“Diversity is not something to be tolerated”, stelt jazzmuzikant Kamasi Washington ergens halverwege zijn optreden op de tweede dag van Down The Rabbit Hole. “It should be celebrated.” Die visie deelt hij duidelijk met meer artiesten tijdens de zesde editie, zo blijkt tijdens de met statements gelardeerde shows van onder meer Grace Jones, LP en afsluiter Janelle Monáe. Geen gebrek aan muziek met zeggingskracht dus en daarmee bewees het ruim van tevoren uitverkochte festival de écht grote headliners – zoals die van vorig jaar – niet nodig te hebben om 35.000 mensen een voorbeeldige totaalervaring te kunnen bieden.
In de bosrijke Groene Heuvels te Ewijk vind je tijdens Down The Rabbit Hole veel meer dan alleen een glooiend groen heuvellandschap met verkoelend meer. Zo word je wakker met een lesje yoga of aerobics, knutsel je een opzichtig festivalhoedje in elkaar en steek je je handen in de natte klei voor een natuurlijk kunstwerkje. Ondertussen rijdt Ronnie Flex of Tim Knol met zijn Bluegrass Boogiemen aan je voorbij in een door tractor voorgetrokken trailer c.q. podium. Juist wanneer je zonder verwachtingen over het terrein van het festival struint, stuit je op de meest uiteenlopende (re)creatieve ervaringen. Maar naast een utopische en buitenaardse ervaring is Down The Rabbit Hole natuurlijk ook gewoon een muziekfestival, en ook muzikaal zijn diversiteit en ontdekking de sleutelwoorden.
Kamasi Washingtons uitspraak over diversiteit had dus ook zomaar op de duidelijk voor open-minded mensen samengestelde line-up kunnen slaan, want de meest uiteenlopende genres komen dit weekend voorbij. Zo spelen naast afsluiters Editors, Underworld en Janelle Monáe op het grote podium Hotot ook de Belgen van Balthazar, die ondanks aansterkende regen het veld laten dansen, en de Nijmeegse heren van De Staat, die hier een uiterst strakke thuiswedstrijd spelen. Op het gebied van hiphop treden naast oldtimers The Roots ook koning van de Britse grime Skepta en de jonge rap-enthousiasteling Slowthai aan, die beiden voor sensatie zorgen. Dansen kan tijdens het nachtprogramma op vrijwel elke hoek van het terrein, maar overdag ook bij de uiterst fascinerende synthpopshow van Robyn en de springerige garagepunk van het jonge Belgische kwartet SONS. In de Fuzzy Lop-tent houdt de slowcore van Low de fijnproevers in een trance, Neneh Cherry blijkt een uitstekende last-minute toevoeging wanneer ze onder meer met het onvermijdelijke 7 Seconds het publiek in de Teddy Widder inpakt en de aanstekelijke Turkse folkrock van Altin Gün blijkt inmiddels genoeg geliefd om diezelfde tent helemaal vol te krijgen. En dat is nog maar een kleine greep…
Vrijdag
Wie houdt van moshpits, weet dat deze opduiken daar waar Frank Carter zich begeeft. Met zijn Rattlesnakes en meest recente plaat End Of Suffering is hij inmiddels een zachtere weg ingeslagen, waardoor er gelukkig ook adempauzes in deze set zitten, want daarbuiten is het enkel hard wat de klok slaat. Al tijdens het tweede nummer springt Carter zelf de pit in, niet veel later dicteert hij dat alle heren baan dienen te maken voor een ‘women only’-moshpit. De daaropvolgende circlepit die om de Fuzzy Lop heen reikt en daarmee nietsvermoedende bezoekers op het gras uit hun bier doet opschrikken: onvergetelijk vermaak.
The Ideal Crash van het Belgische dEUS viert dit jaar zijn twintigste verjaardag. Om dat te vieren, wordt het album tijdens een flinke tour (bijna) integraal gespeeld. Veel originele bandleden uit de tijd dat de plaat opgenomen werd staan er vandaag niet meer op het Hotot-podium; alleen frontman Tom Barman en violist/toetsenist Klaas Janzoons zijn nog van de partij. De set begint met wat rommelige versies van Put The Freaks Up Front en Sister Dew, maar tegen de tijd dat de mannen bij het titelnummer en het fantastische Instant Street zijn aangekomen, wordt er weer superstrak gespeeld. Als dan ook nog de nog oudere hit Roses als afsluiter gespeeld wordt, is het publiek toch meer dan tevreden.
Grace Jones blijkt later op de vrijdag ondanks haar leeftijd (71) een uitstekende keuze voor een hip festival als Down The Rabbit Hole, ook al laat de Jamaicaanse diva tergend lang op zich wachten. Wanneer ze een half uur later dan beloofd eindelijk haar cover van Iggy Pops Nightclubbing inzet, verandert de Teddy Widder-tent daadwerkelijk in een flinke nachtclub, waarbij de nog altijd uiterst fitte Jones over het podium danst (tijdens Slave To The Rhythm zelfs non-stop hoelahoepend), het ene uitzinnige kostuum na het andere voorbij laat komen en doodleuk vertelt dat ze droomde over een grote penis. Afgezien van een wat rommelige versie van Roxy Musics Love Is The Drug zingt ze ook nog best aardig, maar met zo’n unieke persoonlijkheid en uitdagende capriolen op het podium zou je dat bijna bijzaak noemen. En zagen we haar tegen het einde nou echt meerdere keren ‘flashen’?
