Sommige mensen hadden het behoorlijk lastig met de immense hitte die Bospop 2018 ’teisterde’ en zochten verkoeling in de schaduw. De hiervoor gebruikte aanhalingstekens zijn echter zeer van toepassing, want veel bezoekers genoten ook enorm van het zomerse weer in Weert – met de fijne muziek van o.a. Simple Minds, UB40, Live, King King en Billy Idol als ideale soundtrack.
Zaterdag 14 juli
Wanneer je om 11 uur ‘s ochtends als openingsact van een festival aantreedt, weet je dat je geen vol veld gaat aantreffen. Voor Con Brio lijkt dat geen probleem te zijn: deze band maakt er sowieso een feestje van. De bombastische soul en meeslepende funk vormen de perfecte ingrediënten om de heupen los te maken voor de dag die komen gaat, waarbij frontman Ezekiel ‘Ziek’ McCarter zich als een ware entertainer laat gelden en waarschijnlijk ook had kunnen overtuigen wanneer het veld al wél vol was geweest.
Minder uitbundig maar daarom niet minder sterk gaat het eraan toe in de Rocktent bij The Band Of Heathens. De Americana die het gezelschap maakt, is fijne luistermuziek die door het aanwezige publiek goed wordt geabsorbeerd – zelfs al kent de meerderheid waarschijnlijk geen enkele song. De eerste echte momenten van herkenning komen vervolgens bij Racoon, dat maar weer eens laat horen waarom deze Zeeuwse band door iedere festivalorganisator en zijn moeder wordt geboekt: goede songs en de groep speelt prima. Toch blijft het echte enthousiasme onder de bezoekers uit. Is het de inmiddels sterk oplopende temperatuur, of worden we met z’n allen toch een beetje Racoon-moe? Hoe dan ook hadden we bij een band met een dergelijke reputatie net iets meer verwacht.
Buitenbeentje
Het buitenbeentje op de Bospop-zaterdag is ongetwijfeld Graveyard. In een lineup die vooral door nostalgische pop wordt gedomineerd, weten veel mensen duidelijk niet wat ze met de keiharde rock van de Zweden aan moeten. Ook de band zelf heeft aanvankelijk wat moeite er in te komen, zo lijkt het. Wanneer dit in de laatste twintig minuten toch lukt en de energie van het podium begint te spatten, heeft een groot deel van de bezoekers de tent al verlaten. Jammer, want degenen die gebleven zijn, worden omver geblazen. Dat is niet het geval bij John Hiatt, maar daar hadden we ook niet op gerekend: de singer-songwriter speelt met zijn band The Goners vooral heel degelijk en laat het songmateriaal centraal staan. En met dat laatste zit het natuurlijk wel goed, met Have A Little Faith In Me als te verwachten hoogtepunt.
Vervolgens is het tijd voor twee uur onvervalste Texaanse rock, te beginnen met Steve Earle & The Dukes. De countryrocker heeft wel eens kwieker geoogd, maar weet met zijn innemende enthousiasme nog steeds moeiteloos te overtuigen. Hoogtepunt: het oorspronkelijk met The Pogues opgenomen Johnny Come Lately. Verrassend: een coverversie van Hey Joe. Gary Clark Jr. pakt het op het hoofdpodium net iets anders aan en brengt bluesrock met een hoofdrol voor zijn gitaarspel. Virtuoos en een tikje flamboyant, maar wel met duidelijk meer afstand tot het publiek dan zijn voorganger. Van afstand is geen sprake voor wie zich op dit moment in de Crossroads-sectie van het terrein begeeft: daar speelt Heavy Hoempa tussen de eetkraampjes een verrassende set hardrockklassiekers, uitgevoerd met enkel blazers en een drummer.
In de tent is het vervolgens tijd voor Venice, een band die je eigenlijk helemaal niet op een festival zou verwachten maar toch al voor de vijfde keer op Bospop te bewonderen is. En telkens met succes, al komt dat vooral ook door de trouwe schare fans die er ook dit keer weer speciaal voor naar Weert is getrokken. Mensen die minder bekend zijn met de rustige, door samenzang gedomineerde muziek hebben er duidelijk wat meer moeite mee. “Een beetje deprimerend dit”, horen we achter ons wanneer prijsnummer The Family Tree wordt gespeeld. Deze mensen hebben het ongetwijfeld meer naar hun zin bij UB40, dat ruim een uur lang een aaneenschakeling van meezingers laat horen. De versie van de band die op Bospop staat (er zijn er tegenwoordig twee) is die met oorspronkelijke frontmannen Ali Campbell en Astro, en heeft dus de meeste herkenbaarheid voor het festivalpubliek. De stroom aan hits wordt erg plichtmatig afgewerkt, maar de muziek van UB40 is bij uitstek geschikt voor een warme festivalavond, waardoor het optreden toch een van de hoogtepunten van de dag wordt.
