Meerdere luisterbeurten onthullen een rijkdom aan details op het nieuwe album van Jonathan Wilson
Gitarist in de band van Roger Waters, veelgevraagd producer (o.a. Conor Oberst, Angel Olsen) en met zijn eigen werk al vroeg een ‘critic’s darling’: binnen zijn generatie rockmuzikanten behoort Jonathan Wilson zonder meer tot de meest fascinerende. De inmiddels bijna veertigjarige Amerikaan is ook een van de meest onvoorspelbare, want na twee adembenemend mooi geproduceerde albums die het midden hielden tussen Pink Floyd en de Laurel Canyon-scene (Gentle Spirit en Fanfare, respectievelijk uit 2011 en 2013) kleedde Wilson het minder bewierookte Rare Birds (2018) aan met jarentachtigspeeltjes en was Dixie Blur (2020) grotendeels juist vrij van de gebruikelijke toeters en bellen.
Geïnspireerd door de muziek van cultfiguur Jim Pembroke zocht de zanger/multi-instrumentalist het experiment op voor de opvolger Eat The Worm. De ongewone songstructuren zijn even fascinerend als de teksten, waarin Wilson een groot aantal bekende namen aanhaalt. Soms op flatteuze wijze (o.a. Hendrix, Charlie Parker en de Nederlandse ‘Iceman’ Wim Hof), elders met een vilein grapje (‘Bring me the head of John Mayer’). De songs laten zich kenmerken door een hoog ‘stream of consciousness’-gehalte en muzikaal schiet Wilson binnen enkele minuten vaak allerlei kanten op, maar het knappe is dat de melodieën van onder meer Charlie Parker en B.F.F. toch direct blijven hangen.
Meerdere luisterbeurten onthullen een rijkdom aan details op een album dat op den duur zomaar beschouwd kan worden als Wilsons beste. En zo niet, dan is het in ieder geval zijn meest éigen werk tot nu toe.
Bekijk hier meer cd-recensies van muziekblad Lust For Life. Meer lezen over Jonathan Wilson? Bekijk hier Lust For Life 078, inclusief een interview met hem!
0 Reacties