Editors is zo’n act die hoe dan ook een degelijk optreden aflevert, maar daarbij lang niet altijd weet te verrassen. Zo ook ter afsluiting van de eerste DTRH-dag. Een aanstekelijk Papillon vroeg in de set, een mooi akoestisch Cold – maar een hele rits mid-tempo songs volgen elkaar op. Tom Smith en band zijn niet in allerbeste doen, maar de enorme hoeveelheid hits van de Britten maakt deze afsluiter een waardige, met naast A Ton Of Love, Smokers Outside The Hospital Doors en Racing Rats als bijzondere afsluiter geen grote hit, maar nieuwste single Frankenstein – waarmee de heren toch nog weten te verrassen.
Zaterdag
“Zit daar nu echt een man met een gitaar op een stoel?”, vraagt een dame hardop in de spijtig veel te rumoerige Fuzzy Lop-tent, alvorens teleurgesteld af te druipen. Vergelijkingen met Neil Young en Pink Floyd wilde ‘critics darling’ Jonathan Wilson naar eigen zeggen achter zich laten met zijn vorig jaar verschenen album Rare Birds. Daarop klinken hier en daar wat jarentachtiginvloeden, maar prevaleert desondanks toch weer de typische, behoorlijk aangeklede Wilson-sound. Dat geluid wist hij samen met zijn band voorheen prima te reproduceren op het podium, maar verrassend genoeg reist de Amerikaanse veertiger ditmaal solo af naar Nederland. Met alleen zijn gitaren en hier en daar wat hulp van een drumcomputer wint Wilson vandaag waarschijnlijk weinig nieuwe zieltjes, maar songs als Over The Midnight, Gentle Spirit en Trafalgar Square blijven opvallend goed overeind in een akoestische setting. En die ene keer dat hij zijn elektrische gitaar inplugt voor een prachtig Desert Raven trekt hij hier en daar toch groepjes mensen even uit hun luidruchtige conversaties.
Down The Rabbit Hole 2019 had te kampen met enkele last-minute afzeggingen. Altijd vervelend, maar laat de vervanging nu een geschenk zijn in de vorm van Hayden Thorpe, voormalig zanger van indieband Wild Beasts. In de Bossa Nova, een kleine theatertje met zitplekken, vult hij zijn pas vijfde soloshow met nummers van zijn eerste solo-album Diviner, die kort gezegd betoverend zijn. Op een festival, à capella zingen? Een mooiere versie van Thorpe’s Human Knot gaat er niet zijn.
De eerder al geciteerde saxofonist Kamasi Washington laat in de Teddy Widder horen waarom hij zo’n veelgevraagd gastmuzikant is (hij speelde mee op albums van o.a. rapper Kendrick Lamar, St. Vincent en Ryan Adams) en waarom hij inmiddels geldt als een 21e-eeuwse jazzsensatie. Ondersteund door zangeres Patrice Quinn en een zestal instrumentalisten, onder wie zijn vader Rickey, zet de bandleider een weergaloze show neer die nergens uitmondt in nodeloos gefreak en waarin ook invloeden uit genres als funk klinken, waardoor je zelfs als je niet per se van jazz houdt ademloos toekijkt. Het gezelschap is fantastisch op elkaar ingespeeld en dankzij hun intense spel verliezen de composities nergens aan spanning – tot de laatste tonen van het sublieme Fists Of Fury aan toe.
De verwachtingen zijn hooggespannen voor hiphopcollectief The Roots, dat onder leiding van Questlove en Black Thought al enkele decennia funky mixen maakt van hiphop, soul en jazz met de Legendary Roots Crew. Hits komen er genoeg voorbij (C.R.E.A.M. van Wu-Tang Clan bijvoorbeeld, evenals Curtis Mayfields Move On Up, om er maar twee uit te pikken), maar juist hun eigen hits ontbreken. Deze classics zijn genoeg voor de hiphopliefhebber om op uit zijn plaat te gaan, maar onze verwachtingen worden niet helemaal ingelost. Bovendien wil het weer ook nog eens niet meewerken: de regen valt met bakken uit de eerder nog zo stralend blauwe lucht.
Gelukkig zijn er ooit regenponcho’s uitgevonden – een opengeknipte vuilniszak volstaat ook – en komt tijdens Vampire Weekend alweer een voorzichtige regenboog op. De New Yorkse indieband onder aanvoering van Ezra Koenig is enige tijd uit de roulatie geweest, maar bracht eerder dit jaar hun goed ontvangen vierde album Father Of The Bride uit. Ook op Down The Rabbit Hole laten de heren zowel hun muzikale veelzijdigheid als hun lef zien, met aanstekelijke hits én gedurfde muzikale uitspattingen – zelfs een cover van een van Bob Dylans minder bekende werken, Jokerman, als afsluiter na hits Cousins en A-Punk die het hele veld laten springen en dansen.