Stijfjes
Een bevlogen Paul Carrack weet vervolgens in de tent vooral te overtuigen met The Living Years, het nummer dat hij als leadzanger van Mike + The Mechanics groot maakte. Meer jaren tachtig volgt met a-ha, een optreden dat voor veel verdeeldheid lijkt te zorgen. Muzikaal staat de show van de Noren als een huis, met een glansrol voor drie strijkers en een fijne versie van The Living Daylights als hoogtepunt. Zanger Morten Harket haalt nog steeds zijn hoge noten, maar heeft de beste man er wel in zin vandaag? Redelijk stijfjes staat hij op het podium, met voortdurend zijn linkerhand op zijn bovenbeen. Hierdoor ontstaat een onnodige afstand tussen band en publiek. Nu is a-ha nooit echt een band van de ‘handjes in de lucht’ geweest, maar wie twee jaar geleden het concert in de Heineken Music Hall bezocht, ziet toch echt wel een duidelijk verschil. Jammer.
Dan maar feesten bij The Mavericks, dat met een combinatie van eigen werk en covers het publiek moeiteloos mee weet te krijgen. En dat is niet minder dan knap, als je bedenkt dat iedereen eigenlijk alleen Dance The Night Away van het gezelschap kent. Het mag dan allemaal een beetje camp zijn; overtuigen doet het. Dat geldt ook voor headliner Simple Minds, dat uiteraard wél over een bak met hits beschikt en niet schuwt die te laten horen. Uit de hoogtijdagen zijn alleen Jim Kerr en Charlie Burchill nog over, maar dat mag de pret absoluut niet drukken: hun band toont zich in de anderhalf uur durende set uiterst bekwaam en met de afsluiters Don’t You (Forget About Me), Alive And Kicking en Sanctify Yourself is een ding onmiskenbaar duidelijk: Bospop heeft weer een perfecte headliner te pakken.
Zondag 15 juli
Alle festivalbezoekers die ‘s ochtends om 11 uur nog met een katertje voor de tent liggen, missen een furieuze start van Bospops slotdag. De festivalweide is nog niet al te vol als de Zweedse band Jetbone het podium opduikt. Sowieso dwingt optreden op een dergelijk tijdstip al respect af, maar de Zweden spelen fris en uitgeslapen alsof ze de headliner zijn. Met hun aanstekelijke enthousiasme van de bandleden en twee zeer charmante achtergrondzangeressen, heerlijke gitaarsolo’s en uitstekende melodieuze rocksongs laten ze een overtuigende indruk achter. De beste song van de set is misschien wel het Lynyrd Skynyrd-achtige It’s So Hard die samen met de rest van het laatste album Come Out And Play door veel Bospoppers thuis vast nog eens aangezwengeld zal worden.
De Nederlandse zangeres Nona is voor de mensen die haar niet kennen als volgt te omschrijven: qua looks doet ze denken aan Fajah Lourens, maar ze klinkt als Amy Winehouse. Zuiver en mooi zingend pakt ze de tent in. Een solide band achter haar zorgt voor wat extra power. Ze lijkt nog wat onwennig op het grote podium en kijkt soms wat zoekend om zich heen. Even later geeft Nona ook toe dat ze nog niet eerder zo in de spotlights stond en het toch wel heel spannend vindt. Dat maakt haar alleen nog maar sympathieker en mooi dat Bospop Nona deze kans geeft om hier ervaring op te doen. De getalenteerde zangeres blijft uitstekend zingen en die licht nerveuze uitstraling is wel eens verfrissend – en beter dan geforceerd stoer doen of constant contact zoeken met het publiek. Gewoon een sterke performance, een belofte voor de toekomst.
