als lid van The Byrds, dankzij de succesvolle Bob Dylan-cover Mr. Tambourine Man. De band werd geprezen om de hemelse samenzang en de baanbrekende combinatie van folk en rock, zoals ook te horen was in latere hits als Turn! Turn! Turn! en het psychedelische Eight Miles High (waarvan Crosby co-auteur was). Bob Dylan schreef in zijn boek Chronicles dat Crosby nooit echt op zijn plek was bij The Byrds, een opmerking die de zanger wel kon begrijpen. Toch vertelde hij in Lust For Life 038: “Maar ik weet niet zeker of ik me toen echt zo voelde, want we waren gewoon jongemannen die onze weg probeerden te vinden en we hadden totaal geen idee van wat er allemaal bij kwam kijken. We hebben het geluk gehad dat we zo lang hebben kunnen bestaan.”
Supergroep
De persoonlijkheid van Crosby botste steeds vaker met die van de andere bandleden en in 1967 werd hij uit de band gezet. De zanger speelde vervolgens een belangrijke rol in de carrière van Joni Mitchell door haar debuutalbum Song To A Seagull (1968) te produceren. Ook formeerde hij een nieuwe ‘supergroep’ met Stephen Stills (ex-Buffalo Springfield) en Graham Nash (ex-The Hollies). Crosby, Stills & Nash bleken een instant succes toen in mei 1969 het debuutalbum verscheen. Net als The Byrds blonk CSN uit in close harmony-zang en het trio werd hetzelfde jaar nog versterkt door singer-songwriter Neil Young. In augustus 1969 speelden Crosby, Stills, Nash & Young op Woodstock, al was de vierde in het rijtje nergens te bekennen in de legendarische documentaire die over het festival gemaakt werd.
Wereldsucces
CSNY bleef lang genoeg bij elkaar om een album te voltooien: Déjà Vu (1970) werd een van de meest succesvolle lp’s van de jaren zeventig. Onder meer Teach Your Children en Our House leverden het viertal dikke hits op en Crosby’s rocksong Almost Cut My Hair groeide uit tot een anthem voor de hippiegeneratie. Ondertussen stortten de vier leden zich – met succes – op solowerk. In 1971 verscheen het inmiddels klassieke If I Could Only Remember My Name van Crosby, waarvoor hij leden van Grateful Dead, Jefferson Airplane en Santana wist te strikken.
Crosby in een interview met Lust For Life: “Ik zat in een lastige fase in mijn leven, want we hadden net Déjà Vu gemaakt en in die periode kwam mijn vriendin Christine Hinton om het leven bij een auto-ongeluk. Ik wist niet hoe ik daarmee om moest gaan. De enige plek waar ik me veilig voelde, was in de studio.”
In de volgende decennia herenigde Crosby zich meerdere keren met Stills, Nash en soms ook Young. Ook kwam hij in het nieuws vanwege zijn turbulente levensstijl: zo bereikte zijn drugsverslaving begin jaren tachtig een dieptepunt en moest hij een tijdje de gevangenis in nadat hij werd gearresteerd op verdenking van drugs- en wapenbezit. Crosby wist zijn leven weer op orde te krijgen en toerde succesvol als lid van CSN(Y). In 2016 maakte Graham Nash echter in Lust For Life bekend dat de groep ten einde was gekomen na een fikse ruzie met de man die hij decennialang als zijn beste vriend beschouwde.
Artistieke heropleving
Was Crosby in het verleden altijd de minst productieve songwriter binnen CSNY, in de laatste jaren van zijn carrière verbaasde hij vriend en vijand met de ene uitstekende soloplaat na de andere. Daarvoor bundelde hij zijn krachten met jong talent, inclusief zijn zoon James Raymond. Afgelopen december verscheen de live-registratie Live At The Capitol Theatre, waarop Crosby te horen is met Michael League (van de fusiongroep Snarky Puppy) en singer-songwriters Becca Stevens en Michelle Willis. In 2019 verscheen de veelgeprezen documentaire David Crosby: Remember My Name, geproduceerd door Almost Famous-regisseur Cameron Crowe.
In 2014, rond de release van zijn soloalbum Croz, vertelde Crosby in LFL: “Ik ben een heel gelukkig mens. Ik heb een geweldig gezin en ik zit in een geweldige band… dit is een goede periode in mijn leven. En man, ik heb nog zo veel onvervulde ambities. Er zijn vijf talen die ik nog wil leren, ik wil meer geschiedenis bestuderen, een nog betere plaat maken dan deze… God ja, ik heb nog honderd extra jaren nodig!”
Nadat het nieuws van zijn overlijden gisteren bekendgemaakt werd, reageerden verschillende collega’s op social media. Zo schrijft Brian Wilson: “Ik weet niet wat ik moet zeggen, behalve dat mijn hart gebroken is. David was een ongelooflijk talent – een geweldige zanger en songwriter. En een prachtig mens.” Graham Nash schrijft: “Ik weet dat mensen de neiging hebben om te focussen op hoe wisselvallig onze relatie was, maar wat altijd het belangrijkste was voor ons, was het pure plezier van de muziek die we samen creëerden, de sound die we samen ontdekten en de vriendschap die we vele lange jaren hebben gedeeld.”
Foto David Crosby live in 2018: Ans van Heck
0 Reacties