Dansen kan sowieso goed op de zaterdag. Technoband Underworld sluit dan misschien hoofdpodium Hotot af, de grote naam die op het affiche prijkt is die van Radiohead-zanger Thom Yorke met zijn Tomorrow’s Modern Boxes-project. Hiervoor heeft hij links naast hem op het podium zijn vaste producer Nigel Godrich staan en aan zijn rechterkant beeldkunstenaar Tarik Barri, die de visuals op het scherm voor zijn rekening neemt. Het duistere experiment met elektronica en visueel spektakel fascineert en imponeert. Het materiaal van Anima voert de boventoon, maar ook Yorke’s eerste soloalbum The Eraser passeert de revue. Bovenal is het echter Yorke zelf die dit optreden naar het hoogste niveau tilt met zijn absurde dansjes, indringende falsetto én triomfantelijke grijns.
Van de subtiliteit die Thom Yorke in zijn muziek brengt, hebben technopioniers Underworld in elk geval nooit gehoord. Een verblindende laserhow, een stampende, loeiharde bas; het is allemaal lomp, maar perfect om het hele veld aan het dansen te krijgen. Kan niet tippen aan het niveau van Yorke, maar desalniettemin geslaagd.
Zondag
Zangeres LP (Laura Pergolizzi) mag op zondag als eerste de Hotot-stage betreden en doet dat met een show die flink wat steviger is dan je zou verwachten op basis van catchy singles als Lost On You en haar credits als songwriter voor acts als Backstreet Boys en Christina Aguilera. Ze zet zelfs nog even slim getimede covers van AC/DC’s You Shook Me All Night Long en Paint It Black van de Stones in, maar haar eigen werk verbleekt geenszins naast dergelijke crowdpleasers. Gestoken in een grijs pak en dito hoed en met haar androgyne verschijning blijkt ze bovendien een uitmuntend entertainer, die moeiteloos zelfs de hoogste noten met flink volume weet te brengen.
Iets later op de dag weet op hetzelfde podium ook het flink gehypte Khruangbin te imponeren. Dit trio uit Houston, Texas valt net als LP niet alleen op dankzij een unieke look, met in dit geval een mannelijke gitarist in een gouden pak met haar tot over zijn ogen, een sexy dansende bassiste met een kapsel vergelijkbaar met dat van Uma Thurman in Pulp Fiction en een zwarte drummer die ietwat chagrijnig voor zich uit tuurt. Hun psychedelische funkrock met minimale zang laat zich wellicht nog het beste omschrijven als een soort dansbare Grateful Dead, met als belangrijkste kracht de inventieve riffs en solo’s van Mark Speer.
Alsof de Groene Heuvels nog niet genoeg bos had staan, hebben de heren van Foals hun eigen palmbomen meegebracht. Meer dan sfeervolle bomen en steengoede liedjes heeft het Britse viertal, dat op de eerste editie van het festival in 2014 ook al een weergaloos optreden gaf, niet nodig – al vinden de rockers, die speelse vrolijkheid afwisselen met zwaarder gitaargeweld, zelf van wel. “We got a few more songs and they’re all bangers!” is het startsignaal voor waanzin: frontman Yannis Philippakis in het publiek, crowdsurfers, zelfs een bescheiden moshpit. Laat Foals maar elke vijf jaar – al dan niet met palmbomen – terugkomen!
Met haar moderne r&b en sporadische raps lijkt Janelle Monáe amper een naam die aansluit bij de doelgroep van Lust For Life, maar dat valt stiekem wel mee als je bedenkt dat onder anderen Brian Wilson en wijlen Prince meewerkten aan haar veelgeprezen album Dirty Computer (2018), dat veelvuldig opdook in jaarlijstjes. En inderdaad, wanneer Monáe op zondag afsluit op het hoofdpodium is het haast onmogelijk om geen bewondering te krijgen voor de Amerikaanse zangeres. Niet alleen vanwege haar uitstekende live-zang, prima pop/funksongs als Electric Lady en Make Me Feel of de meeslepende showelementen, maar ook vanwege de boodschap die ze wil overbrengen. Ze komt op voor de LGBTQI-community, verschijnt in een vaginavormige broek en spreekt zich uit tegen onder meer Donald Trump en wapenbezit. Voordat verschillende feestjes verspreid over het festivalterrein het échte einde van een onvergetelijk Down The Rabbit Hole 2019 inluiden, wordt hier de ‘diversity’ waar Kamasi Washington het zaterdagmiddag over had zodoende nog eens glorieus gevierd.
Down The Rabbit Hole
Gezien op 5 t/m 7 juli 2019
Foto’s door Tineke Klamer
0 Reacties