Vriendelijke reus
The Cadillac Three zorgt vervolgens voor een lekker stevig rockontbijt dat opgediend wordt aan de steeds voller wordende festivalweide. Het complete optreden is niet bijzonder afwisselend en het oogt en klinkt een beetje als de wel erg campy muziek van Kid Rock, maar ze weten de massa te boeien met pakkende hardrock. Het optreden van de Schotse bluesrockband King King is vervolgens een onverwacht maar absoluut hoogtepunt. De band heeft op Spotify rond de 20.000 luisteraars per maand, maar met wat ze live op het podium laten horen zouden het er zeker twee miljoen moeten zijn. De forse kiltdragende frontman is een vriendelijke reus die werkelijk fantastisch en vol gevoel zingt en gitaar speelt. King Kings songs zijn eveneens stuk voor stuk pakkend, ook een trager bluesje laat de boel niet inzakken. Deze band mag nog heel vaak terugkomen. Het daverende slotapplaus is volkomen terecht.
Zowel Colin MacLeod als Particle Kid zorgen voor wat rustigere momenten na al het gitaargeweld; aangename muziek om ook even bij te dagdromen en in het gras te liggen. Als even later Novastar aantreedt, klinken er meteen twee dikke hits. Wrong en Never Back Down achter elkaar is een fantastisch begin van de show, maar hiermee is de angel er een klein beetje uit. Toch maakt Joost Zweegers ook met Lost & Blown Away, When The Lights Go Down On The Broken Hearted en afsluiter The Best Is Yet To Come nog heel wat indruk. Hopelijk haalt hij in de toekomst nog eens dat extreem hoge niveau van zijn eerste twee albums. Deze nummers zullen echter nooit vervelen. Vervolgens is er op het andere podium een heleboel spannends in werking gezet door Lukas Nelson & Promise Of The Real. De zoon van Willie Nelson (de tweede van vandaag al trouwens, aangezien ook Micah ‘Particle Kid’ Nelson de countryheld papa mag noemen) besluit er met zijn band lekker op los te jammen en improviserend tot grote hoogte te stijgen. Het is gedurfd, maar de fanatieke jonge muzikant komt er gemakkelijk mee weg omdat hij werkelijk alles geeft op het podium. Hij laat zich meerdere keren op het podium vallen door de adrenaline en speelt nog enkele fantastische gitaarsolo’s met de mond en tanden. Om het vervolgens gortdroog met een rustig liedje af te sluiten. Briljant.
Het echte werk
Billy Idol is op het hoofdpodium niet alleen maar nostalgie en vette hits als White Wedding en Rebel Yell. De band staat overdonderend strak te spelen met misschien wel het beste drumwerk dat er op deze editie van Bospop te horen was. Ondanks de hitte wordt er gewoon in het zwart en dik aangekleed opgetreden. Even later toont hij de iets dikker geworden blote bast onder een leren jack. Wat ook onder de fans tot hilariteit en bij sommigen tot het vastpakken van de eigen vetrollen leidt. Het optreden zorgt echt voor een feestje. De riffs en de uitstraling van de band is heerlijk sleazy, maar puur muzikaal is het ook bijzonder vermakelijk en verrassend goed. Alsof de jaren tachtig nog maar pas geleden plaats vonden. Ondanks zijn wat schorre spreekstem zingt Idol bovendien alles nog moeiteloos en krachtig. Zeker geen coverband-niveau, dit is nog steeds het echte werk. Knappe prestatie.
Jonathan Jeremiah is een geweldige artiest en misstaat zeker niet op het programma, al zullen veel mensen dit rustige optreden aangegrepen hebben om lekker in gras te liggen of wat te eten. Er moet ook immers ook energie opgedaan worden voor het avondprogramma, dat van start gaat met het herenigde Live. De band was vorig jaar nog op Pinkpop te zien en liet daar al horen nog steeds festivalweides te kunnen vermaken. Waar frontman Ed Kowalczyk toen in Landgraaf vooral bezig was het publiek te laten zien dat alle ruzies tussen de groepsleden waren bijgelegd, heeft de band nu weer de focus volledig op een strak concert neerzetten. En de heren komen dan ook bijzonder bevlogen en geïnspireerd over. Eén nieuwe song en verder veel hits en albumtracks van beste plaat Throwing Copper. Er is een extra drummer bijgekomen naast slagwerker van het eerste uur Chad Gracey om voor wat meer power te zorgen en tijdens The Distance mag ook de extra gitarist naast Chad Taylor een fantastische solo spelen. De mannen ogen fitter dan een jaar geleden, Kowalczyk heeft er zichtbaar veel lol in, het publiek eet uit zijn hand en de band straalt weer veel zelfvertrouwen uit. Zodoende zet Live één van hun beste optredens op Nederlandse bodem neer sinds 2006 (toen alles nog koek en ei was).
