In Lust For Life vind je maandelijks de rubriek De Playlist, waarin bekende muzikanten een afspeellijst met tien songs van hun favoriete artiest maken. Op lflmagazine.nl stellen medewerkers van LFL wekelijks hun tien favoriete songs van een artiest of band samen. Vandaag: hoofdredacteur Paul Gersen over Queens Of The Stone Age.
Torre Florim en ondergetekende hebben een en ander met elkaar gemeen. We komen allebei uit de Arnhem-Nijmeegse muziekscene en we startten ongeveer gelijktijdig: hij met zijn band De Staat en ik als beginnend muziekjournalist bij Musicmaker. We kwamen elkaar voor het eerst tegen rond 2006-2007, toen hij in café De Barron in Arnhem met zijn net beginnende bandje optrad. Dat maakte best indruk, maar ja: ik was jong en was niet te beroerd om de zanger/gitarist even met mijn eigenlijk niet ter zake doende mening om zijn oren te slaan. Want ja, het was goed, maar het leek toch wel erg op Queens Of The Stone Age, hoor! Torre keek me aan, vroeg zich ongetwijfeld af wie deze rossige betweter was en haalde twee jaar later stilzwijgend zijn revanche toen ik bij hem langs moest voor een interview over zijn overweldigende debuutplaat Wait For Evolution.
De invloeden van Queens Of The Stone Age zijn legio
Tijdens het gesprek werd overigens duidelijk dat we wel degelijk een liefde voor ’s werelds meest toonaangevende stonerrockband delen. Hij was onder de indruk van het ‘zingende gitaargeluid’ van John Homme en de zijnen en toegegeven, je hoort toch altijd ergens een zweem van Queens Of The Stone Age op de albums van De Staat. Net als bij Drive Like Maria, Storksky of bijna alle heavy rockbands die Nederland rijk is. Buiten de landsgrenzen zijn er ook genoeg voorbeelden: van Royal Blood tot Biffy Clyro. Eigenlijk hoor je ze wel terug in de hele stonerrock-scene.
Stoer en sexy
De kracht van de band? Heavy ritmes, tegendraadse gitaarpartijen en snoeiharde solo’s toch catchy laten klinken. Stoer, maar toch sexy; muziek waar zowel mannen als vrouwen voor kunnen vallen. En daarbij heeft Queens Of The Stone Age zoveel gezichten, dat de sound eigenlijk niet in tien songs is te vangen. Daarom maakte ik zeker geen ‘best of’ van de band, maar een playlist met relatief onbekender werk van de groep dat de veelzijdigheid van QOTSA laat horen.
Kleine disclaimer: in dit lijstje had natuurlijk Mexicola moeten staan, veruit een van de meest moddervette rocknummers van de afgelopen 25 jaar. Maar Spotify biedt de ongetitelde debuutplaat van Queens Of The Stone Age niet aan, dus hier een filmpje:
10 I Appear Missing (…Like Clockwork, 2013)
Tijdens een vrij eenvoudige knie-operatie bij Josh Homme in 2010 gaat er iets mis en krijgt QOTSA-frontman Josh Homme een hartstilstand. Hij ontwaakt en herstelt volledig, maar een dergelijke situatie doet natuurlijk wel wat met een man, vooral als hij een gezin heeft. Het resulteert in het erg persoonlijke album …Like Clockwork. I Appear Missing is de climax van de plaat: een emotioneel epos over doodgaan en leegte, maar met zingende gitaren en tegendraadse riffs.
9. I Think I Lost My Headache (Rated R, 2000)
De mannen van Queens Of The Stone Age spelen graag met ritmes. Hoeveel I Think I Lost My Headache er heeft? Nogal wat. En een steeldrum, die hoor je ook niet zoveel in rockmuziek voorbij komen. Dat de genialiteit van Homme deels schuilt in het bedenken van gitaarriffs die je eindeloos kunt doorspelen, laat dit nummer wel horen.
8. I’m Designer (Era Vulgaris, 2007)
Een mechanische aanklacht tegen de arrogante en eigengereide samenleving en die in New York in het bijzonder. Cynisch, maar met een schuine glimlach: zo steekt John Homme altijd het beste zijn middelvinger op.
7. Everybody Knows That You’re Insane (Lullabies To Paralyze, 2007)
Een tokkelende gitaar, een slidegitaar ernaast en dan knallen: QOTSA houdt ervan je op het verkeerde been te zetten. En als dan de fenomenale solo erin hakt, ben je om. Een donkere song van een al even donkere plaat, maar wel een waarbij de maan door de bladeren schijnt.
6. The Fun Machine Took A Shit And Died (Era Vulgaris, 2007)
Een goede, maar rare plaat, dat Era Vulgaris. De titeltrack, opgenomen met Nine Inch Nails-frontman Trent Reznor, belandde uiteindelijk niet op het album en de beste song bleek uiteindelijk een extraatje te zijn: The Fun Machine Took A Shit And Died. Een song die klinkt als een ritje in een op hol geslagen reuzenrad op een kermis in de jaren vijftig.
5. Better Living Through Chemistry (Rated R, 2000)
Queens Of The Stone Age op zijn spaciest door de repeterende gitaarriff en de solo die de helft van de song in beslag neemt. Echootje op de stem, spelen met de stereobalans: een trip van zes minuten.
4. A Song For The Deaf (Songs For The Deaf, 2002)
Briljante titeltrack van het beste album van de band, met een baslijn die zijn gelijke niet kent en gitaarpartijen die te bizar voor woorden zijn.
3. In My Head (Lullabies To Paralyze, 2007)
Het beste liefdesliedje dat de band naast het bekende I Wanna Make It Wit Chu schreef. Catchy as hell.
2. You Can’t Quit Me Baby (Queens Of The Stone Age, 1998)
Een song om bij weg te dromen, maar vergeet niet: het gaat over een stalker die op het punt staat zijn doelwit om zeep te brengen.
1. God Is In The Radio (Songs For The Deaf, 2002)
Een song die qua geluid de sfeer ademt van The Dust Bowl in de Verenigde Staten in de jaren dertig. Een song die alles heeft, een pompend ritme, een geweldige gitaarsolo, verrassing, een lekker refrein en de brommende stem van Mark Lanegan. Een meesterwerk.
Foto: Willem Schalekamp
Queens Of The Stone Age in de Ziggo Dome, 26 november 2013
1 Reactie
Ik mis de mosquito song.