De verhalen over de vruchtbare muziekscene die eind jaren zestig opbloeide in Laurel Canyon kennen we van buiten: grote talenten kwamen er samen, gebruikten drugs, deelden in sommige gevallen het bed en maakten bovenal heel veel onvergetelijke muziek. Wat minder mensen weten, is dat deze plek in Los Angeles decennia later een nieuwe scene voortbracht, met Jonathan Wilson als een van de centrale figuren. Voor zijn eerdere album Fanfare (2013) kreeg hij zelfs enkele veteranen van de vorige generatie naar de studio, onder wie David Crosby en Jackson Browne. Rare Birds moet echter een einde maken aan de voor de hand liggende vergelijkingen met iconen van toen. Dat lukt maar half, want alleen al de symfonische introductie van Trafalgar Square knipoogt duidelijk naar Pink Floyd (Wilson toert momenteel als gitarist in de band van Roger Waters) en tijdens Hi Ho The Righteous ontkom je niet aan flashbacks naar een jonge Neil Young in countrymodus. Wel ‘vernieuwend’: de eighties drummachines en synthesizers, het meer radiovriendelijke refrein in Hard To Get Over, de soms tamelijk expliciete teksten (‘We’ll be fucking, we’ll be sucking/While the rest of them were posting their lives’) en de – minimale – vocale bijdrage van eeuwige droeftoeter Lana Del Rey. Gebleven zijn de rijke arrangementen, de verrassende muzikale twists en het multi-instrumentale meesterschap van deze moderne hippie. Uitputtend maar overdonderend.
1 Reactie
Jaaah, ‘keb ‘m zelf ook. Is weer fantastisch!
(CSNY/Traffic meets MiamiVice sound)