Southside Johnny & The Ashbury Jukes speelt vervolgens nog een dampende set in de Rocktent; dit is een geoliede machine die nooit teleurstelt en ook nu nog nieuwe fans weet binnen te harken met zijn karakteristieke formidabele sound – een sound die soms aan die van zijn goede vriend en generatiegenoot Bruce Springsteen doet denken. Zucchero sluit vervolgens deze prachtige festivaldag af met een wat zoeter romantisch geluid. Dat past niet helemaal naadloos in de lijn van het overige festivalprogramma, maar er zijn wel volop hits en hij is een grote naam die veel mensen toch eens willen zien. Op de show valt weinig af te dingen. Het zal de mensen die na Bospop op weg gaan naar hun vakantiebestemming in Italië alvast in bijzonder goede stemming brengen.
De show van Zucchero maakt een einde aan een ijzersterke editie van Bospop. Fantastisch weer, uitbundig publiek, muzikale verrassingen als King King en gevestigde namen die laten horen nog lang niet versleten te zijn. Op naar Bospop 2019!
Bospop Weert
Gezien op zaterdag 14 juli en zondag 15 juli 2018
Foto’s: Cristel Brouwer
4 Reacties
De slechtst Bospop sinds jaren. Jammer als je weet welke artiesten in Nederland waren santana Kenny Kravitz
King King Billy idol live en zucchero waren Bospop waardig. Na 14 jaar echt diep teleurgesteld
Qua organisatie is Bospop geen voltreffer : Op zaterdagmiddag was het meer dan een uur aanschuiven langs kleine weggetjes om op parking 5 te geraken. Stond de parkeerwachter gewoon wat te lummelen met z’n telefoon. Op het terrein had je nauwelijks tijd om van de ene band de andere te gaan zien. Een strak militair tijdschema werd gehanteerd. Een 10-tal minuten tussen twee gigs was welkom geweest. Ook de klank in de rocktent zat niet altijd goed. Steve Earle verdronk in het geluid van z’n eigen band, terwijl Paul Carrack klonk als een hd-cd. Waar zat het verschil ? En voor de Belgen : geen voetbal op groot scherm in de buitentent. Was dat ook het geval geweest als Oranje op WK had gespeeld ? Ik denk het niet… Maar voor de rest veel goeie muziek gehoord en genoten van het mooie weer.
Morten geen zin? Hij is gewoon altijd erg ingetogen. Ik vond ze erg goed en gedreven spelen. En hij zat idd veel met het geluid te pielen (op zijn linker bovenbeen), maar dat doet hij altijd.
Con Brio was voor mij de grote verrassing: Ik had ze een tijd terug op tv eens bij Vrije Geluiden gezien, heel strak en funky.
Het optreden op Bospop verdiende wel een volle weide. Wat kunnen die mannen spelen zeg! Living Colour meets James Brown. Al is vergelijken nooit eerlijk, maar er zit zoveel muziek in! Funk zoals het hoort.
Aha was voor mij ook een positieve verrassing. Heel strak en goed gespeeld, qua video mooi vormgegeven stage ook.
Voor op het veld zijn de grote videoschermen een goede aanvulling. Jammer dat er telkens een stel kamerbrede dames uit het publiek in beeld kwamen (T-shirts met A-ha opdruk met een toespeling op touchy…) En echt niet dat je dat zou willen. Vrij kansloos. Het leek wel alsof Morten en de band drie mooie Noorse dames in de band (2x viool en een cello) hadden meegebracht om dat nog eens te onderstrepen. Ik kom voor de muziek en de show.
Niet voor malloten in het publiek.
Simple Minds goed op stoom en ik ben echt een fan van hun muziek, maar ik werd gek van de lichtshow: zoveel felle spots op het publiek gericht… Jammer, ik wil het graag goed zien, dit helpt niet.
Ook de hoeveelheid dronken lui die zichzelf ineens heel belangrijk vinden en gaan dringen/ouwehoeren en zo… Ga dan gewoon naar de kroeg.
Maar gelukkig: het meeste was weer vet genieten. King King erg goed. John Hiatt ontroerend goed en Billy Idol (met Steve Stevens op gitaar!!!) lekker vette rock. Heerlijk weekend: tot volgend jaar.