Het is misschien wel de belangrijkste muzikale gebeurtenis van het jaar. Jarenlang was ervoor gevochten, maar nu had organisator Jan Smeets het eindelijk voor elkaar: de gedroomde hoofdact The Rolling Stones als headliner van Pinkpop. Met de grote naam kwam echter ook de scepsis: hebben de mannen nog wel de vorm en kracht om twee uur lang een festivalweide te entertainen? Maar Mick Jagger, Keith Richards, Ron Wood en Charlie Watts deden precies wat er van een legendarische act wordt verwacht: komen, zien en overwinnen. Met Jagger als razende voorganger gelooft na gisteravond iedereen weer in de Stones.
We hebben op Pinkpop wel vaker gezien dat een grote act de rest van de bands in een ruk degradeert tot voorprogramma (Bruce Springsteen in 2012), maar The Rolling Stones deed dat al lang en breed voordat de band überhaupt in Landgraaf was aangekomen. Wekenlang hield het gerucht dat de Engelse band naar het festival zou komen muziekminnend Nederland in zijn greep en toen de bevestiging uiteindelijk daar was, ontstond er een ware run op kaartjes. In recordtijd werden de dagkaarten voor zaterdag en de weekendtickets versleten aan fans. Nee, we hoeven natuurlijk hier niet uit te leggen hoeveel liefhebbers van de band er nog zijn in Nederland en hoe lang die erop hebben moeten wachten om de heren weer aan het werk te zien. Het publiek vandaag is dan ook wat ouder dan we normaliter op Pinkpop zien, maar het is overdreven om te zeggen dat er sprake is van een compleet ander volk. The Rolling Stones brengt namelijk meer generaties op de been. Van fans van het eerste uur, de dertigers die de muziek van hun ouders hebben meegekregen, jongeren die in hun zoektocht naar nieuwe oude muziek bij de Londenaren terecht zijn gekomen tot de kinderen die een dagje met pa en ma weg zijn: het is een gemêleerde boel.
Er zullen ongetwijfeld ook ramptoeristen aanwezig zijn vanavond, want op het festivalterrein hoor je af en toe fluisterend de scepsis. Gaat dit wel goed komen, of wordt het een deceptie? Op internet circuleren al tijden filmpjes van live-optredens van de Stones waar je als liefhebber toch niet echt blij van wordt. Compleet uit de toon, met vermoeide gezichten en rommelig geluid. Een band die het niet meer kan, zijn overtuiging kwijt is en zijn ‘gelovigen’ niets anders dan een dienst voor kan zetten die alleen in de verte doet denken aan de parochie van vroeger.
Wat een onzin. Vanaf het moment dat de band het podium opkomt, is te zien dat aan professionaliteit en vuur nog lang niet is ingeboet. ‘I was born in a cross-fire hurricane’, predikt Jagger in setopener Jumpin’ Jack Flash, zo’n tien minuten nadat deze eigenlijk moest aanvangen. Eindelijk zijn ze er, na maandenlang wachten in spanning. De vele fans op het stampvolle Pinkpop-terrein vergingen zo ondertussen van het ongeduld, wat de ontlading er alleen maar groter op maakt. De Stones hadden met ieder nummer kunnen openen, maar de keuze voor het overbekende Jumpin’ Jack Flash veroorzaakt direct een sprongetje in de maagstreek. Het heeft iets licht onwerkelijks dat een van de allergrootste bands aller tijden er nog steeds is en energiek staat te spelen. Rationeel besef vervalt zo nu en dan tijdens de show. Oordeel maar eens objectief over een act die zo veel mooie herinneringen oproept.
Niet alles klinkt even strak, maar wie had dat verwacht en wat maakt het eigenlijk uit? In requestnummer Rocks Off blijkt dat enige repetitie zeker niet overbodig is, maar juist het feit dat het geluid behoorlijk rammelt, maakt het tot een zeer charmant geheel. Alleen drummer Charlie Watts, het onofficiële Stones-lid Darryl Jones (bassist, verving in 1994 Bill Wyman) en de rest van de begeleidingsband klinken strak als latex.
Midnight Rambler
Ook de solo’s in het lang uitgesponnen Midnight Rambler zijn opvallend sterk. Niet John Mayer, Joe Bonamassa of een andere gastartiest van buitenaf neemt deze voor zijn rekening. Daar was rekening mee gehouden, maar de Stones kiezen voor iemand uit de eigen gelederen. Een geweldige keuze. Mick Taylor laat op zijn 65e horen weinig aan kwaliteit te hebben ingeboet, los van het feit dat met hem op de bühne de Stones-historie aldaar nog grotere proporties aanneemt.
In de twee nummers voor Midnight Rambler stapte Mick Jagger ook al even uit het spotlight. Na Honky Tonk Women stelt hij alle bandleden uitgebreid voor (misschien interessant voor de allerjongsten op het terrein) en neemt Richards de microfoon ter hand om You Got The Silver en Can’t Be Seen te zingen. Een aangenaam rustpunt in de show, eentje waar Jagger ongetwijfeld ook aan toe was na al zijn gedans op de enorme catwalk aan het podium.
Ook Lisa Fischer begaat even later de loopbrug. Zij laat haar grote vocale bereik horen met de welbekende kippenveluithalen in Gimme Shelter. Na de Let It Bleed-knaller volgen enkel nog klassiekers. Met Start Me Up, het broeierige Sympathy For The Devil (met indrukwekkende lichtshow en hevige rookontwikkeling) en Brown Sugar wordt de reguliere set afgesloten. In de toegift volgt You Can’t Always Get What You Want, waarvoor een dameskoor is meegenomen, en (I Can’t Get No) Satisfaction. Het is de gedroomde set, waarin slechts enkele klassiekers (zoals Paint It Black en Wild Horses) ontbreken.
Na de show en het bijbehorende vuurwerk valt nog maar eens op hoeveel man de Stones anno 2014 op de been brengen. Als mieren krioelen de bezoekers over de festivalweide, op zoek naar de uitgang. Voldaan. Niemand is vanavond afgevallen, sommigen zullen bekeerd zijn. The Rolling Stones is een religie die aan kracht nog niks heeft ingeboet.
Gezien op zaterdag 7 juni op Pinkpop
Foto: Raymond van Olphen
0 Reacties